Nieuwe
Tilburgsche Courant - zaterdag 16 april 1927
Van 'n
sterfhuis
't Is
honderd en zestig jaar geleden, dus in 't jaar 1767, dat te
Tilburg overleed de heer Jan Schaepsmeerders, de tweede
echtgenoot van de Wed. Schaepsmeerders, voordien de Wed. van
Groenendael. In dit huwelijk waren tweeërlei kinderen, de
eersten zich noemende Van Groenendael, de anderen zich
noemende Schaepsmeerders. Toen Jan het tijdelijke met het
eeuwige verwisselde, kwam er dus voor de toeziende voogd
Hendrik Schaepsmeerders heel wat kijken. Jan Schaepsmeerders
was zg. handfabrikant, kaardde zelf de wol en deed zelf zijn
garens spinnen. De boedelscheiding bracht, vooral daar het
nu niet zoo florissant met de industrie ging, heel wat
hoofdbrekens aan den toezienden voogd. Wij zullen hem in die
zorgen maar niet volgen, doch er datgene aan ontlenen wat
ons een licht kan brengen om toestanden en gebruiken in dien
tijd te beschouwen.
Schaepsmeerders kocht zijne kaarden (schrobbelplanken zullen
wij ze maar voor 't gemak noemen) van den kaardenfabrikant
Corn. de Beer, die de volgende rekening inzond: "De Wed.
Schaepsmeerders die debet is aan mijn Cornelis de Beer van
kloppen van draad en kaarde en bij optrekking: geklopt 88
paar aan 1 stuiver en 2 duiten het paar, te samen f 5-10-0."
Voordat Jan
Schaepsmeerders gestorven was, had hij, zooals ook thans, de
hulp ingeroepen van den geneesheer. Dr. B. de Lauwere gaf
daarvan de volgende rekening:
- 18 Nov.
1766 een potje medicijn f 1-4-0.
- 27 Nov.
1766 een diergelijk potje f 1-2-0.
- 5 Dec.
1766 noch een diergelijk potje f 1-2-0.
- gedaan ses
visieten f 1-16-0.
Totaal f
5-4-0. Voldaen met f 5-2-0.
De rekening
van den dokter was correct in orde, de weduwe bleek zuinig
te zijn, gaf het ledige medicijnpotje terug, en de dokter
verminderde daarvoor de rekening met 2 stuivers. In onze
dagen nemen de doktoren het iets gemakkelijker op en
specificeeren hunne rekeningen niet zoo juist. Men kent de
term "Geneeskundige behandeling gedurende het jaar …." 6
Visieten voor f 1-16-0, dus 6 stuivers per keer lijkt ons
niet te duur.
Zooals het
ook in onze dagen wel gaat, men zoekt wel eens hulp en baat
bij een buitensteedschen dokter of specialiteit. Zoo was
voor 160 jaar de loop naar een geneesheer in Turnhout. Dr.
Van Talderen gaf daaromtrent de volgende rekening:
- 13 Aug.
1766 een pottie f 1-2-0.
- 13 Aug.
1766 pillekens f 0-6-0.
- 3 Sep.
1766 een pottie f 1-4-0.
Totaal f
2-12-0.
Ook een
apotheker Franscis Wouters verschafte nog hulp uit zijn
apotheek, doch "pillekens" noch "potties" hadden kunnen
baten. Rondom Nieuwjaar ging Jan den weg van alle vleesch.
Een aan zijn
rang en stand verplichte doodskist werd voor hem gemaakt en
daarvoor had de Wed. te betalen de som van 6 gulden en 10
stuivers.
Uit de
rekeningen zien we dat Jan nog wat belastingschuld had
achtergelaten en niet te vlug met betalen was geweest. We
vinden het volgende.
Verpondinge
en Beede:
1763 f
7-7-0. 1764 f 4-15-0.
1765 f 4-5-8. 1766 f 4-15-0.
Totaal f
21-2-8.
Verder nog
gemeentelasten:
1763 lasten
f 1-6-0. 1764 lasten f 1-10-0. 1765
lasten f 1-6-0.
