Marseille
november 1964
Journalist Raymond Gimel zit te lezen aan een spaarzaam verlichte
tafel. Om hem heen liggen boeken en kranten. Als chef redacteur van de
Franse krant “Le Provincial” moet hij beroepshalve op de hoogte
blijven van de toestand in de wereld.
Als zijn vrouw de kamer komt binnenlopen verteld ze hem terloops dat ze
die dag aan de deur een kalender heeft gekocht van een oude en onverzorgde
vrouw die vertelde dat in de kalender ook een foto stond van een
schilderij van haar neef Vincent van Gogh. De opbrengst van de kalenders
kwam ten goede voor de blinden zo vertelde ze. Raymond Gimel laat van
schrik zijn krant uit zijn handen vallen. Als bewonderaar van Vincent van
Gogh besluit hij op zoek te gaan naar deze vrouw die ergens in Marseille
moest wonen. Het is het begin van een onderzoek dat zoals later zou
blijken nogal wat stof zal doen opwaaien. Zeker bij de familie van Gogh in
Nederland.
Elisabeth
van Gogh
Na
een wandeling over de heide bij Zundert stort predikant van Gogh neer bij
de voordeur van zijn huis. Hulp mag niet meer baten. Dit brengt nogal
veranderingen teweeg binnen de familie en financieel staat men er slecht
voor omdat het inkomen dan de predikant is weggevallen. De moeder van
Vincent verkeerd vanaf dat moment in zorgelijke financiële omstandigheden
en haar dan nog thuiswonende dochter Elisabeth besluit een baan te zoeken.
Sinds de vrouw van Mr. Du Quesne van Bruchem uit Baarn ernstig ziek is kan
hij wel huishoudelijke hulp gebruiken.
Hij is volgens bronnen een vermogend man en onder andere advocaat en
procureur bij de rechtbank in Utrecht. Hij woonde toen op de landgoed
“De Eikenhorst”. Na verloop van tijd worden Mr. De Quesne van
Bruchem en Elisabeth van Gogh verliefd op elkaar en niet lang daarna is ze
zwanger. Beide families zijn er niet blij mee en alleen Moeder van Gogh
Carbentus is op de hoogte van de ongewenste zwangerschap van haar dochter.
Dit buitenechtelijk kind zou een smet zijn op de goede naam van de
families en dus wordt besloten Elisabeth in Engeland te laten bevallen.
Als de tijd daar is gaat men op reis via het noorden van Frankrijk.
Niemand mag van de onderneming weten en dus wordt alles ondernomen om geen
sporen achter te laten. De vader en aanstaande moeder Elisabeth komen
echter niet verder dan Saint-Sauveur-Le-Vicomte. Een klein dorpje in
Normandië, niet ver van het kanaal. Op een kamer van hotel “ De La
Victoire”wordt kort daarna een kind geboren. Een meisje die men de namen
Hubertina Normance
van Gogh geeft. Het is dan 3 augustus 1886.
Hotel
La Victoire na een bombardement in 1944
Hubertina
van Gogh
Men besluit dat de buitenechtelijke baby
moet verdwijnen en op advies van Dr. Bellet die de bevalling heeft gedaan
wordt de baby van enkele dagen oud toevertrouwd aan de 22 jarige weduwe
Frederique Balley, die in het dorpje een snoepwinkeltje heeft.
Ze heeft uit haar huwelijk twee kinderen. De ouders vertrekken weer naar
Nederland en Hubertina blijft achter bij Madame Balley. De maandelijkse
bijdrage aan de opvoeding wordt maandelijks overgemaakt. Jaar in, jaar
uit. Nadat de ernstig zieke Mevrouw de Quesne van Bruchem komt te
overlijden trouwt Elisabeth met haar man. Angst voor de mening van familie
en anderen belet hun Hubertina in huis te nemen.
Hun deftig burgerlijk milieu is belangrijker dan de toekomst van hun
dochter in Frankrijk. Niemand kent hun geheim. De brievenbus zit op slot
en is niet toegankelijk voor de andere kinderen. Zeker zij mogen geen
brieven die zo nu en dan gestuurd worden uit Frankrijk lezen. Als de
ouders zo nu en dan een pakje sturen naar Hubertine komt er altijd wel een
bedankbriefje terug. De “echte” kinderen van het echtpaar met aanzien
weten van niets en pas bij zijn overlijden verteld hun vader dat er ergens
een vijfde kind is. Maar zei hij, “ze is te ver, en het is te laat”.
Eens in de zoveel jaar nemen beide ouders de moeite hun dochter in
Frankrijk op te zoeken, zich op de hoogte te stellen en zakelijke
aangelegenheden af te handelen. Hubertina ziet haar ouders echter nooit.
Na de dood van Mr. Du Quesne van Bruchem op 25 december 1921 reist de
weduwe van Gogh naar Frankrijk.
Nu haar man niet meer in de weg staat wil ze alsnog proberen Hubertina als
“gezelschapsdame”, mee naar Nederland te nemen. Hubertina weigert mee
te gaan met de voor haar onbekende vrouw die ze nog steeds Madame noemt.
