Waarom zijn de
meeste mensen ervan overtuigd dat onze
soort het hoogtepunt van de schepping is?
Terwijl ik 's
avonds mijn longen uit mijn lijf sta te blèren om
onze zonen van 12, 14 en 16 respectievelijk veel te
laat, te laat en hopelijk nog op tijd hun bed in
te krijgen denk ik met afgunst en bewondering aan de
zwaluwen op ons vakantieadres in Tsjechië. Hun
nestje zat onder de dakrand geplakt boven de
deur naar het terras. Het stoepje was bedekt met
uitwerpselen en het naar buiten gaan bleek elke keer weer
een risico, maar dat hadden we graag over voor het prille
geluk van deze vogelfamilie.
Pa, ma, 3
kleintjes. Ze woonden in een bolvorm van klei,
zorgvuldig door moeder gemetseld met door vader
aangevlogen modder. De opening aan de bovenkant was zo
klein dat je alleen de snaveltjes of de poepgaatjes kon
zien, al naar gelang er gegeten of gescheten moest worden.
Op vaste tijden kwamen pa en ma als kamikazepiloten
aanscheren met insecten om deze in vliegende vaart in de
opengesperde snaveltjes te laten vallen.
Elke avond
sloeg ik geheel onthaast en onder het genot van
een glas wijn ontroerd dit tafereeltje van
zorgzaamheid gade. Terwijl pa en ma af en aan
vlogen was het een enorm gekwetter in het nest.
Als mijn jongen aan tafel zo om hun eten zouden
schreeuwen, zou ik overspannen de keuken uitrennen,
bedacht ik met bewondering voor het ouderpaar. Maar het
meest treffende staaltje van superieur ouderschap moest
nog komen. Genoeg is genoeg, moeten pa en ma
gelijktijdig bedacht hebben. Met dezelfde kamikazevlucht
doken ze vlak na elkaar het nest in en vanaf dat moment
was het totale rust. Ruhe, silence, silencio: geen piep
meer. Respect!
"Mam, kom
je welterusten zeggen?". Ik ben weer terug in Den
Bosch en mijn jongen piepen om het laatste beetje aandacht
voor vandaag. Drie keer een aai over de bol en de vijf,
bij de jongste zo onopvallend mogelijk een kus op het
koppie. En dan nu lekker slapen. Ten-minste ... dat hoop
ik.