Nieuwe
Tilburgsche Courant - zaterdag 29 september 1928
Rondom het
Gouden Jubileum der Tilburgsche Textielschool
Het is een
gewoon verschijnsel, dat, wanneer een jubileum gevierd wordt,
oude herinneringen wakker worden. Men spreekt er over en al
sprekende komen de lijnen der historie, die men reeds vervaagd
en vergeten achtte, duidelijker naar voren en teekenen donkerder
en scherper af tegen het heden. Zoo gaat het ook met de
leerlingen van den eersten avondcursus van de Tilburgsche
Textielschool, die op 7 Oct. a.s. haar 50-jarig jubileum zal
vieren.
Wij spraken
eerst van 6 leerlingen die de opening der school hebben
medegemaakt en nog in leven zijn; daarna konden wij er 7 noemen
en nu zijn ons 8 namen bekend. Het doet ons een genoegen, en om
meer dan één reden, dezen achtsten aan onze lezers te kunnen
voorstellen in den persoon van den heer H.C.H. van Roessel,
Zomerstraat. Op de eerste plaats omdat wij in den persoon van
den heer van Roessel eene marquante Tilburgsche persoonlijkheid
mogen begroeten; een echte Tilburger van den ouden stempel, lid
van eene oude Tilburgsche fabriqueursfamilie, die Tilburg om
Tilburg lief heeft; die Tilburg diende in den ouden
schutterstijd en zich daardoor den eerenaam van kapitein van
Roessel heeft eigen gemaakt. En trots zijne 76 jaren neemt hij
nog actief deel aan de hippische feesten en zagen wij hem nog
vóór eenige weken stram te paard het Heuvelplein oversteken. Op
de 2de plaats doet het ons een genoegen, omdat de heer van
Roessel, nadat wij van een gastvrij onthaal hadden genoten en
tevens van zijne verzameling paardenbeelden en antiquiteiten,
ons in de gelegenheid stelde het eerste theorieboek van de
school te zien en te bewonderen. Wij kunnen terecht zeggen
bewonderen, want wij kunnen veilig aannemen, dat, gedurende het
geheele bestaan der school, niet één boek zoo keurig netjes, ja
pijnlijk netjes verzorgd is geworden, althans naar rato van den
omvang van het eerste leermateriaal. Behalve een tot de laatste
bladzijde prachtig schrift, doet het boek aangenaam aan, door de
schitterend uitgevoerde teekeningen en de origineele vinding van
den heer van Roessel om het weefsel op het papier natuurgetrouw
na te bootsen. Het boek is na 50 jaren zeer goed bewaard
gebleven en verheugd waren wij, toen de heer van Roessel ons de
toezegging deed voor een plaats in het eventueel op te richten
museum. Als herinnering aan den eersten cursus onzer Tilburgsche
Textielschool zal dit voor het museum, als zeldzaam exemplaar,
een waardevol bezit vormen.
De leerstof in
dit eerste boek verwerkt, geeft een in meer opzichten historisch
tintje. Als leerboek voor een "weefschool" (want als zoodanig
werd de school opgericht) begint het met de bespreking der
"spinnerij". De eerste bladzijde luidt:
Haspel en
nummer der garens
Een groot
ongemak is het in de spinnerij, dat bij den haspel niet eene
gelijkheid bestaat, niet alleen in die van verschillende landen,
maar zelfs in die van eenen omtrek is de haspel verschillend.
Ook tusschen wol en kamgarens bestaat een onderscheid. In
Duitschland alleen zijn voor wollengarens 25 systemen.
