De boom in de voortuin wordt belaagd door koolmeesjes. Door het raam
ziet ze hoe een van hen vergeefs probeert de zaadjes uit het
voederbakje te pikken. Het heeft hard gevroren vannacht. Ze neemt
zich voor het vogelvoer los te hakken.
Straks.
De woonkamer voelt koud, ondanks haar wollen vest. De thermostaat
staat op ‘vertrekken’ en geeft achttien graden aan, normaal voor
een doordeweekse dag.
In de keuken zingt de fluitketel. Ze kiest voor kruidenthee. Brood,
boter, kaas en honing liggen nog op het aanrecht. Haar man en
kinderen hebben ontbeten en een lunchpakket klaargemaakt. Zelf heeft
ze geen trek. Met een kom thee nestelt ze zich op de bank. De lucht
is grijs en mistig. Bij de buren aan de overkant branden de lampjes
in de kerstboom. Zwakke stipjes licht in een wazige wereld. Ze kijkt
de woonkamer rond. In de tuin staat de spar, met kluit, te wachten
op het lege plekje in de hoek. Al dagen.
De kerstspullen zijn klaargezet op de overloop. Ze kan er zo mee
beginnen.
Straks.
Het wordt maar niet licht buiten. De kortste dag, de langste nacht.
Zielloze uren. Er zit sneeuw in de lucht. Ze rilt. Haar voeten
voelen klam. Misschien is het goed om te douchen. Boodschappen doen.
Die boom… Straks.
De telefoon. Op de display staat een onbekend nummer. Ze voelt het
toestel resoneren in haar handpalm totdat het gerinkel ophoudt.
Op tafel liggen de kerstkaarten. Rechts de groeiende stapel met
goede wensen die iedere dag door de brievenbus naar binnen
kletteren. Links de kaarten die zij nog schrijven moet. En
kerstzegels, met gratis agenda 2008. Een agenda om afspraken in te
noteren, gepland op twee velletjes per week. Je leven vastgelegd.
Optimaal je tijd benutten. Werktijd, vrije tijd. Kersttijd, tijd
met elkaar.
Haar agenda ligt al weken onaangeroerd. Ze weet het papier van de
laatste weken blanco wit. Herinnert zich de dag dat er iets in haar
knapte, waardoor ze niet verder kon. Haar lichaam weigerde. Alleen
het zoute vocht uit haar ogen raakt niet uitgeput.
Nu zitten er merels in de boom. Ze pikken driftig in de netjes met
vet. Ik kan het oude brood klein snijden, denkt ze. Het gekwetter
van de vogels groeit aan. Alsof ze dat een goed idee vinden. Ze
besluit naar de keuken te gaan. Straks.
De telefoon meldt zich weer. Ze strekt haar hand naar het toestel
uit, aarzelt.
Misschien helpt het om een lijst te maken met dingen die nog
gebeuren moeten. De gedachte montert haar op. Ze zoekt pen en
papier.
Boodschappenbriefje Kerstmis 2007
Buiten valt er natte sneeuw. De straat gaat grauwig glinsteren.
Auto’s gooien met hun banden grijs vuil omhoog in het licht van de
straatlantaarns. Er draait een sleutel in het slot van de voordeur.
De kamerdeur gaat open. Een schemerlamp wordt aangeknipt.
“Sliep je schat?” De stem klinkt zachtjes bij haar oor. Verschrikt
kijkt ze op. Pen en papier glijden van haar schoot.
Met een glimlach zet hij een kerstpakket op tafel.
“Met de beste wensen van de baas.” Hij streelt even haar wang.
“Ik heb het een beetje koud.” Ze wendt zich van hem af en loopt de
kamer uit. In het donker zoekt ze haar weg op de trap. Eenmaal boven
sluit ze de deur van haar slaapkamer.