INHOUD DIVERSE AUTEURS
CUBRA HOME
Heemkundig werk op CuBra
Heemkunde Tilburg Pierre van Beek
Heemkunde Tilburg Lambert de Wijs
Heemkunde Tilburg A.J.A.C. van Delft

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Copyright 2013 van deze digitale presentatie en ontsluiting: Stichting Cultureel Brabant - CuBra & Ben van de Pol

 

Diverse auteurs - Verspreide publicaties

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 7 september 1901

 

 

Tilburg des Zomers 19

 

Na de week gedurende welke in ons Tilburg het volkje, tuk op vermaken, niet veel anders heeft gedaan dan flaneeren, is er voor Flaneur meer dan stof genoeg om zichzelf en den lezer bezig te houden. Er is niet veel nieuws onder de zon en ten bewijze hiervan, evenals van de stelling, dat de wereld vooruitgaat in den cirkelgang van een spiraalveer, citeer ik het vers van ridder Coenraat Droste uit zijn "Overblijfselen van Geheugchenis": "Wanneer het Kermis was, sag men hier vreemde sprongen." Het woordje "hier" slaat op Den Haag uit de 17de eeuw en thans… men zingt en joedelt: "Op de Kermis vindt men rare zaken", en het is dus niet onwaar, dat de wereld weinig verandert, omdat toch vreemde sprongen veelal rare zaken zijn, en die beide, toen en thans, op de Kermis worden gezien. Vreemde sprongen en rare zaken, inderdaad! Sprongen om bij te lachen, zaken om over te weenen, en daarom, ieder die over een kermis schrijven of spreken wil, ik zou hem aanraden zich Tartarin de Tarascon van Alphone Daudet te herinneren, in zooverre die geweldige held naar verschillende omstandigheden zoo anders spreken en uitvaren kon.

Niet waar, in een oogenblik van strijdwoede riep hij uit: "Bedek u met roem, Tartarin!" Onmiddellijk daarna, denkend aan de weersgesteldheid: "Bedek u met flanel!" Of dan weer, terwijl de woede steeg: "Ah, de geweren, dolken, wurgriemen, enterhaken!" om in kalme kalmte zich te verkneukelen: "Hè, hoe lekkere wollen borstrokken en warme dito sokken!" Eindelijk buiten zichzelf dondert hij met heesche keel: "Een bijl, geef me een bijl!" maar roept tot de dienstbode: "Mientje, een kop koffie!" Zulk een Tartarin vol tegenstrijdigheden dreigt ge door een kermis te worden als ge er over denken en praten moet.

"Geef een bijl!" zoo wilt ge roepen, "een bijl om neer te slaan al die ruw- en buitensporigheid, welke de kermis in steeds wederkeerende tooneelen te aanschouwen geeft"… "Och neen, een kopje koffie, ik zit zoo lekker voor mijn raam en verheug mij over het eerlijk genoegen van al de menschen, die bedaard en netjes ter kermis optrekken." "Een wurgriem! om de dronkenschap en vechtlust voorgoed te smoren en te verstikken"… "Kom, de ontspanning die op zoo veler gelaat een ongedwongen glimlach brengt, maakt het u genoegelijk, zooals een warme borstrok u in den winter doet weer en heen wrijven van welbehagen." Daarom, laat Tartarin Tartarin verdrijven en het gebruik bestaan al kan ook misbruik er uit volgen; laat het mij niet ergeren, dat jenever spoedig bedwelmend werkt op velen des volks… konden zij Heidsieck drinken, zij zouden wel kalmer blijven… bovendien, de kermis komt maar eens in 't jaar.

Wat brengt zij dan niet mede!... Moet ik dat alles opsommen? Waar zou het eind dan zijn? Ik kan toch niet achtereenvolgens spreken over al de concerten in al de sociëteiten! Concerten met deftig gedoe en fraaie kleedij in de Liedertafel; concerten met gezellige zitjes, stoeiende kinderen en gewichtig stappende kelners-met-blaadjes-onder-den-arm in de Harmonie; concerten met aristocratische theetafels, hooge rijnwijnroemers, wijdgroetende hoedenzwaaiingen, kille voeten en verkleumde maar bedekte handen in de Philharmonie, waar een bonzende torenklok somtijds alle harmonie verstoort. Concerten met veel burgerpaartjes, wijd-omkringende beborrelde tafeltjes in Orpheus, waar de guitige kunst van Thalia de vroolijkheid rondspatten doet; concerten met comische voordrachten en bisroepend publiek bij de Zouaven of Recht en Plicht of Excelsior… goede menschen, waar zoude ik eindigen!

U over de kermis leiden? Maar dat kent u toch… dat kende men zoo lange jaren reeds. Olielucht, orgelgedreun, menschengewriemel; koekkramen, nougat de Montelimar in Holland gemaakt; speelgoed- en schiettent en galanteriebazar; open mallemolen in dolle snelheid ronddraaiend met een zich verdringende jeugd; Jan Klaassenspel, wit en rood beschilderd, zich aanbevelend voor kinderfeesten en partijen; kleine menschen en misvormde koeien; dobbelende slungels met schoteltjes zacht rustend op fletsroode rondgevouwen zakdoeken; kistjes met wakkelend walmende olielichtjes en vettige snaphaangeweren… het is immers steeds en altijd hetzelfde.

