Aflevering III:
U mag het zeggen
Deze aflevering werd door Ingrid van den Bergh
voorgedragen tijdens een voorleesmiddag van Schrijvers Café Oosterhout,
op 24 februari j.l.
De tekst werd door haar als act gepresenteerd,
met gebruikmaking van de typische lichaamstaal die wij kennen van onze
weerman.
Plaats van handeling: Café De Beurs (voor deze
middag Schrijvers Café), Klappeijstraat 4, Oosterhout.
Zie
http://schrijverscafe.hyves.nl/.
maandag
Ik hoop dat u vandaag goed naar de zon hebt
gekeken want die krijgen we de komende tijd niet meer te zien. En dat komt
door deze storing hier. Die gaat gepaard met regen en die gaat gepaard met
wind, maar die kaart heb ik niet voor u. Wel heb ik voor u een
stilstaande foto, maar als ik op het knopje druk begint alles te bewegen.
Dit hier schoof heel langzaam naar het oosten,
dus zat u een hele tijd met uw hoofd in de wolken. Maar het blijft een
storing en daar had wel eens een fikse windkracht vier uit kunnen
ontwikkelen. Maar helaas moet ik u bekennen: het gebeurde niet.
Wat wel gebeurde: het werd nat. Kijk, dit is de
regen van vanmiddag. Daar lijkt hier een achterkant aan te zitten. Maar
voordat deze regen voorbij is zijn we een kleine, misschien zelfs een grote
vierentwintig uur verder.
Aan het eind van morgenmiddag, en dat is echt
aan het eind van de middag, klaart het wat op. Maar niet veel.
En de temperatuur: nou, kijkt u zelf maar, u mag
het zeggen.
dinsdag
Het klaarde op, maar die opklaring was er een
van het mindere soort. En wat we gisteren hadden - nog geen windkracht vier
- nou dat was peanuts mensen. Windkracht vijf, zes, zeven en op een enkele
plaats zelfs windkracht acht, dat is wat we vandáág hebben gezien. En met
die storm gaat het nog steeds goed; hij raast gewoon door.
Als die morgenmiddag aan zijn eind komt dan gaat
de wind ietsje afzwakken. Maar gelooft u mij, het is maar een heel klein
ietsje.
En dan de temperatuur: negen graden, misschien
tien, en dat voor februari.
U ziet het, het blijft eindeloos zacht.
woensdag
Het wás zacht en dat is het al een paar dagen.
Eigenlijk te zacht voor de tijd van het jaar. Het duurt nu al een week
ongeveer, een dag of vijf en dat blijft voorlopig zo.
En wat moet een weerman daar verder nog van
zeggen. Je kunt niet zeggen het vriest dat het kraakt als het zo zacht is.
Berenzacht gewoon, dat is het wat u voelt als u buiten komt. Binnen is dat
niet te merken, maar dat hoef ik u niet uit te leggen.
Zacht dus, meer heb ik niet voor u in de
aanbieding. En hoelang zo’n zachte periode doorgaans duurt? Ik wéét het
niet. In de statistieken is het ook niet te vinden en voorspellingen, nee…
daar waag ik mij niet aan.
donderdag
Het was de hele dag nevelig. Dat kon ik u
gisteren nog niet laten zien dus doe ik het vandaag. Alleen de kop van Jut…
de kop van Jutland kwam er bovenuit. Maar dat grauwe, dat grijze, daar komt
een eind aan. De zon gaat er heel geleidelijk doorheen breken en daar
krijgen we vannacht al mee te maken, al zullen we van de zon dan niets te
zien krijgen.
Morgen wordt het nog niet van dat denderende
weer maar… het blijft zacht.
vrijdag
We hadden een aantal dagen flinke hoge
temperaturen. Dat zijn zomerse taferelen, mensen.
De afgelopen dagen heb ik daar al behoorlijk
over uitgeweid dus dat doe ik nu niet meer. Vandaag verkoop ik u heel andere
koek, want het is afgelopen. In het weer is alles tijdelijk, da’s altijd zo
dus nu ook.
U ziet het al aan de weerkaart van vandaag.
Vanuit het oosten komt er een groot mistgebied onze kant op en nu verwacht u
dat ik ga zeggen dat lost wel op maar nee, mensen, dat lost niet op.
En de temperatuur, nou die keldert naar beneden.
Koeler dus, dat mag duidelijk zijn.
Hoeveel koeler??? (handpalmen omhoog met
frons)
zaterdag
Het weer van vandaag, nou dat hebt u allemaal
zelf kunnen zien, daar ga ik niks meer over vertellen. En morgen, mórgen is
het een hele dag géén weer.
Maar uw weerman die maalt daar niet om, die zit
dan met een biertje in het Schrijvers Café.
(ijsbeert en mompelt) Elke dag dat
weer… maandag weer, dinsdag wéér, alle dagen hebben we weer weer. Ik ben het
zat, spuugzat, laat anderen het weer nou maar eens verzinnen.
U bijvoorbeeld, of u. Laat het maar eens lekker
donderen en bliksemen. Laat het maar vriezen en dooien tegelijk, mij laat
het Siberisch.
Maar let op, misschien herként u mij zondag wel
niet in het café. Geef uw ogen dus extra de kost, want (fluistert) ik
kom in vermomming. Nee niet als sneeuwman, dat zou wel heel gemakkelijk
zijn. Gewoon verkleed, als... nou ja, u gaat het zien. Of niet natuurlijk.
En of ik dan nog op mezelf lijk? Vult u
het zelf maar in.
Kortom: ook zondag hebt ú het voor het
zeggen.
februari 2008
___________________________________________