Bovendien
waren er nog te betalen 4 sommaties (aanmaningen) aan 1
stuiver per sommatie.
De
begrafenisrekening luidde aldus:
- 8 dragers,
aan elleken drager 12 stuiver.
- 14 dagen
oppassen, waken, per nacht 6 stuiver.
- afleggen f
2-0-0.
- luijden en
begraven f 2-8-0.
Toen Jan
Schaepsmeerders aan de aarde was toevertrouwd geworden, had
na de droeve plechtigheid de familiebijeenkomst in het
sterfhuis plaats. We vinden daaromtrent de volgende
rekeningen:
- Van
Justinus Clijsen: Voor het sterfhuis 275 koeken f 2-1-0.
- Van
Michael van Liempt: Voor het sterfhuis 1.2 dem. witbier f
2-0-0.
- Door vrouw
van J. Welli geleverd aan sterken Traank f 3-1-14.
- Door A. v.
Spaendonk werd geleverd een pond thee aan 30 stuiver het
pond en een pond suiker aan 9 stuiver 't pond.
De
hoeveelheid brood en vleesch is niet juist te bepalen, doch
wij vonden de volgende prijzen voor het vleesch:
- een
kalfsschenk voor 7 stuiver.
- 11 pond
rundvleesch voor f 1-2-0.
- 5 pond
kalfsvleesch voor f 0-15-0.
- 8 pond
rundvleesch voor f 0-16-0.
Voor vleesch
eten was toen de tijd toch niet te duur; een prijs van 2
stuiver voor een pond rundvleesch lijkt ons niet te hoog.
Een pond
kaarsen voor het sterfhuis kwam op 5 stuivers het pond; een
pint olie 2 stuiver en 4 duiten.
1˝ pond
boter kwam aan den prijs van 6 stuivers, dus 4 stuivers per
pond.
Men had in
dien tijd nog de reizende kleermakers, die met de plank den
boer opgingen. Jacobus van Pelt, die den kleermaker
herbergde, gaf de volgende rekening:
- 8 dagen
kost aan den kleermaker gegeven f 1-12-0.
- voor 't
naaien van 2 voorschooien f 0-4-0.
- aan garen
en sijverschotten f 0-4-14.
- aan verf
om kousen te verven f 0-5-0.
- een paar
schoenen f 1-16-0.
- nog een
paar schoenen f 1-5-0.
Een der
zonen uit het eerste huwelijk, Peter van Groenendael,
studeerde bij een schoolmeester te Weelde (1). Deze
schoolmeester had natuurlijk ook nog iets te vorderen en
deed zijne rekening met het volgende briefje begeleiden. Zoo
men zien zal, blijven onderwijzers altijd in stijl.
Juffrouw Schaepsmeerders,
Met dese
schoone occasie en volgens U.E. versoeck soo kome ick aan
U.E. de rekening van U.E. sone Peter van Groenendael met den
brenger dezes toe te senden, die is in alles aghtien
maanden, maekt een jaer en een half, bedraeght in Brabantsch
geldt ter somme van vijf gulden en dan nog boeken. (Hier
volgt eene opsomming.)
Ik verblijve
hiermede met een vriendelijke groetenisse aan U.E. en U.E.,
neef monsieur Schaepsmeerders, Bode en geheele familie en
ben aen U.E. altemael een vrolijcke kermis wenschende,
Weelde 25 Augustus 1767, met grooten haest,
U.E. ootmoedigen vriend,
F.G. Bacxx,
schoolmeester.
Van meester
Seine te Tilburg kreeg de wed. later nog te betalen aan
schoolgeld voor 3 kinderen gedurende 3 maanden de som van f
0-15-4. Duur was ook toen het onderwijs niet.
De toeziende
voogd heeft zijn beheer accuraat gedaan.
GERARD VAN
LEYBORGH
1. Men ziet
hieruit hoe katholieken hunne zonen, zoo zij konden, over de
grens lieten studeeren.