Merkwaardige
flyers en lege bussen
De felrode bussen
passeren nog steeds op de snelweg naast mijn huis, zoals al sinds
jaar en dag en ik observeer ze vanuit mijn hooggelegen raam. Sinds
kort zijn ze leeg maar wegens het maatschappelijk belang voeren de
chauffeurs onverminderd hun taak en diensten uit ten behoeve van de
weinigen die er eventueel nog gebruik van maken. Allerlei instanties
en organisaties hebben razendsnel een alternatief tot stand gebracht
voor de gevoelens van plotselinge leegte of zinloosheid, eenzaamheid
of gebrek aan zingeving die de bevolking nu overvallen alsof zij
nooit alleen zijn geweest met zichzelf, alsof het überhaupt niet
altijd al meer reëel zou zijn geweest zich in alle stilte en
afzondering filosofisch te bezinnen op ons eenmalige, zo korte en
wonderbaarlijke leven in plaats van te vluchten voor de zinloosheid,
de eindigheid en de leegte in het “banencircus” waar alles bij
voorbaat al voorgekauwd en ingevuld wordt, waar men bij het handje
genomen wordt en afgehouden wordt van de meer reële en wezenlijke
vraagstellingen.....
Het geduld is ook
snel op alsof de “Corona-Crisis” niet een momentopname is, een stip,
een fractie, een waan van de dag, een nieuwe nationale obsessie bij
gebrek aan ander nieuws in het licht van de eeuwigheid, alaof het in
het leven niet gaat om meer diepgaande processen op het gebied van
de zelfkennis en de bezinning en de verwondering die een leven lang
kunnen duren en die oneindig veel meer diepgang, geduld en wijsheid
vergen.
Dan is er de
poster op de helgroene toegangsdeur van onze portiekflats die
eveneens razendsnel gedrukt is en die nu ineens zorg schijnt te
bieden van de kant van de welzijnsorganisatie die het hele jaar door
achterwege blijft voor die personen die nu eenmaal geen sociaal
netwerk, geen mantelzorg, geen partner, geen kleinkinderen hebben.
Want dat bestaat ook, dat komt ook voor...
Op de trappen van
het oude Paleis-Raadhuis.....
Aan de voet van
het oude Paleis-Raadhuis, in het hart van onze stad, zijn
rotsblokken opgestapeld als in een berglandschap, waarop we zij aan
zij zaten en ik met jou mijn wederwaardigheden deelde. Je droeg bij
uitzondering een bontgekleurde zomerjurk die je tengere gestalte
strak omhulde, mijn vriendin van lange jaren. Met zoveel hartelijke
belangstelling volgde je me op de voet op mijn kronkelende, bochtige
levenspad en behoedde je me voor de spelonken en valkuilen aan
weerszijden.....
Meizoentjes
Het is sinds jaar
en dag het geval geweest dat ze hun wit-met-gele kopjes verhieven in
de grasstroken die de Tilburgse Ringbanen, die de stad omcirkelen,
flankeren; de meizoentjes en zo was het ook in 1955. Met buurmeisjes
Gabie en Inge plukte ik ze ook in “ons parkje” aan de Ringbaan Oost
en Inge, die ouder was dan wij, vermaande ons ze laag bij de grond
af te plukken. Dan maakten wij een inkeping in de tengere, mosgroene
steeltjes en staken er de steeltjes van andere bloemetjes doorheen
en zo vlochten wij een krans die we in ons haar droegen. Zestig jaar
zijn voorbij gegaan en nog zie ik, neerkijkend vanuit mijn hoge
raam, de meizoentjes in het plantsoen.....
Avondstemming
Het avondlicht
van een dag in de vroege lente voert haar grillige spel uit op de
houten lijsten die mijn vensters omringen...Ik bekijk een oude
foto....
Daar is tante
Resi, de echtgenote van oom Gerard met mij in het kleine tuintje
achter mijn ouderlijk huis. Tante omarmt me beschermend en
liefdevol.Ik draag het jasje dat ze voor me naaide.
Haar moest ik
verliezen, zo vroeg al. Ik moest eens vernemen dat zij wegteerde in
verre, witte ziekenkamers aan een ongeneeslijke en onheilspellende
ziekte. Mijn dappere moeder moest tenslotte haar lichaam in
ogenschouw nemen in een “Chapelle Ardente” in Goirle. Nog siert het
kinderboek getiteld “Barend en het Hongaartje” met afbeeldingen uit
de vijftiger jaren van de vorige eeuw, een geschenk van tante Resi,
mijn boekenkast.....
Aan de esdoorn
aan mijn venster...
Jouw naam kende ik nooit, trouwe wachter aan mijn raam, die weer
groen draagt, alsof de zomer al voortijdig haar intrede heeft
gedaan.... (De namen van de botanische soorten zijn mij altijd al
onbekend geweest). Je draagt blad, je draagt vrucht en je bent trouw
zoals de wrede trouweloze mensensoort nooit is geweest. Je takken
breiden zich machtig, krachtig en welwillend uit alsof je kruin mij
wil beschermen, als degene die ik voor altijd moet missen, die in
het verre land osn bondgenootschap is vergeten.....