Gestoord
Sprookje
Een glinst'rend slakkenspoor
gelijkt het dauwbevochte pad
dat kronkelt innig door
het waaiend koren.
Late hommels zwaaien zat
naar huis, het bloeiend klaverland,
het hoge gras, het volle graan voorbij.
Door dunne wolken woedt een rosse brand
-- en langzaam zinkt de zon in deze koele wei.
Met d'avond is het leven vredig en harmonies tot
aan gindse heg. Nóg verder, tussen d'iepebomen
vandaan, groeit grof rumoer, als met een zeer hard schot
-- hoe welgericht! --
de rapste voor Geel-Zwart de leiding heeft genomen. |