Haar pleegmoeder is de enige op aarde die ze lief had.
Ir.
Vincent Willem van Gogh
Ir.
V.W. van Gogh
De
broer van Vincent van Gogh, Theo had een zoon die hij de namen van zijn
geliefde broer gaf. Vincent Willem van Gogh. Ir. Van Gogh had na de dood
van zijn moeder Johanna van Gogh Bongers al het werk van Vincent geërfd
en verkocht het aan de overheid voor 5,5 miljoen gulden. Hiervan
werd de stichting “Theo van Gogh” in het leven geroepen. Een stichting
waarvan hij tot in lengte van jaren voorzitter was.
Hij woonde riant in een villa in Laren zoals dat blijkbaar betaamd. Zijn
enige en straatarme nicht Hubertina versleet haar dagen met de deur aan
deur verkoop van foto’s en kalenders. Haar onderkomen was een schamel
kamertje van 3 x 4 meter met kale lichtblauwe muren, een bedje en
nachtkastje. Een kamertje dat deed denken aan het onderkomen van Vincent
in Arles. Intussen probeerde Ir. Van Gogh ergens op een gezellig kantoor
in Amsterdam het kaf van het koren te scheiden tussen alle tekeningen,
schetsen en schilderijen van Vincent. Het
werk zou wereldberoemd worden en enkele schilderijen zijn voor vele
miljoenen verkocht.
Marseille
1964
Raymond
Grimel was na enkele dagen op zoek gegaan naar Hubertina. Deze nicht van
Vincent van Gogh die in dezelfde stad woonde als hijzelf wilde hij graag
ontmoeten en spreken. Hij spoort haar op in een armoedig opvangcentrum
voor alleenstaande oude van dagen.
Hij heeft een lang gesprek met haar en kan niet verkroppen dat Hubertina
door haar vermogende familie in de steek is gelaten en van 200 frank per 3
maanden moet rondkomen. Op 10 februari publiceert hij een artikel over de
vergeten nicht van Vincent. Het artikel doet zowel in Frankrijk als in
Nederland nogal stof opwaaien. Kunstschilders uit Marseille vinden het een
grof schandaal en hun plicht Hubertina te helpen. Ze zamelen geld in en
zorgen ervoor dat ze kan worden ondergebracht in een rusthuis. Ook andere
kranten haakte in op het “schandaal van Gogh” en de rel is compleet.
Enkele verontwaardigde derden uit Zuid Frankrijk
sturen een brief naar Koningin Juliana . Dan pas doet de Miljonair
Ir. V. W. van Gogh via het ministerie van binnenlandse zaken
een vaste toelage van 400 frank per maand toekomen. ( 300 gulden ) Des
ondanks viert Hubertine haar 80e verjaardag in een
toevluchtsoord voor arme vrouwen.
Mr.
Dr. Benno Stokvis
Als
jong student zoekt Benno Stokvis in 1922 contact met Elisabeth van Gogh
die inmiddels getouwd is en in Baarn woont. Benno was een groot
bewonderaar van Vincent van Gogh en schrijft haar een brief waarop hij
kort erna antwoord krijgt.
Ze corresponderen verder en als vanzelf ontstaat er een vriendschappelijke
betrekking. Ze stuurt hem zelfs een foto op die recent was gemaakt.
In de “Groene Amsterdammer” van oktober 1925 publiceerde Benno enkele
artikelen over Vincent waaronder een artikel over de zoekgeraakte werken
vanwege de verhuizing van de Moeder van Vincent van Nuenen naar Breda.
Een kritisch artikel waaruit bleek dat de familie van Gogh allesbehalve
zorgvuldig met het werk van Vincent was omgegaan. Veel tekeningen en
schetsen zijn destijds
tussen het oud papier terechtgekomen. Dit alles werd Benno niet in
dank afgenomen door de familie van Gogh. Ook Elisabeth was geschokt en
verbijsterd door het artikel en liet weten niets meer met hem van doen
wilde hebben. Op dat moment wist hij nog niet dat er ergens op de wereld
een onwettige dochter van haar leefde.
In
1966 verscheen een artikel in weekblad Panorama onder de titel: “DE
EREDOCTER EN HET ZWARTE SCHAAP”. Een reportage van Leo Capit waarin hij
het leven beschreef van de verpauperde Hubertina van Gogh in Frankrijk.
Benno was geschokt en het leek
ondenkbaar dat de welgestelde families waaronder de schatrijke Ir.
Vincent Willem van Gogh het buitenechtelijk kind aan haar lot hadden
overgelaten en nam het besluit zelf op onderzoek te gaan. In 1968 vertrok
hij naar Frankrijk. Ze bleek echter niet meer in Marseille te wonen maar
enkele maanden daarvoor naar Lourdes te zijn verhuist waar hij haar na
lang zoeken uiteindelijk vond. Hij
had haar adres kunnen achterhalen omdat ze sinds kort de maandelijkse
toelage ontving van 400 franks ( 300 gulden ) per maand ten laste van de
Theo van Gogh stichting in Amsterdam. Dit door tussenkomst van Koningin
Juliana.
