Onweers
Dreigement
Ik heb gezien hoe een klare stroom,
wel klaarder nog dan Pinksterbloemen,
als wilde God dees water doemen,
pikzwart wierd, en zijn voortgang loom.
Die eerst zo blinkend-snel
schoot tussen hemelweiden
om 't bloemig veld door 't strelen te verblijden,
kroop, vunzig-traag, zo duister als de hel.
De bloemen welkten toen
en de zeer weelge grassen
verdorden. O! grauwe kleur der asse!
de zon doofde; en het was noen!
Nooit zal ik kunnen zeggen
hoezeer mijn hart ontstelde,
hoe rap ik huiswaarts snelde
om palm, gewijd, in 't vuur te leggen.
|