Het
werk van Harry Corvers (28)
De exlibrissen zijn ontstaan als
eigendomsbewijs van de boekenliefhebbers.
Zij lieten de exlibrissen naar eigen idee en
smaak ontwerpen; de grafici maakten er een kunstobjekt van.
Toen vooral na de tweede wereldoorlog het
exlibris als eigendomsbewijs uit de mode raakte, werd het meer
gezien als verzamelobject, los van het boek en van de
boekenbezitter.
Vooral voor de verzamelaars en de ontwerpers
bracht dit veranderingen mee: niet meer het boek cq de eigenaar
van het boek staat voortaan centraal, maar de
bezitter/verzamelaar van het exlibris als kunstobjekt en de
graficus als kunstenaar/maker van het kunstobject.
Vooral de kunstzinnige kwaliteit van het
produkt en de schoonheid van het afgebeelde onderwerp zijn
bepalend geworden voor de verzamelwaarde van het exlibris.
In onze moderne maatschappij heeft dit geleid
tot het ontstaan van een uitgebreide collectie van meer of
minder erotisch afbeeldingen, waarbij vooral de reeds bij de
klassieken bekende vrouwelijke schoonheid als onderwerp gekozen
wordt.
Hoewel er geen binding meer is met het boek
draagt het kunstobject nog steeds de naam Ex Libris, de maker
signeert nog steeds, doch als bezitter wordt de
verzamelaar/opdrachtgever vermeld.
Hierna volgen enkele voorbeelden van deze
nieuwe vorm van exlibrissen, zoals H Corvers die gemaakt heeft.
Allereerst een exlibris, dat hij in 1957
maakte voor het voor het Congres van Exlibris-liefhebbers te
Amsterdam. Het is een houtgravure en is door hem dubbel
gesigneerd, zowel met fg als met HC ( zijn nieuwe identiteit).
Het exlibris diende zowel als visitekaartje
voor zijn grafische vakkundigheid als voor ruilobject met andere
kunstenaars en verzamelaars.
Het tweede en derde exlibris moeten gezien
worden als een studie voor een mogelijke opdracht.
Het vierde exlibris is in 1978 als
schaaftekening gemaakt voor een verzamelaar Ir G Sprangers.
|