CUBRA

INHOUD LAMBERT G. DE WIJS
HOME 
BRABANTS
TEKSTEN
AUTEURS

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - woensdag 12 september 1928

 

 

'n Brabantsch weversbinnenhuis uit de 17de eeuw

 

Aan 't eind van de 17de eeuw leefde te Geldrop een eerbaar echtpaar Willem van Stratum en Elisabeth van Zeelandt. Het was een gezin, dat zich speciaal op de fabricage van textielgoederen toelegde en daarnaast, zooals in dien tijd bijna elk gezin van eenige beteekenis, ook op den landbouw. Uit hunne nalatenschap kunnen wij een echt Brabantsch binnenhuisje reconstrueeren; het leert tevens, dat in Geldrop in de 17de eeuw de wolindustrie eerst flink beoefend werd. De staat van inventaris ziet er als volgt uit:

- Een wollenweefgetouw met 2 schietspoelen

- Een scheerraam met 2 spoelgetouwen en twee kroonstaken

- Een scheerdis met sijn toebehooren (droogscheerdersscharen)

- 14 dragten rouwkaerden, met de kruisen en twee enkele resteelen

- Een laekenraam lank vijf stijlen

- Een halve rouwbak

- Vier wollenweefkammen met de rieten en schaften

- Een blockkastje

- Een laeken kast

- Een walspoel

- Een beddekoets

- Een tieque bed, hebbende blauwe streepen met dito hoofdpeluwe en twee kussens alle met veeren gevuld

- Een oud tieque bed met een hoofdpeluwe en twee kussens gevuld met veeren

- Twee wollen deekens

- Vier paar slaeplaekens

- Drie paar kussesloopen

- Vier pelle tafellaekens

- Vier pelle servetten

- Ses tinne schotels

- Vier tinne tafelborden

- Twaalf tinne lepels

- Een tinne pispot met twee peperbussen, een mosterdpot en een soutvat

- Een groote met twee kleine tinne kommen

- Een tinne trekpot

- Twee bierpintjes met tinne deksels

- Een copere koeyketel met drie dito handketels

- Een copere theeketel met twee dito koffieketels

- Een copere beddepan

- Een brandijzer met een tang

- Een ijseren hael

- Een ijseren koekpan met een hangijzer

- Een ijseren pot met een dito ketel

- Tien stoelen soo biese als houtere

- Eenen kakstoel

- Een ronde opstaende taefel

- Een kist

- Een gootbank

- Een biese armstoel

- Een paar gordijne van groene saay

- Een schouwkleet

- Een ijsere met een blecke lamp

- Een tinne boomolylampke

- Een middelmatige spiegel

- Een copere strijckijser

- Een scherfbord met twee kuijpkens

- Een wieg met een houtere voet

- Ses dosijn perspapieren

- Vier tinne teljooren

- Een copere schuymspaen

- Een copere tregter

- 12 ijsere forcietten (vorken, van het Fransche fourchiette)

- Twee spinspoelen (spinnewielen) en twee haspels met een schrobbelbanck

 

Uit deze inventaris blijkt, dat Van Stratum de wol zelf spon of door zijne huisgenooten tot garen liet verspinnen, de stukken zelf weefde en de geweven goederen zelf appreteerde. Hij had de beschikking over ruwkaarden, had een raam in zijn hof staan waarop hij het laken droogde en spande; verder had hij een scheerdis met droogscheerdersscharen waarmede hij het laken schoor en tevens had hij eene persinrichting, waaronder het laken geperst werd. Uit den inventaris merken wij verder, dat Van Stratum niet de minst bedeelde uit Geldrop was.

 

Ongeveer denzelfden tijd woonde in de hoofdstraat te Geldrop, naast den heer van Geldrop, ten wiens behoeve huys en hof belast was met een grondchijns van 12 stuiver jaarlijks, een zekere Dirk Willemszoon van Dijk. Ook dit was een fabriqueur van eenige beteekenis. Wij willen een greep doen uit zijn inventaris:

- Een scheerdis

- Twee droogscheerdersscharen

- Vijf stuks scheerloten

- Een klophaspel

- Twee paar kaarten

- Twee persborden

- Een houtere waagboom en schaelen met eenig gewigt, daerbij behoorende ses oude manden

- Twee resteelen met omtrent 13 dragten rouwkaerden, doch zijnde niet voltallig

- Omtrent ses dosijnen perspapieren

- Een schrobbelbank met een spinspoel

- Een houtere wollenweefgetouw met spoelen

- Een onbereyd stuk laeken mulderscouleur, lank 23 ellen

- Twee lappen dito couleur, lank 9 ellen

- Twee quartieren bruyn laeken, te samen lank 43 ellen

- Een lap laeken bedorven wit, lank 15 ellen

- Een lap blauw laeken, lank 6 ellen

- Een lap laeken peycouleur, lank 6,5 ellen

- Een lap laeken caneelcouleur, lank 11 ellen

- Een quartier bruyn laeken, lank 23 ellen

- Verder een partij laeken te samen 149 ellen, van verscheijdene couleur. Aen welke laekenen, door malkanderen, bij deskundigen nagedane meeting en examinatie gewaardeerd zijn op 26 stuivers de el.

- Verder 19 pond gesponnen wollen garens

- Omtrent 180 pond soo geverfd als witte wolle, als voren gewaardeerd, door malkanderen op 10 stuyvers 't pond

- Nog voor omtrent 10 stuyvers lijstgaren

 

Behalve dat deze Van Dijk de goederen zelf vervaardigde, verkocht hij ook de producten van zijn arbeid aan de omgeving en op de markt. Zijn broeder Hendrik van Dijk woonde in het huis genaamd "De Ploeg", staande op den Heuvel te Geldrop. Naast fabriqueur was deze voor zijn tijd ook een tamelijk groot grondbezitter en bezat vele weiden en akkerland in de omgeving genaamd de Braakhuyzen.

 

Naast de wolindustrie werd te Geldrop in de 17de eeuw ook de linnenindustrie beoefend. Zoo vinden wij meermalen, naast de gewone inventaris, stukken vermeld als "Één linnenweefgetouw met syn toebehooren". Dit is echter van eenig vroegere datum.

Aanmerkelijk is het, dat bij de beschrijving der tinnen en koperen voorwerpen in dien tijd, steeds het gewicht van dit tinne of kopere voorwerp werd aangegeven.

 

Wij meenen hiermede iets te hebben bijgedragen tot de kennis van de geschiedenis der Brabantsche Textielnijverheid en aan een meermalen geuite wensch van onze Geldropsche lezers.

 

GERARD VAN LEYBORGH