Redactie: Rob Siers

Scatologica
Zielsverhuizing
ingezonden door mevr. R. Verschuuren


De tekst is afkomstig uit een schrift van Maria van Erf

Ingebracht door mevr. R. Verschuuren, Den Bosch (2005); het origineel is een typoscript dat in het schrift was bijgesloten; scan van origineel in map CuBra Leed Illustraties

Datering: circa 1940 door inzendster, gezien de spelling wat later

Transcriptie cf. typoscript

 

Zielsverhuizing

 

In het groene gras

Dicht bij een plas

Waar de kikkers rustig sprongen

En de vogels hun lente liedjes zongen

Zaten Jantje en Antje

Samen hand in handje

Met hun beide

Gezellig te vrijen

Ze zoende elkaar telkens lekker,

En zoals je wwet [weet] dan wor je hoe langer hoe gekker

Op eens sprak ans poëtich

Mijn Jantje mijn jantje Mijn Jantje

En Jan sprak wor je niet lekker Antje

Jawel sprak antje diep bewogen

Met van liefde rollende ogen

Maar ik denk om latere tijden

Als we eenmaal moeten scheiden

Scheiden sprak Jan benouwd

En we zijn nog niet getrouwd

Och nee sprak Ans dat is niet mijn bedoelen

Maar ik kan me soms zo angstig voelen

Als ik denk dat eens de tijd zal komen

Dat jij van mij wordt weg genomen

Of ik van jou michien

En wij elkaar nooit wederzien

En jij niet meer zult zeggen Mijn ansje mijn boesje

En de tranen rolde over haar bloesje

Toen sprak Jan vol Autoriteit

Maar kind in zo’n geval ben je elkaar niet altijd kwijd

De zielsverhuizingsleer beweert dat men op aarde weder keert

Maar in een ander gedaante in een ander form

Bijvoobeeld als leilie of als worm

Of als ezel of als Beer

En zo zie je elkander weer,

Antje veegde haar tranen en snoot haar neus

En zei gut Jan is het heus

Als het waar is wat je daar hebt gelezen

Zou ik een Boterbloempje willen wezen

Zoals daar in de weide staan

En verliefd keek Jan z’n Antje aan

En onder al die sermoenen

Gaf hij haar wel honder zoenen

En als jij dan in een boterbloempje bent herezen

Zou ik een koe willen wezen

En stond ik in de wei waar jij stond

Dan zocht ik net zolang tot ik je vond

En vond ik je dan boog ik mijn kop en uit pure liefde

vrat ik je op

Dan zat je in mijn maag mijn wijfje

En wel voor eeuwig want daar blijf je

Mis sprak Ans wat er gaat in de snuit komt er aan de andere

kant weer uit

En wat zou je dan wel zeggen

Als je me daar zo plat zag legen [leggen]

Wat ik dan zeggen [zou] sprak Jan wat ik dan zou zeggen

Het is toch besalemanderd

Goeie grutte mijn kind wat ben jij veranderd!