Het is een echte herfstochtend. Kleurrijk, kruidig en
kil. Ik rits mijn jack nog iets hoger dicht en bewonder
ondertussen al die kanten kunstwerkjes tussen de
struiken. Spinnentijd. Zachtjes begint het in mijn hoofd
te zingen: Dit is
de spin Sebastiaan … Annie M.G. Schmidt en
haar spin die zo worstelt met zijn drang. De
onbedwingbare drang tot het weven van een web.
Ik ken het, die onstuitbare drang. Bij mij gaat het om
schrijven. Ik kan het gewoon niet laten. Al zegt mijn
verstand dat ik andere prioriteiten heb en alleen maar
in de problemen kom: de impuls is te sterk, het idee
moet worden uitgewerkt. Bijna in trance worden beelden
omgezet in woorden en woorden tot zinnen geregen om mijn
web mee te weven.
Soms worden het ragfijne beheerste lijntjes in subtiele
bewoordingen, dan weer dikke strakke kleefdraden met een
moraal. Of een heftig schots-en-scheefje, gedreven door
pure passie. Zo gevarieerd als mijn leven, zo wisselend
als mijn stemmingen.
En wat als het weefwerk klaar is? Net als Sebastiaan
trek ik me terug en wacht af. Kan ik de lezer in het web
lokken, gevangen houden met mijn woorden, meenemen naar
hetgeen mij aan het weven heeft gezet? Is het gelukt om
te amuseren, ontroeren, aan te zetten tot reflectie of
relativering. Om te raken en de aandacht vast te houden?
Dit is de spin Sebastiaan, het is niet goed met hem
gegaan!, scandeert
Annie nu hoogst persoonlijk met haar kraakstem in mijn
hoofd. Dat voorspelt niet veel goeds voor diegene die
toegeeft aan zijn drang. De spin die zich niet 'in kan
tomen' wordt met web en al opgeveegd. Vermoord. Triest.
Alhoewel, het hing toch maar mooi in een hoek van de
huiskamer, dat kunstwerk van Sebastiaan.
Ik ken zijn drang, het gevaar en zijn triomf. Al waar
het om gaat is dat het resultaat even blijft hangen.