Nieuwe
Tilburgsche Courant - zaterdag 5 december 1925
Klottermarkt
Zaterdagavond...
een prachtavond om een oud Tilburgsch gebruik weder in het volle
licht van warme en gezellige huiselijkheid te plaatsen en tevens
om dit gebruik in eere te houden. "Hedde wiste klottere" zegt de
eene buurvrouw tegen de andere, wanneer zij met pakken en pakjes
beladen elkander tegen komen. Dat zegt ook Piet tegen Jan of
omgekeerd, wanneer zij beiden glunderen van moeilijk ingehouden
voldoening en zij heimelijk denken aan de vele genoegens, die
vrouw en kinderen beleven zullen, wanneer de zoo lang verlangde
schatten hun eigendom zullen worden en juichend zullen
uitroepen: "Daankje Siendereklaos!" "Strooiavond" hooren we nu
een enkele maal: een nieuw woord in ons Tilburgsch woordenboek.
Neen, dan klinkt "Klotteraovend" toch heuscher, warmer en meer
geëigend aan ons Tilburgsch dialect, 't spreekt meer tot ons
Brabantsch hart, dat voldoening vindt in 't oude gebruik,
ongekunsteld en simpel.
Dagen lang reeds
is er "geklotterd", de winkels hebben reeds vóór weken
tentoongesteld al wat men maar wenschen kan en waarover men,
volgens de ten dienste staande geldmiddelen, kan beschikken. En
nu kan op de klottermarkt van heden Zaterdag nog het een en
ander aangevuld, een suikerbeestje of speelgoed gekocht worden.
Vooral voor 't volk heeft de klottermarkt nog zijn bekoring, en
't volk voelt veel voor oude gebruiken. Laat ons hen daarom
daarin steunen, want het volk, dat zijn oude gebruiken
liefheeft, heeft ook gevoel voor edele zaken.
En of de
klottermarkt van Tilburg oud is, of dit gebruik hier lang
bestaan heeft? Deze markt dateert uit de 12de, wellicht reeds
uit de 11de eeuw. De viering van het St. Nicolaasfeest is al
even oud. Volgens de annalen overleed de goede Sint in het jaar
1087. Reeds lange jaren vóór dien was hij als kindervriend
bekend en na zijn dood verbreidde zijne vereering zich over
verschillende landen van Europa en werd het gebruik om op 6
December de kinderen met geschenken te verrassen ingevoerd.
Winkels, waar
men deze geschenken kon koopen, zooals wij die nu kennen,
bestonden er niet, of nog hoogst sporadisch. Reizende kooplieden
of zoogenaamde marskramers kwamen van dorp tot dorp en van stad
tot stad om hunne waren aan den man te brengen. Deze reizende
kooplieden bezochten nu bij voorkeur plaatsen waar veel volk bij
elkaar kwam, zooals op de kerkmis (kermis) of jaarmarkten, de
St. Jansmarkt, St. Maartensmarkt en de Baafsmis (1) (La foir de
St. Bavon). Zoo dan kwamen die reizende kooplieden behalve op de
Tilburgsche kermis (2), op den avond van 5 December naar Tilburg
om hunne waren, die dan behalve uit genotmiddelen ook uit
rariteiten bestonden, aan den man te brengen. 't Was dan
eenigszins feest, men handelde en kocht en de jongelieden vonden
tevens gelegenheid om een paar uurtjes goede sier te maken. In
latere eeuwen kwamen wel de winkels waar men ook een en ander,
dat voor de kleinen dienstig was, kon koopen, doch de
klottermarkt is steeds in eere gebleven en blijft nog altijd de
groote volksmassa en niet het minst de jongelui trekken.
Men ziet dus de
klottermarkt is een eeuwenoud gebruik en daar oude gebruiken in
eere dienen te worden hersteld of bevorderd, zal elk rechtgeaard
Tilburger ook hedenavond het zijne er toe bijdragen om dit oud
gebruik te bevorderen. Nu moge het waar zijn, dat de kleinhandel
aan de markt, als zoodanig, niet zooveel belang meer heeft, even
waar echter en mogelijk nog meer waar is het, dat de
klottermarkt leven in de brouwerij brengt en nog een stuwkracht
is voor het welslagen der zaken, die zich dan speciaal op de
levering van St. Nicolaasgeschenken toeleggen. Ieder rechtgeaard
Tilburger bezoeke dan hedenavond de klottermarkt om een oud
gebruik te steunen en ga daarna het feest op gezellige wijze in
huiselijken kring vieren.
GERARD VAN
LEYBORGH
1. Vandaar onze
Tilburgsche uitdrukking "Baomus".
2. De
Tilburgsche kermis bestaat al evenlang en is ook een oud gebruik
waaraan men niet ongestraft tornen mag.