Nieuwe
Tilburgsche Courant - woensdag 12 april 1933
Bij den
100sten Geboortedag van Henri van Groenendael 2 (slot)
De lust tot de
muziekkunst had Van Groenendael niet van vreemden, doch was wel
degelijk een familie-erfdeel. Hij was een zoon van Johannes
Norbertus van Groenendael, die in 1794 geboren werd. Deze werd
evenals zijn vader Norbertus horlogiemaker en wijdde zich met
volle ambitie aan de muziekkunst, speciaal voor het begeleiden
van den zang tijdens de gezongen H. Missen. In het archief van
het zangkoor van de parochie van 't Heike wordt Johannes
meermalen genoemd. Doch behalve van de muziek was Johannes ook
een groot voorstander van het dilettantentooneel. In onze
bijdragen tot de muziek- en tooneelgeschiedenis van onze stad
hebben wij meermalen den naam van Van Groenendael vernoemd en
met eere. Zoo zien wij Johannes in 't jaar 1817 als lid van het
dilettantentooneel, dat bestond uit: A.J. Wildanger, directeur;
C. Cools, secretaris; H.B. Beckers, Justinus Backx, Gerard
Mossou, A. van Opstal, H.P. Mark, F.E. van Opstal, Adr. Piek, J.
van Groenendael, J. Danon, D. Heijmans en H. Smulders.
Norbertus van
Groenendael was naast lid van het kerkkoor van 't Heike ook lid
van het orkest en van de harmonie, die reeds in de jaren 1790 in
Tilburg bestond. Van de harmonie die daarop volgde, was ook
Johannes van Groenendael lid. Wij vonden hem bij het
samenstellen van het gedenkboek der N. Kon. Harmonie, toen wij
hem vonden als trombonist van de voorloopster van de N. Kon.
Harmonie. Zoo vonden wij, dat in 't jaar 1820 door eenige
muziekvrienden eene harmonie werd opgericht. De leden waren A.G.
Woestenbergh fagot, Jan Backx trompet, Johan van Groenendael
trombone, Dingeman Emmen clarinet, Ant. van Opstal serpent, Th.
v. Opstal clarinet, Frans van Opstal ophicleïde, Jan van Bommel
fagot en Jansen Perle trompet.
De harmonie van
1795, waarbij Norbertus van Groenendael was aangesloten, zien
wij optreden bij de opening van de nieuwe tooneelzaal en bij het
volksfeest ter eere van de nieuwe vrijheid. De harmonie van
lateren datum waarvan Johannes lid was, zien wij bij de eerste
steenlegging van de Protestantsche kerk en bij de eerste
steenlegging van de nieuwe kerk van 't Heike in resp. 1822 en
1829.
Het verwondert
ons wel, dat wij Johannes niet zien bij de oprichting van de N.
Kon. Harmonie in 't jaar 1843, hoewel hij pas in 1846 overleden
is. Mogelijk was hij toen reeds ziek of gaf er den brui van om
nog eens aan eene nieuwe harmonie te beginnen. Zijn zoon Henri
was pas 10 jaren en dus nog te jong. Het zou echter niet lang
duren of Henri zou lid van de N. Kon. Harmonie worden en wel zoo
gauw als hij 'n instrument kon hanteeren. In 't jaar 1855, dus
op 22-jarige leeftijd, zien we hem reeds als altist (koper)
werkzaam. Ongetwijfeld zal hij reeds op 'n leeftijd van 13 à 14
jaren aspirantlid geworden zijn. Hij is meer dan 40 jaren lid
van de harmonie geweest en heeft daarin eene voorname rol
gespeeld, vooral ook op muziek-paedagogisch gebied.