MADEMOISELLE
VAN GOGH
Elisabeth
van Gogh
Het is vroeg in de avond als Benno Stokvis het schamele onderkomen van
Hubertina binnengaat in Lourdes. Op tweehoog, via een smalle houten trap
met krakende treden bereikbaar is het armoedige onderkomen van de nicht
van Vincent. Ondanks dat ze oud en arm is heeft ze toch een bepaalde
waardigheid over zich. Opvallend ook is de gelijkenis met haar moeder.
Haar leed en lijden heeft haar trekken zacht en mild gemaakt. De muren
zijn lichtblauw gekalkt en zijn kaal. Verder staat er een kleine kleerkast
en tafel en een stoel. Het kamertje ruikt muf en de houten kale vloer
kraakt onder elke voetstap. Ze verteld over haar jeugd en hoe ze als kind
bij haar pleegmoeder is opgegroeid. In haar vrije tijd hiep ze haar in het
snoepwinkeltje. Op latere leeftijd volgt ze een opleiding als
onderwijzeres en zal later ook les gaan geven in Melun, en Parijs. Op heer
35e wordt ze ziek.
Een levensgevaarlijke influenza kost haar bijna het leven. Het duurt
maanden voor ze weer enigszins is genezen maar zal haar beroep nooit meer
kunnen uitoefenen omdat ze door de ziekte stokdoof is geworden. Als haar
pleegmoeder komt te overlijden staat ze er helemaal alleen voor en zal
vanaf dat moment voor zichzelf moeten zorgen.
Hubertina
van Gogh
Sinds
de tijd dat ze meerderjarig is, heeft ze niets meer van haar ouders
gehoord. Ze moet overleven en loopt van s’morgens 9 uur tot s’avonds
22.00 uur trap op en trap af in de volksbuurten om haar foto’s en
kalenders met daarin plaatjes van haar beroemde neef Vincent aan de man te
brengen. Eerst in Parijs, later in Toulon, Nice en Marseille. Tegen dat de
80 jaar wordt kan ze helaas niet meer. Haar gezondheid begint haar in de
steek te laten . Ze is van het harde werken versleten. Als haar vader op
25 december 1921 in Baarn komt te overlijden erft Hubertina niets.
En ook in het testament van haar moeder komt ze later niet voor. Via haar
advocaat hoort ze dat uit de totale nalatenschap een bedrag zal worden
overgemaakt van 12.000 frs (1200 gulden). Het bedrag wordt enige tijd
daarna aan haar overgemaakt op de naam H. Normance. Zelfs toen wilde de
familie van Gogh haar naam niet schrijven. Deze naam stond overigens op
alle enveloppen van de gevoerde correspondentie in het verleden. Men doet
nog steeds zijn best de naam van Gogh te verdonkermanen en niemand mag
weten dat ergens in Zuid Frankrijk aan de zelfkant van het leven een nicht
woont van de beroemde Vincent van Gogh.
Als Ze ouder wordt gaat het verkopen van foto’s en kalenders langzaam
over in bedelen. Ze moet leven van wat ze krijgt toegestopt en een kleine
staatsuitkering van de staat van oude werknemers. Uiteindelijk komt ze
terecht in het armenhuis.
Arles
In
1953 komt haar schatrijke neef Ir. V.W. van Gogh uit Laren naar Arles in
zuid Frankrijk. In deze stad waar Vincent lang gewoond en gewerkt heeft
wordt een expositie ingericht met werken van Vincent. Hij besluit ook zijn
nicht op te zoeken in Marseille. In het opvangtehuis voor hulpzoekende
ouderen ontmoet hij haar op 65 jarige leeftijd. Hij neemt haar mee naar
Arles om de expositie te bezoeken en koopt voor haar volgens zijn zeggen
een erg duur hoorapparaat .
Verder
houdt hij het voor gezien en vertrekt weer naar zijn luxe villa in Laren.
Het komt niet in hem op welke manier dan ook zijn nicht te onttrekken aan
de armoede. Na afloop bracht hij ze weer gewoon naar het armenhuis.
20 jaar lang leeft Hubertina van Gogh een armzalig zwerversbestaan op
kleine vochtige kamertjes en doorgangsverblijven voor hulpzoekende oude
vrouwen. Ook na de ontmoeting met haar schatrijke neef is daar geen
verandering in gekomen. Zelfs haar broers en zussen, welgestelde
middenstanders hebben nimmer iets voor hun naaste familielid willen doen.
Hubertina overleed in 1969. Arm en in de steek gelaten door haar naasten.
Ook tijdens haar begrafenis in Lourdes was er niemand van de familie
aanwezig. De laatste eer aan haar waren zonnebloemen op haar graf. Namens
de schilders uit Marseille. Zonnebloemen zoals
Dr.Gachet had meegebracht voor Vincent toen hij begraven werd in
Auvers.
Tekst:
Cees van Loon
Bron:
Lijden zonder klagen
door Benno
Stokvis
|