Nieuwe
Tilburgsche Courant - vrijdag 27 december 1940
Uit de geschiedenis der
Tilburgsche kerkhoven
't Is wel
een zonderlinge titel, welke wij ditmaal kiezen voor een
kleine bijdrage over Tilburg's historie en toch lijkt het
ons wel dienstig om mededeeling te doen van een stuk, dat
wij voor eenige jaren in een particulier archief vonden; 't
is een verzoek door eenige Tilburgers in den jare 1798 aan
het Gemeentebestuur van Tilburg gedaan om buiten de stad,
althans ver van de bewoonde kom, een of meer nieuwe
kerkhoven aan te leggen. Zooals men weet, werden voorheen de
voorname personen, of zij die daarvoor het geld over hadden,
in de kerk te begraven. Ook in de kerk van 't Heike waren
voor het jaar 1828 verscheidene grafzerken, met jaartallen
tot het begin van 1500, maar de meeste afgestorvenen werden
rondom de kerk begraven.
Tilburg is
door geheel de geschiedenis het meest bevolkte dorp van
Brabant geweest; het inwonerstal liep in genoemd jaar dicht
naar de 9000, zoodat het kerkhof te klein schijnt geworden
te zijn en er toestanden kwamen zooals door de adressanten
geschetst. Of de toestand wel zoo erg was als werd
aangegeven betwijfelen wij; aanvragers overdrijven nu altijd
wel eens, maar dat een nieuw kerkhof noodig was dat gelooven
we wel. Het stuk leert nog iets anders; men heeft wel eens
getwijfeld of de oude weefschool werkelijk ook dorpsschool
is geweest, maar in dit stuk blijkt dit reeds ten volle,
trouwens deze school wordt reeds in de 15de eeuw genoemd. In
het stuk beluisteren wij ook, dat deze school zelfs bezocht
werd door leerlingen van buiten Tilburg. Het stuk is in dit
opzicht ook eene bijdrage tot de geschiedenis van het
onderwijs in Tilburg. Wij geven dan het stuk in de
oorspronkelijke spelling, zooals het aan het gemeentebestuur
werd ingediend, het luidt als volgt:
Aan de
municipaliteit (1) van Tilburg.
Geven kennis
ondergeteekenden, alle Burgers en Ingezetenen van voornoemde
gemeente.
Dat zij voor
eenige jaren gezien hebben, dat overal in het naburig
Brabant en Vlaanderen het zoo nadeelig als afzienlijk
gebruik om de dooden te midden onder de levendigen te
begraven, is afgeschaft geworden, gelijk dezelve dan ook
thans buiten de bewoonde plaatsen op daartoe meer geschikte
kerkhoven worden teraarde besteld; dat zij zich gevleid
hadden, dat zulk ook in deze landen en vooral in deeze
gemeente, daar het kerkhof op de begraafplaats der dooden
zoo kleijn en ongeschikt is, zou zijn gevolgd geworden.
Dat hoezeer
men hier en daar op nuttige veranderingen en betere
inrigtingen bedagt is, schijnt men dit over het hoofd te
zien, zoodat men in Tilburg nog dagelijks met de
onaangenaamste aandoeningen moet ontwaren, dat de lijken te
midden in het meest bewoonde gedeelte van het dorp worden
opeengestapeld, zoodanig dat de graven voor de deuren der
bewoonderen worden gemaakt en dat de menigte volks, die het
kerkhof uithoofde van deszelfs gelegentheijd dagelijks
moeten passeeren (2), gedurig treeden op menschenbeenderen,
bekkeneelen of stukken en brokken van doodskisten, ja dat
zij, die er bij avond overgaan gevaar loopen om in de graven
en kuijlen te loopen,
zooals zulks reeds verscheidene
malen gebeurd is (3).
Dat
bovendien een der dorpsschoolen mede op gemelde kerkhof
geplaatst zijnde de kinderen der ingezetenen of andere die
aldaar ter schoole komen, veelal zijn blootgesteld aan de
schadelijke, allerafschuwelijkste uitwaseming en stinkende
reuk der lijken, die daar vooral bij warm weder
natuurlijkerwijze moet plaats hebben.
Daar het nu
binnen deze gemeente aan een plaats nog gelegentheijd
ontbreekt om dit aller onaangenaamst en nadeeligst ongemak,
zonder eenige noemenswaardige kosten, te herstellen en uit
den weg te ruimen, zoo keeren de Requestranten zig tot U
lieden met instantelijk verzoek dat gij lieden gelieft zorg
te draagen dat het begraven der dooden op het tot nu toe
ingebruik zijnde kerkhof eerlang worde gestaakt en er in
plaats van het zelve een of meer geschikte begraafplaatsen,
welke afzonderlijk en afgelegen van de woningen der levenden
zijn, worden aangeweezen en gereedgemaakt.
't Welk
doende enz.
(volgen de
namen der requestranten)
Het zou nog
ruim 30 jaren duren alvorens het gemeentebestuur aan de
verlangens van de requestranten tegemoet kwam. Want pas in
1830 werd het eerste lijk op het kerkhof aan den
Bredascheweg ter aarde besteld. Dit kerkhof lag in 1830
tamelijk ver buiten de stad, doch ligt nu om zoo te zeggen
midden in de stad. Voor eenige jaren maakte men "Vredehof"
aan de Gilzer baan. Hoelang zal dit kerkhof nog buiten de
stad liggen? De nieuwe groote verkeersweg zal wel woningbouw
trekken. En dan…?
GERARD VAN
LEIJBORGH
1.
Municipaliteit is in den Franschen tijd: Gemeentebestuur.
2. Er liep
een weg over het kerkhof vanaf de Vrijdagsche Markt langs
het vroegere café van Broeckx langs de oude weefschool (voor
1800 nog dorpsschool) naar de Mgr. Zwijsenstraat.
3. Als de
requestranten niet overdreven, dan was 't nogal erg!!!