In 't jaar 1867
werden in onze stad op instigatie van de heeren Nicolaas Daamen,
Bern. Pollet en Leo Swagemakers een zg. door de stad
gesubsidieerde muziekschool opgericht. Deze school was gevestigd
op de groote zaal van de school van Monsieur Borsten, hoek
Telegraafstraat-Heuvel. De heer Henri van Groenendael, als
specialist op het gebied van muziekonderwijs, werd als leeraar
aangesteld en vervulde deze post ruim 40 jaren, totdat de school
werd opgeheven. Omtrent de muziekscholen vinden wij in het
adresboek van 1895 van de stad Tilburg (1):
Gesubsidieerde
bijzondere muziekscholen.
Wijk Heuvel.
L.J.D.
Swagemakers, voorzitter.
N.P.J. Daamen,
secr.
H. van
Groenendael, directeur.
Wijk Goirke.
Directeur: J.L.
Kroes.
Wijk Korvel.
Directeur: J.
Mallens.
Wijk Heikant.
Directeur: G.
Schellekens.
Deze scholen
kunnen beschouwd worden als voorloopsters van de Vereeniging
Tilburgsche Muziekschool. Over deze scholen zou nog wel het een
en ander te zeggen zijn, doch dit ligt buiten het bestek van
deze beschouwing; alleen willen wij dit nog opmerken, dat zoo'n
school er anders uitzag dan onze hedendaagsche muziekscholen.
Zoo had bijv. de school op den Heuvel, onder leiding van den
heer van Groenendael, een uiterst kaal aspect. Een groote leege
zaal, een viertal houten lessenaars, geen stoel op den vloer,
slechts een enkele kaart aan den wand, ziedaar een teekening van
onze vroegere muziekschool, waar de directeur stond te doceeren
met in eene hand z'n stemvork en in de andere hand z'n
dirigeerstok.
Als artist was
de heer van Groenendael een zeer beweeglijk man, welke
beweeglijkheid zich bijv. uitte in z'n lust tot verhuizen; zoo
woonde hij op 18 verschillende plaatsen in de stad, zoodat zijne
talrijke leerlingen nog al eens van gang te veranderen hadden.
Hij was een man, die ongeëvenaarde liefde voor de muziek had en
dit ook zijne leerlingen wist in te prenten, soms op strenge
wijze, wanneer de zachte lijn of gemoedelijkheid geen indruk
maakte. Velen daarom denken dan ook nog steeds met genoegen aan
zijn onderwijs en bewaren aan hem een aangename herinnering en
dit zijn er ontelbaren. Tilburg is aan hem dan ook veel dank
verschuldigd voor de ontwikkeling van het muzikale leven. Tot op
hoogen ouderdom bleef de liefde voor de schoone kunst hem bij en
op 86-jarige leeftijd blind geworden zijnde, maakte een valsche
klank hem nog ietwat wrevelig. Verstoord richtte hij zich dan
tot z'n kleindochter, die de noot ietwat te hoog of te laag
intoneerde: "Als je zingen wilt, moet je 't goed doen, anders
maar liever niet."
Een zoon van den
heer van Groenendael, de heer Jos. van Groenendael, zet te
Steenwijk in Groningen de familietraditie voort. Deze is
directeur van verscheidene harmonieën uit die omgeving en
behaalde daarmede voor eenigen tijd zijn 35sten eersten prijs.
GERARD VAN
LEYBORGH
1. Samengesteld
door den heer Alph. Venmans z.g. Van Mevr. de Wed. Venmans
ontvingen wij verschillende oude adresboeken, jaargangen van
couranten, enz., waarvoor wij haar hier dank zeggen.
Naschrift:
Op de
vergadering van 17 Januari 1910 van de Tilburgsche Muziekschool,
waarin de totstandkoming van deze school werd vastgelegd, sprak
de voorzitter, de heer Frans Verbunt, o.a.: "Met 1 Januari 1907
nam de heer H. van Groenendael wegens hoogen leeftijd ontslag
als leeraar der bestaande, door de stad gesubsidieerde
muziekschool, waarmede die school was opgeheven. Het past nog
wel 'n woord van dank te brengen aan den heer H. van
Groenendael, die pl.m. 40 jaren zijn post als muziekonderwijzer
met zooveel tact en nauwgezetheid heeft vervuld."