Het
cliché
Ik
wil er niet in vervallen
is
menigmaal de aanzet
juist
tot dat verval
men
perst een cumulatie
uit
de reeds gekloven leest
en
de gebarsten mal
en
alles wat men matig doet
doet
men dus teveel
en
meestal ongevraagd
en
’t ergste voor de oppositie
is
haar unieke vorm
noem
haar nooit afgezaagd
De
vernieuwing
Daar
je van oude delen
geen
nieuwe maken kunt
is
wat wij vernieuwing noemen
dan
ook een heikel punt
wij
denken te creëren
door
klank en voet en stijl
wat
gebracht wordt als verfijning
is
vaak de botte bijl
en
wat we moeten doen
is
verzinnen uit het niets
te
moeilijk voor een dichter
je
begint altijd met iets
toch
ken ik wel een mens
die
dit kan laten horen
ik
weet het, ik moet snel zijn
hij
is vandaag geboren
De
koning der dichters
Een
hele rij met namen
bij
deze vernissage
dit
roept om sabotage
maar
om dit te beramen
moet
ik me prepareren
de
tegenstanders leren
haver
tot aan gort
hun
oeuvres stil verslinden
en
met hun welbevinden
raad
eens wie koning wordt?
ik
kon de kroon al voelen
de
zege was te stoelen
op
mijn vroege vertrek
ik
kwam voordat de zon lacht
dat
had geen poeet bedacht
behalve
één, híj werd gekroond
al
was het bij verstek
en
ik? Gehoond.
Vroeg?
Ach gek!
Holst
kwam in de nacht
|