|
Martin Beversluis gedichten 2009
Nachtmens Ze
zeiden dat je een nachtmens bent dat
je demonen van buiten naar binnen
kunt laten komen tot
je uiteindelijk straalt in het
gelaat van de waanzin ze
zeiden dat je het kwaad kunt
africhten als een hond ze
zeiden dat de letters een weg
terug gevonden hebben naar
het alfabet en dat jij dus niet
meer nodig bent ze zeggen dat
je je doden moet begraven terwijl
ze nog leven ze zeggen dat
de dageraad over het huis jouwer
vaderen is gekomen dus dat
er voor jou geen plaats is
jij kunt het daglicht niet verdragen
ze dreggen je
wat drek op en gek ‘t
zit ‘m waarschijnlijk ergens
in de genen je
zegt je staat misplaatst in
een toekomst en of je nu
de mijne even mag lenen. LustwarandeOerhaas
angsthaas het
is de kop van een
raket gemaakt van
potten pannen en
een rotonde een plein
in het bos er is
een hemelsbreed bed
van drijvend beton
nu gaan we
de weg die de kinderen
lopen het
golvend water breekt
hun spiegeling hoedt
u voor de hond schuld
en zonde zijn
concepten die je
in het aardse houden een
wereld vol eenzaam schreeuwende
bakens zet
een spiegel in het bos zij
zullen zichzelf in de bomen
herkennen en dan nog
voelen ze zich zo
godverlaten alleen dat
het ook weer mooi wordt een
uitstulpende clitoris op heel
kleine pootjes loopt door het
bos in een veel te rode string vraag
het me nu want het heeft geen zin maar
dit nu is alle tijd en wij zijn nog
niet warmer dan de zon.
ZilverliefdeErgens
in het nergens wordt
het niets een iets gedroomde
vrijheid koperen
ploert het geraas
van oude stormen
het relaas van
de zilverliefde die
nooit meer zal ophouden
of het grote
feest van het
gouden shot zilverliefde
het heeft de
dag vergald hoe de
stilte soms een klank
heeft en als je heel
goed luistert hoor
je hoe nergens in
het ergens het niets
een iets wordt het
stigma van een
jonge huid en
dat je niet dood
wilt gaan zilverliefde
het houdt
nooit op vergalt
je dag het
graait kijk
niet uit sla
op slag door schiet
of steek zomaar
om je heen laten
we afspreken dat
ik jou in plaats van
een hand een klap
geef en jij slaat mij
even hard terug dat
we dat dan beschaving
noemen.
|