Nieuwe
Tilburgsche Courant - zaterdag 6 juni 1925
Iets over 't
Klokkenspel 1
Dank zij de
vrijgevigheid van de parochianen van St. Joseph, die bij het
jubileum van hunnen herder een groot en grootsch blijk van hulde
hebben willen geven, zal binnen eenige dagen eene nieuwe
bladzijde van de geschiedenis van Tilburg worden ingeluid. Niet
alleen eene nieuwe bladzijde, doch het zal een keerpunt zijn in
Tilburg's geschiedenis, een groote aanwinst voor Tilburg's
stadsschoon. Het bezit van een klokkenspel geeft steeds aan de
plaats iets idyllisch, iets caracteristieks. Rondom de toren,
waaruit de klanken het hemelruim in dwarrelen, hangt als van
zelf een waas van oudheid, doorweven van legenden en groote
daden onzer voorouders. Het klokkenspel zingt in zijne klanken
geschiedenis.
Hilvarenbeek
bezit een klokkenspel, waarvan M.A. Brandts Buys vóór 3 jaren
verklaarde, dat het al jaren achtereen 'n wijsje, en steeds
hetzelfde, trachtte te spelen, en toch het bezit daarvan, en
tevens van den grijzen toren, geeft aan het dorp een
eigenaardige bekoring. Gelukkig voor deze plaats heeft de
burgerij ingezien, dat het oude werktuig moet worden vernieuwd
en in eere worden hersteld. Hunne actie heeft tot gevolg, dat de
bekoring van dit mooie Brabantsche dorp in hooge mate zal worden
verhoogd en het bezoek van vreemdelingen, die van de landelijken
eenvoud en warme hartelijkheid willen genieten, zal worden
bevorderd.
Het bezit van
een klokkenspel zal ongetwijfeld voor Tilburg van weldadigen
invloed zijn op den kunstzin van de bevolking en een magische
kracht bezitten op den vreemdeling, die een reden te meer zal
hebben voor een bezoek aan onze stad, want Tilburg zal weldra
over geheel de wereld den naam hebben een goed carillon te
bezitten. En dat die laatste bewering niet denkbeeldig is,
bewijze wel het volgende: Dit jaar is te Mechelen uitgegeven het
programmaboek van de Beiaardconcerten (1) door den kunstzinnigen
en beroemden beiaardier Jef Denijn en zijne leerlingen. Dit boek
is verschenen in de Nederlandsche en Engelsche taal en wordt
gretig gekocht door touristen en minnaars van het beiaardspel,
die daarom speciaal Mechelen bezoeken om den beroemden beiaard
te hooren. In dit programma lezen wij o.m.:
De Beiaardschool
zal in 1925 hare leerlingen laten spelen:
1e. op drie
Donderdagen, den 18den Juni, 9 Juli en 3 September te Antwerpen,
op uitnoodiging van het stadsbestuur aldaar;
2e. Zondag den 7
Juni en Zondag 19 Juli te Steenockerzeel;
3e. Zondag 10
Mei te Thienen;
4e. Zondag 9
Augustus te Mechelen - examenbespelingen - uitvoering o.a. van
het Andante Cantabile van Jef Denijn, proefstuk in den
eere-wedstrijd van den beiaardprijskamp gehouden te Mechelen in
1910;
5e. Zondag 27
September om 12 uur te Mechelen na de algemeene vergadering van
de Beiaardvereeniging;
6e. Zaterdag 21
November op den vooravond van St. Caecilia, feestdag voor de
muzikanten, te Mechelen;
7e. Zaterdag 26
December te Mechelen, Kerstliederen;
8e. te Tilburg,
Nederland, bij de inwijding van den nieuwen beiaard van de Sint
Josephkerk op een nader te bepalen datum.
En verder lezen
wij op eene andere bladzijde: Nederland zal in 1925 twee nieuwe
beiaarden hooren, een in den St. Janstoren te 's-Bosch (2), 45
klokken waarvan 41 gegoten door Gillet en Johnson, uit Croydon
Engeland, en een in de St. Josephkerk te Tilburg, 35 klokken uit
dezelfde gieterij. Nadat het programma spreekt over 25 nieuwe of
te verbeteren beiaarden in België, Engeland, Frankrijk,
Nederland, Ver. Staten en Canada - in welk werelddeel de beiaard
pas de laatste jaren zijn intrede heeft gedaan - wordt
medegedeeld, dat de nieuwe beiaarden in Nederland, Engeland,
Ver. Staten en Canada worden toegerust met klavier en
verbindingen naar Mechelsch model.
