Door
de Man heen Schemert de Jongen
in
de kamer hingen slingers
voor
het jongetje wiens
hoofd
voorzien was van
hagelwit
verband
jaren
later na een lange zomer
lagen
er glanzende eikels en
kastanjes
op tafel naast afgestreken
lucifers
en zag hij door het dikke
groene
glas van flessen weer de
dieren
met benen, staart en
nekken
van hout
in
de hoeken van de veranda
zijn
bladeren tot hoopjes
bijeen
gewaaid
de
muren en balken van dit oude huis
ademen
wind van jaren geleden
nog
steeds fietst de man met zijn
hoofd
licht voorovergebogen
ook
wanneer de wind
zachtjes
zijn rug streelt
weer
ruikt het naar haardvuur
wrijven
de scharnieren piepend
wanneer
de deuren van de
bedstee
open zwaaien
oude
geuren gedragen
door
vergeten winden
met
het aanzwellende gezang der
vogels
is de lucht pastelroze
om
open te scheuren in
geel
en fel wit licht
Through
the man filters the boy
streamers
hung in the room
for
the little boy whose
head
was adorned with
a
pearly white bandage
years
later after a long summer
shining
acorns and chestnuts
lay
there on the table next to struck
matches
and he saw again
through
the thick green glass of bottles
the
animals with legs, tails and
necks
of wood
in
the corners of the veranda
leaves
have been blown together
into
little piles
the
walls and beams of this old house
breathe
wind of years gone by
still
the man cycles with his
head
slightly bent down
even
when the wind
softly
strokes his back
again
there is the smell of hearth-fire
the
hinges rub squeakingly
when
the doors of the bedstead
swing
open
old
scents carried
by
forgotten winds
with
the swelling birdsong
the
air turns pastel red
to
tear open in
yellow
and blazing white light