Natuurlijk, ik vergat het niet, een stoomende carrousel… maar c'est moderne, à l'instar de Paris! Toch kunt ge in zoo'n carrousel meer menschenkennis en levenswijsheid opdoen dan achter uw boekentafel, zoo ge er een hebt. Treed er slechts binnen, liefst bij avond, en bewaar dan uw Oud-Hollandsche kalmte. Dat zal u moeite kosten, want de meesten der dollende bezoekers hebben die niet meer. Stoor u niet aan de dwarrelwolken van confetti; let niet op het slingerend wirrelwarrelen der serpentines; denk niet aan de myriaden bacteriën en doe maar alsof uw voeten geschikte, allergeschiktste rustplaatsen zijn voor de ronddazende jongens en meisjes, mannen en vrouwen. U vindt het niet fijn en behoorlijk meer, dat men de dames zoo maar met bestoven en warme hand de van den veelbetreden grond saamgeveegde confetti door het gelaat en om den mond wrijft? Erger u daarom niet? Het is de politesse de coeur! Snapt u die combinatie niet van dames en heeren, hangend op paarden, leunend tegen koperen stangen, liggend in de deinende schuitjes? Dat moet u ook niet snappen; zie alleen maar toe en denk na… denk kalm en bedaard na. Is het dan niet waar, dat zoo'n stoomcarrousel de draaiende parodie is van onzen tijd?

Dan liever gedraaid op het bal! Zijt ge aristocraat, schiet in uw rok en ga in de koele zaal van de Phil; daar ruischt de muziek heerlijk uit het groen, en weerkaatst de kleur der toiletten in de spiegels met kurk en bloemen gesierd; daar ligt een cachet over het bal, een cachet van deftigheid… en drinkt ge in de pauze champagne in den tuin. Zijt ge burger, snel dan naar de Harmonie. Ook daar is de muziek verborgen achter groen; ook daar draait in de ruime spiegels het bal nog eens dubbel in de zaal; maar de mindere deftigheid vermindert het innig genoegen niet, en de rijnwijn met spuitwater verfrischt het verhitte lichaam wat heerlijk onder de wijde veranda… terwijl de sierlijke tuin keur van wandelingetjes geeft voor hen, die tijdens de kermis meenen, dat zij elkander kermis zullen verschaffen het leven lang!

En zijt ge werkman, wel, trek dan uw jas maar uit; leg vast uw handen het meisje op den rug, draai trappend rond, drink bier met suiker - gij vermaakt u zeker zoo goed, want hooge boorden knellen den hals, gij danst met wie het u lust alléén, máár gij danst, want:

     Overal,

     Waar meisjes zijn, waar meisjes zijn,

     Overal,

     Waar meisjes zijn is 't bal.

Sapristie! Het oude vers zong toch wel: "De Prinses Palateine gaat zwierig ten dans op de wijs van domdeine." En als de Prinses danst, danst het volk mede! De Prinses doet me daar denken aan de Koningin, en de Koningin aan de Schutterij. De Tilburgsche kermis brengt altijd mede het geboortefeest van onze lieve Koningin. Dan beieren de klokken en wapperen de vlaggen, en 't is feest in 't land! Voor Tilburg niet heel veel. Toch is er iets, waarover de oude kroniekzanger dichten zou:

     Ook plagt de Schutterij, in die tijt, op te trecken,

     En met een roer of piek zijn schouderen te dekken;

     Men zag hoe met geweer zij wisten om te gaen,

     En elk in zijn gelit acht gevende te staen.

Zonder pieken, maar met geweer en volle muziek door de stad, niet altijd acht gevende, maar toch ter eere der Koningin - zoo trekt de Schutterij door de stad als 't kermis is, dat eenig

     Tijdperk van trommel- en fidelgestreel,

     Van vuur in 't lijf en van dorst in de keel!

En nu is het weer voorbij, en ligt 't Heuveltje, treurig beeld van den lendemain d'une fête et quelque chose de triste… Maar, da's 't leven!

 

FLANEUR

 

 

Voetnoot redactie

Bovenstaand artikel werd in de NTC op vrijdag 6 september 1940 opnieuw gepubliceerd, onder de titel "Tilburg des Zomers maar dan 40 jaar geleden 9". Wel moesten enkele wijzigingen aangebracht worden in de laatste alinea's vanwege de Duitse bezetting. Hieronder vindt u die gecorrigeerde tekst uit 1940:

 

     Overal,

     Waar meisjes zijn, waar meisjes zijn,

     Overal,

     Waar meisjes zijn is 't bal.

Sapristie! Het oude vers zong toch wel:… "Louies Palateine gaat zwierig ten dans op de wijs van domdeine". En als de Louies danste, danste het volk mede!

De Tilburgsche kermis brengt altijd mede het eenig militaire vertoon in deze stad. Dan is er iets, waarover de oude kroniekzanger dichten zou:

     Ook plagt de Schutterij, in die tijt, op te trecken,

     En met een roer of piek zijn schouderen te dekken;

     Men zag hoe met geweer zij wisten om te gaen,

     En elk in zijn gelit acht gevende te staan.

Zonder pieken maar met geweer en volle muziek door de stad, niet altijd acht gevende, maar toch ter eere van het feest - zoo trekt de Schutterij door de stad als 't kermis is, dat eenig

     Tijdperk van trommel- en fidelgestreel,

     Van vuur in 't lijf en van dorst in de keel!

En nu is het weer voorbij, en ligt 't Heuveltje, treurig beeld van den lendemain d'une fête et quelque chose de triste… Maar, da's 't leven!