De haspels die
het meest gebruikt worden zijn voor wollengarens:
1. de Pruisische
haspel
2. de
Cockerillsche haspel (1)
3. de Saxische
haspel
4. de
Oostenrijksche haspel
5. de Engelsche
haspel
6. de Fransche
haspel
sub. a. de
Sedansche haspel
sub. b. de
Elbeussche haspel
7. de
Hollandsche haspel
(Deze laatste is
echter beter genoemd de Brabantsche haspel. GvL)
Voor kamgarens:
1. de Duitsche
haspel
2. de Engelsche
haspel
3. de Fransche
haspel
Zoo gaat het
boek nog eenige bladzijden door over de praktijk van het spinnen
en noemt o.a. ook nog eenige historische data op. Zoo begon in
't jaar 1873 te Weenen het internationale congres om algemeene
regelen voor het nummeren van het garen vast te stellen. De
werkzaamheden van dit congres werden in 1875 in eene zitting te
Brussel en Turijn besloten. Alle landen namen toen het metrieke
stelsel aan... behalve Engeland... en ook Tilburg houdt tot
heden in onderdeelen nog aan de oude maat (de Brabantsche) vast.
Na deze
wetenswaardigheden gaat het boek over tot het kettingscheeren,
geeft daaromtrent wijze raadgevingen en gaat dan over tot de
bindingsleer. Eindelijk, na 96 bladzijden (het boek telt er 140)
gaat het boek over tot het bespreken van het weven. Het begint
ook hier met een brok geschiedenis en zegt aldus:
"Moeten groote
patronen geweven worden, waarin elke draad afzonderlijk werkt,
dan gebruikt men de 'Jacquard'-machine. Ze is aldus genoemd naar
den uitvinder Jean Marie Jacquard, geboren 7 Juli 1752 te Lyon
en aldaar overleden den 7 Aug. 1834. Hij vervaardigde de eerste
machine in 1805 en had met zijne uitvinding een zwaren kamp te
strijden, o.a. hielden de Lyonsche wevers de machine opzettelijk
defect om het goed te bederven en men ging zelfs zoo ver, dat
men machine en modellen op het plein Treveaux vernielde en
verbrandde, onder de juichkreten van het volk. Jacquard werd
aangeklaagd, doch vrijgesproken, nadat hij met eene nieuwe
machine in 't paleis St. Pierre in tegenwoordigheid van een
groot aantal toeschouwers een groot patroon geweven had. De
Lyonsche wevers gaven hem herstel van eer en de regeering
verleende hem in 1810 het Kruis van 't Legioen van Eer. Ten
tijde van zijnen dood werkten te Lyon 30.000 weefgetouwen met de
Jacquard en in 1840 werd voor hem een standbeeld opgericht."
Zoo doet het
boek den leerling in de hoogere regionen der historie verwijlen,
terwijl het hem op den volgenden regel plots in de nuchtere
practijk terugroept en zegt: "Bij eene machine van 200 haken
heeft men 4 rijen van 50 haken", enz. Het zou buiten het bestek
van dit artikel gaan, zoo wij nog verder op den inhoud van het
boek ingingen.
Uit het gesprek
met den heer van Roessel maakten wij nog verder kennis met zijne
liefde en bezorgdheid voor de Tilburgsche textielnijverheid en
het belang der Weefschool, waaraan hij zulke aangename
jeugdherinneringen heeft, want, om een boek op eene dergelijke
wijze te kunnen verzorgen moet men meer dan gewone liefde voor
de studie, meer dan gewone ambitie hebben voor het vak waaraan
men zich voorstelt te gaan wijden. Het kan dikwijls raar gaan in
de wereld, ook dit lid der eerste cursus is niet in de
textielnijverheid gebleven, doch "oude liefde roest niet", dat
is ook hier gebleken. Dat zal ook van alle oud-leerlingen
blijken wanneer op 7 Oct. a.s. de gouden jubeltoonen zullen
weerklinken.
GERARD VAN
LEYBORGH
P.S. Bij ons
bezoek konden wij ook nog bewonderen de ongeveer 200 jaar oude
Engel, het uithangbord van het voormalige hotel "Den Engel" uit
de Zomerstraat.
1. In de 17de en
18de eeuw kreeg Tilburg vele met de hand gesponnen garens uit
Cockerill.