Het behoeft
verder geen betoog dat Tilburg weldra op het gebied van
beiaardspel naam zal hebben, en dit zal blijven houden wanneer
aan deze materie door het aanstellen van een geoefenden
beiaardier - carillonneur - en het doen geven van concerten door
bekende meesters, volle aandacht zal worden besteed. Het zou bv.
reeds een prachtprogrammapunt zijn, zoo het voorbeeld van
Mechelen zou worden gevolgd om jaarlijks het Caeciliafeest, dat
voor muzikaal Tilburg zoo vol bekoring is, met beiaardspel in te
luiden. De schoone traditie van het vieren van het Caeciliafeest
zou daardoor in hooge mate worden versterkt. De zingende toren
van Tilburg's centrum zou op magnifieke wijze tot feestviering
gaan oproepen. Bovendien zou een jaarlijksche prijskamp waaraan
beiaardiers uit Frankrijk, België, Engeland en Holland zouden
deelnemen, de overweging waard zijn. Dat alle bovengenoemde
landen het mechanisme bestelden volgens Mechelsch systeem, dat
door den meester Jef Denijn ruim 35 jaar lang werd verbeterd en
vervolmaakt, is voor Tilburg wel voldoende waarborg, dat het het
beste op dit gebied heeft verkregen.
Toen wij ons op
30 Mei jl. bij den Mechelschen beiaardier, Jef Denijn, ter
kennismaking aanmeldden, werden wij met de meest mogelijke
welwillendheid ontvangen. Van stroeve kennismaking geen sprake,
aanstonds waren wij in een loopend gesprek gewikkeld, een
onderhoud waarin wij kennismaakten, naast zijne groote
artistieke gaven, ook met zijn voortreffelijke eigenschappen als
mensch. Met jeugdig vuur sprak hij over de geheimen van het
mechanisme van den beiaard, en van de voorwaarden die aan
uitmuntend spel worden gesteld, en ook over die zaken, die aan
een grootere beoefening van het edele spel ten goede kunnen
komen. De liefde voor den beiaard, die hij reeds een
menschenleven diende, sprak uit al zijne betoogen en het deed
hem zichtbaar goed, dat ook in Tilburg voor het spel 'n groote
belangstelling bestaat. In den loop van het onderhoud deelde hij
mede dat hij op 12 Juni a.s. te Tilburg zijn zal om te zien of
alles in orde is, en wij lazen in zijne woorden dat, zoo hij het
"fiat" geeft, de parochie St. Joseph en met haar geheel Tilburg
zich in het bezit van een degelijk instrument mag weten. Het zal
daarom een genot voor ons zijn, en wij mogen er trotsch op zijn,
aanstonds den grooten meester in ons midden te hebben en zijn
spel te hooren.
Dr. J. Casparie,
voorzitter van de Mij. voor Toonkunst te 's-Bosch, schrijft over
een uitvoering te Mechelen in het vorige jaar als volgt: "Wat
ging er een heerlijke wijding uit van dit alles! Die schoone
zachte zomeravond, die stilte, die aandachtige, ingetogen
luisteraars, menschen van allerlei soort leeftijd en stand, en
boven dat alles dat meesterlijke spel van Denijn. Want nu hij
zijn programma had afgespeeld, gaf hij nog een vrije
improvisatie, waarin hij alles ten toon spreidde wat
kunstzinnigheid, fijne smaak en techniek maar geven konden. Nu
liet hij zijn trillers en trémolando's rollen, zijn passages
licht en vroolijk dartelen, zijn bastonen bescheiden en
duidelijk met volkomen beheersching in kracht en wisselende
dynamiek spreken, of in melodie naar voren treden. Zoo iets
vergeet men niet meer als men het eenmaal gehoord heeft."
In een
beschouwing over zijn spel te Arnhem in Augustus verleden jaar
lezen wij: "Jef Denijn op den toren! En hoe heeft hij weer
gespeeld? Met jeugdige frischheid en een Vlaamsche leutigheid
die hart en oor verkwikken. Wie beheerscht als hij zijn
instrument in fijne en sterke nuanceeringen? Wie weet zoo de
statige basgangen in regelmatigen loop af te wegen tegen de
lustig tintelende bovenstemmen?" In Engelsche en Fransche bladen
lezen wij critieken al evenzeer vol waardering over de
kunstzinnigheid en piëteit waarmede hij zijne concerten in
diverse landen gegeven heeft.
