|
Guy
van Beuningen (1911-1970)
CARNAVAL
Illustratie:
Eppo Doeve |
Wie
iets over Brabant vertelt, maar het grootste feest van het
jaar vergeet, is dom - hij lijkt op de man die water naar de
zee draagt, of bier naar München. Dat grote feest is voor
Brabant het jaarlijks terugkerende carnaval, een tijd waarin
de zuiderling de lof der zotheid zingt. Nice, München en
Keulen zijn om hun carnaval beroemd, maar in deze plaatsen
is het festijn der dwaasheid toch anders dan in Brabant en
verder naar het zuiden. In de rest van ons land waar men het
carnaval (nog) niet kent, haalt men wel eens meewarig de
schouders op over deze wijze van zich uitleven en zich
bedrinken en noemt men de feestvreugde een Romeinse orgie.
Dat is het in geen geval. Men is met carnaval wat losser, de
vormelijkheden worden opzij gezet en men permitteert zich
wat meer, maar het blijft toch steeds binnen de perken.
Iedere jongen kan van ieder meisje een zoentje krijgen, dat
hoort nu eenmaal bij de pret, maar aan ongepastheden gaat
men zich niet te buiten. De Brabantse vrouwen en meisjes
weten heel goed hoever het spel mag gaan en waar de grens
ligt. 'Agge mar leut het!' Dat is het waar het bij het
carnaval om gaat. Drie dagen lang verdwijnt Hagenbosch van
de kaart om plaats te maken voor een andere stad, waarvan
men de naam in iedere atlas tevergeefs zal zoeken: Oeteldonk,
de residentie van prins Amadeiro Ricosto di Carnavallo met
zijn raad van Elf, het hoempa-orkest 'De kikvorsen', het
|
'Kwekfestijn'. Oeteldonk is ieder jaar een geheimzinnige
stad, waar de leut en de lol wijdbeens door de straten trekt
en op iedere hoek een lange neus maakt tegen zuurpruimen en
kniesoren.
Om
elf uur elf arriveert prins Carnaval met zijn koninklijke
trein en zijn hofstoet van boeren en boerinnen en wordt met
alle eer en staatsie afgehaald en naar het stadhuis gevoerd
zoals dat een vorst waardig is. Daar overhandigt de
burgemeester hem de sleutels van de stad en staat het
bestuur voor drie dagen af aan de prins der zotheid die
Oeteldonk regeert met Driekus Pakaan, met Knilles, met de
Stip en Moeder Hendrien, met het Zoete Lieve Gerritje en den
Ursten Boer den Beste en heel de reutemeteut die bij de
dwaasheid van een echt carnaval hoort. Dan vallen alle
standsverschillen weg, dan host en springt men rond, dan
omarmt en zoent men elkaar en trekt men joelend en zingend
in lange stoeten door de gezellige binnenstad en over de
Markt, huppelend en dansend achter de muziekskes. Agge mar
leut het!...
De
carnavalsvreugde kan soms ook een hele nasleep hebben voor
mensen met muzikaal talent. Zo heeft Hagenbosch eens een
orkestje gehad dat uit slechts drie man bestond en de leuke
naam 'De Padden' droeg: twee van hen bespeelden een
klarinet, de derde een trombone. Dat deden ze zó goed dat
een Franse journalist die dit prachtige stel dwazen tijdens
de carnavalsvreugde beluisterde, hen uitnodigde op een
folkloristisch feest in Parijs. Ze stemden toe. De vrouwen
zagen hun mannen min of meer wantrouwend naar het moderne
Sodoma vertrekken en ze vonden het maar goed dat geen van
hen een woordje van over de grens sprak. Toen ze op hun
bestemming waren aangekomen, kregen ze te horen dat ze die
avond op Montmartre in een stoet zouden worden opgesteld. Na
de optocht was het met het nieuwe en het vreemde algauw
gedaan en werd men wat gemoedelijker en het duurde dan ook
niet lang of men vond een aardig meisje met wie men zich
vermaakte. De dirigent van het mini-orkest kreeg bij de
Parijse schonen echter geen voet aan de grond. Hij was
vanwege de officiële optocht in stemmig zwart gekleed en
leek op een dominee of een aanspreker. Geen enkel meisje
wilde hem zoenen en hoe goed hij ook zijn best deed om er
een aan de haak te slaan, het wilde hem niet lukken. Omdat
men in Parijs geen weg of steg wist, besloot men de nacht
van zaterdag op zondag door te brengen in de bus die hen
naar de Franse hoofdstad had gebracht. De muzikanten trokken
alleen hun schoenen uit en deden hun dutje op de harde
zitbanken. Toen de reisleider de heren de volgende morgen
kwam wekken voor de vroegmis, moet hij - naar verluid - zijn
flauwgevallen vanwege de stank van hun zweetvoeten...
|
|
|
|
|