Ze
is niet op haar gemak, meer nog, ze weet
het. Ze steekt nog maar een sigaret op
en negeert de pijn in haar keel bij de
eerste trek. De ober komt langs, de wijn
klotst in het glas als hij het voor haar
neerzet. Tussen de twee volle asbakken
vormt zich een natte plek op het
tafelkleed dat ze met een bierviltje
bedekt. Eigenlijk zijn er teveel
spiegels in dit café, ze confronteren
haar en ook hier is ze zich van bewust.
Het is haar vierde glas en ze drinkt
langzamer dan voorheen. ‘Net was ik
nog geil’, bedenkt ze zich,’op een
ranzige manier, zo’n stemming die veel
weg heeft van gisterenavond; zwoel, geil
en ongericht. Hoe heette hij eigenlijk
ook weer? Oh ja, Arnoud. Wat een
vreselijke naam, maar ook, wat een
geweldig lichaam’, even krijgt ze weer
dat gelukzalige gevoel maar het duurt
niet lang of ze zakt weer terug in haar
apathie.’Zo anders als Peter met zijn
schuchtere manieren en magere knoken…….
Peter.. Peter …Peter’, ze herhaalt
zijn naam in gedachten, hopend op een
eenduidig gevoel, een walging of een
verliefdheid, het is haar bijna om het
even. Voor nu walgt ze alleen maar van
zichzelf en houdt ze de deur nauwlettend
in de gaten om te zien of Jelleke al
komt.
Jelleke
komt en laat haar doorweekte jas over de
stoelleuning glijden. Haar felrode
krulhaar glinstert van de regendruppels
en maakt Ingrids wangen nat als ze
elkaar gedag zoenen. Ze bestellen
allebei een Irish Coffee en Ingrid kijkt
haar hartsvriendin in de groene ogen en
heeft van de weeromstuit ineens meer zin
om te praten over Jellekes nieuwe
haarkleur dan over gedane zaken die geen
keer meer nemen. "En wat, wat is nu
zo dramatisch, mevrouw
Schoorsteen?", vraagt Jelleke met
enig cynisme richting de volle asbakken.
Haar
hartsvriendin kijkt met een zeker gevoel
voor drama naar de met een topaas
bezette ring aan haar linkerhand.
"Ik
ben vreemd geweest".
"Je
bent wat!?".
"Ik
zeg: ik ben v-r-e-e-m-d geweest".
Ze kijkt in Jellekes duidelijk geschokte
gezicht en voelt zich toch opgelucht,
ondanks de misselijkheid waarvan ze niet
weet of het door het woordje ‘vreemd’
komt of door de (alweer opgestoken )
sigaret.
"Jezus…".
"hm..".
"Ingrid…
wat is er gebeurt?", vraagt Jelleke
met zachte stem. Ze legt een hand op die
van Ingrid bij wie spontaan zwarte
mascaratranen beginnen te stromen.
"Ik
wilde het echt, Jel.. ik wilde het zo
graag, zeg me dat ik geen trut ben, ik
ben geen bitch, toch?". Ze praat
met uithalen, snakt naar adem veegt haar
tranen af met de mouw van haar trui.
"Je weet wel, hè, van Peter toen…
met dat kutwijf uit Slettegat of
Hoerenbroek of hoe het daar ook mag
heten, dat heb ik je toch verteld,
niet?". Jelleke laat haar hand los
en legt haar hoofd op tafel om Ingrid in
de ogen te kunnen zien.
"Hóeren-broek?", vraagt ze
met nadruk op het eerste woord. Ze
beginnen allebei te lachen. Dan haalt
Ingrid diep adem en verteld dat ze
Arnoud in de ‘Brisant’ heeft
ontmoet, gisterenavond laat. Ze raakten
in gesprek en hij was groot en warm, zij
voelde zich klein en koud en toen de
kroeg sloot heeft hij haar thuis
gebracht en zij vroeg hem binnen.
Hij
pakt mijn hand, ik voel geilheid in zijn
vingers. In de hal drukt hij me tegen de
muur en zonder omhaal haakt hij z’n
vinger achter het bovenste knoopje van
mijn bloes en trekt in één beweging de
knopen los en eraf. Ik sidder als in een
kasteelroman en prijs me gelukkig dat ik
dronken ben. Als ik nuchter was geweest,
was ik bang geworden en had ik nooit
weerstand kunnen bieden aan mijn preutse
reflexen. Zijn linkerhand schuift de
beha-bandjes van mijn schouder terwijl
ik over zijn kruis aai. De bolling van
zijn geslacht wind me op, ik wil hem in
me hebben. Hij zuigt zachtjes op mijn
tepel. Onder mijn rok heeft hij mijn
lippen gevonden en duwt ze voorzichtig
van elkaar. Ik duw zijn hand weg. We
gaan naar boven, ik doe mijn slipje uit
en hij is stil, zo stil als mijn
geweten, vult me warm en stevig. De kat
valt van het bed als Arnoud het tempo
opvoert. Hij komt eerst, ik vlak erna.
We hijgen, ik zweef een beetje.
"Affijn,
hij heeft nog ontbeten, want ik zag de
kruimels op tafel maar ik heb hem niet
eens horen weggaan". Ingrid laat
haar kin op haar vuist rusten en staart
langs Jelleke heen.
"Geen
lief briefje?".
"Niks,
nada...".
"Enne..".Jelleke
wijst met haar wijsvinger naar haar
kruis en trekt haar wenkbrauwen op.
Ingrid
lacht."Dat zat wel goed, het is dus
waar wat ze wel eens van grote voeten
zeggen!"
"Ah,
grote voeten ook..."
"Nou
ja, hij is dan ook bijna twee meter
lang". Ze giechelen als Ingrid haar
twee wijsvingers op tafel legt met een
flinke ruimte ertussen en haar
wenkbrauwen laat dansen.
Jelleke
slurpt haar glas leeg en haalt haar
portemonnaie te voorschijn. Ze speelt
wat met de rafelige buitenkant en wenkt
een ober. "Meid, je moet effe op
adem komen, blijf een paar dagen bij
mij, ja?Gewoon lekker op de bank,
chocolade erbij, lekker wijntje....Als
je nou in je eentje gaat zitten sobben,
ga je van alles in je hoofd halen...je
hebt iemand nodig".Ze rekent af en
staat op."Ik ben er voor je, weet
je wel? Alles komt goed, ik weet dat je
er nu niet zo over denkt maar het is
echt zo.Kom op, we gaan, praten we
straks verder". Resoluut trekt ze
haar jas aan en pakt Ingrid’s hand.
Ingrid glimlacht flauwtjes en geeft toe
aan de zachte drang. Ze zou willen dat
het andersom was, dat ze dit voor Jel
kon doen. Ze zou het waarschijnlijk
zelfs leuk gevonden hebben....
"Dus
we zijn vanavond saampjes?", vraagt
ze met een geforceerde pruillip.
Jelleke
schudt van ja.
"En
woensdagavond?"
"Dan
moet ik werken maar ik beloof je dat ik
er de hele middag ben, kom, stap
in". Jelleke houdt de deur van haar
Renault open en geeft Ingrid een aai
over de bol.
In
de brief stond woensdagavond. acht uur.
Centraal station. Ze zou er zijn.