Toen ons
onderhoud geëindigd was, gaf de heer Denijn ons de gelegenheid
om den beroemden beiaard op den toren van de St. Rombouts kerk,
de Cathedraal, in oogenschouw te nemen. Wat grootsche
inrichting, hoe blijkt uit alles dat hier de meester regeert en
't oog houdt op de goede instandhouding van het in alle
opzichten verheven instrument. Een kleine beschrijving van den
beiaard, die voor de schoonste van de wereld geldt, moge hier
niet achterwege blijven.
De grootste
klok, Salvator genaamd, weegt bijna 9.000 kg en werd in 1844
gegoten. De 2de, Karel, weegt 6.000 kg en werd gegoten in het
jaar 1696. Verder zijn er Rombout, weg. 4.235 kg, gegoten in
1861; Maria, weg. 3.000 kg, gegoten in 1498; Magdalena, weg.
2.145 kg, gegoten in 1697 en Jan, ook Liberitas genaamd, weg.
1.850 kg en gegoten in 1766. De oudste klok is genaamd Jezus en
werd gegoten door Waghevens te Mechelen in het jaar 1480, dus
pl.m. 550 jaar oud. Het geheele carillon bestaat uit 45 klokken
waarvan 27 gegoten door Petrus Hemony te Amsterdam in het jaar
1674 en wegende te samen 36.000 kg aan brons.
Opmerkenswaardig
vooral is het feit, dat men nog door zulk een gemengde
samenstelling van de producten van verschillende klokkengieters,
zulk een harmonieus geheel heeft kunnen samenstellen. Doch
daarvoor waren de meesters, die den Mechelschen beiaard zouden
bedienen, met zorg gekozen. Vanaf het jaar 1557, toen de eerste
beiaardier bij het aanbrengen van het klavier werd aangesteld,
werd deze post waargenomen door:
C. Rimbout
1557-1560, Jan Strijbosch 1570-1572, J. de Kyere 1580-1585, Le
Forge, August van St. Obert en Adriaan le Pris met
tusschenpoozen van af 1588-1605, Gery le Forge 1605-1617, Van
Munten 1617, Gielis Sterk 1617, Ursmar Thison 1617-1625, Jacob
du Buze 1625. Men ziet dat in deze jaren nog al eens beiaardiers
noodig waren. Men leefde in 'n bloeitijdperk. Alleen in de
Nederlanden steeg het aantal "zingende torens" van 26 tot 62.
Mogelijk ondervond Mechelen de gevolgen van dezen bloei en
kwamen er beiaardiers te kort.
Louis Gleise
1625-1637, Elooi Bonnejonne 1637-1689. Deze beiaardier deed de
huidige beiaard bij de beroemde Amsterdamsche klokkengieters
bestellen. Verder vinden wij genoemd: Jan Bonnejonne 1686-1700,
Jan Jacobs 1700-1713, Antoon Colfs 1713-1729, Jan Colfs
1729-1771, C. Streitner 1771-1772, Jan Baptist Kieckens
1772-1788, Geraard Haverhals 1788-1841, Louis Wittman 1841-1849,
Adolf Denijn 1851-1887, Jef Denijn 1887. Opmerkenswaard zijn de
karakteristieke Brabantsche namen tusschen al die meesters der
beiaardkunst.
Ter gelegenheid
van Denijn's 25-jarig beiaardierschap in 1912 en 35-jarig
beiaardierschap in 1922 werden den jubilaris nieuwe klokken
geschonken met opdracht er de beeltenis van den meester in te
gieten. Het laatste feest werd herdacht met volksfeesten, een
beiaardtentoonstelling en een 4-daagsch congres. Een dergelijk
congres wordt dit jaar in de maand Augustus te 's-Bosch
gehouden.
(Wordt vervolgd)
GERARD VAN
LEYBORGH
1. Een nadere
uiteenzetting omtrent het klokkenspel, carillon en beiaard volgt
in den loop van dit overzicht.
2. Het oude
speelwerk werd in 1914 stilgezet.