b
|
Cees Weltevrede Poëzie
Tekenen van leven
zoals jezus het vroeger deed gewoon met zijn handen zo doen ze het tegenwoordig niet meer die heelmeesters van vandaag
ze kleden je uit en keren je binnenstebuiten ze zeggen niet: sta op en wandel! maar spreken de kromspraak van het verstand
behalve dan misschien die ene die haar hand op mijn buik legde en zo een legioen onrustduivels uitdreef
stortte zich ergens van de rotsen een kudde zwijnen de zee in?
niemand zal het weten niemand heeft het gezien
alleen ik
-o- (25 september 1986)
vandaag ben ik een ander even hoor ik er niet bij zeg me wat je wilt:
verfoei me knuffel me verraad me laat me
ik ben het niet vandaag ik ben vandaag een ander
-o-
naast me op kamer 105 lag meneer van r. 75 jaar oud was hij en het liefst was hij zachtjes dood- gegaan
terwijl hij aan de fiets sleutelde van zijn kleindochter of bloemen plukte uit zijn tuin
maar ze vonden allemaal dat hij nog zeker 10 jaar te gaan had meneer van r.
de eerste dag na de operatie vroeg hij de zuster om cyaankali maar de derde dag at hij al braaf zijn yoghurt met vruchten
toen hij thuiskwam kwam josje -zijn kleindochter- hem op de fiets tegemoet
ze had bloemen bij zich uit zijn tuin
-o-
die zondag begon iemand beneden op de binnenplaats van het medisch centrum onder pianobegeleiding zo maar schubert te zingen
van alle kanten daalden de zieken af de gebrokenen de gewonden de waanzinnigen en die nauwelijks lopen konden ze schurkten zich en masse rondom de muzikanten
en bij het tweede lied -wohin?- wreven blinden hun ogen uit en legden kreupelen hun stokken aan de kant bij ungeduld was er geen houden meer aan: alleen de gezonden bleven de zieken haastten zich naar boven om hun koffers te pakken
jammer ik lag boven op f3 aan de monitor en geloofde op dat moment meer aan zijn tingeling dan aan schubert
-o-
je moet hem maar sinaasappels geven zei mijn moeder voor de telefoon sinaasappels
ondertussen lag ik al lang en breed aan de apparatuur werd overlangs doorgezaagd en opengesneden mijn lichaam onderkoeld mijn hart stilgelegd en overal van die gehandschoende high quality handen
eenmaal terug op mijn kamer lag er op mijn nachtkastje een zak sinaasappelen eer was er een uit- gevallen een dokter raapte hem op bekeek hem nauwkeurig en legde hem netjes terug
je moet hem maar sinaasappels geven hoorde ik in de verte mijn moeder nog zeggen
en ik rook de geur van levertraan en de oliestook was aan
ik had geen koude voeten
-o-
van hieruit achter glas glijdt mijn blik vanzelf over kranen masten flats naar dat ene torentje van riel
het is een rariteit te midden van obstakels van techniek
-net als mijn geloof in god-
er komt een broeder binnen wilt u de communie ontvangen? vraagt hij
kijk zeg ik daar dat torentje maar hij ziet het niet zijn blik is te nabij
ik neem het hem niet kwalijk
vandaag maar niet zeg ik misschien morgen of later
-o-
een thuisblijver hoef je niets wijs te maken: dat doet hij zelf wel
zijn kamer is een buiten hij meet voortdurend zijn vrijheid in zoveel stappen heen en zoveel stappen terug
zijn waarheid bestaat uit getallen en daar goochelt hij mee want waarom zou je zoveel stappen heen niet zoveel stappen terg noemen? en waarom kun je zoveel stappen heen niet optellen bij zoveel stappen terug?
en als een thuisblijver een open keuken heeft of een z-kamer dan breekt pas goed de dag van de waarheid aan
nee een thuisblijver hoef je niets wijs te maken: hij liegt er lustig op los zijn binnen is zijn buiten
-o-
toen ik vanmorgen bij de v & d binnenliep -op zoek naar niets of zoiets- zag ik meneer van de b. aankomen
we hadden naast elkaar op zaal 51 gelegen en ik had hem nog geholpen met plassen hij had mijn schouder ingewreven met spierbalsem en we hadden over god gesproken en over de liefde en over een wondje dat maar niet wilde genezen
maar toen we elkaar gewaar werden daar in de v & d een ondeelbaar ogenblik
kreeg ik plotseling bijzondere interesse in sigaren en hij in dameshoeden
met een omweg ben ik weggelopen en bij de roltrap aangekomen keek ik nog even om
hij ook
-o-
tweemaal per dag komt mijn vriend realis aan mijn bed aan de rand van mijn wak peilt hij de situatie en hijgt zijn wereldtaal mijn diepte in
ik lig beneden op het mos en hang mijn dromen in de varens maar mijn vriend realis scheurt me los en brengt me terug pas op roept hij je krijgt al kieuwen en een staart!
dan reiken we elkaar de hand en word ik even opgetild het is alsof ik nieuw geboren word
als de zoemer gaat laat hij me los mijn vriend realis en ik val dieper in mijn wak en doezel in mijn dromen
-o-
vannacht droomde ik van school ik moest uitleggen hoe je vuur maakt dat was een makkie iedereen snapte het maar niemand vroeg wat vuur eigenlijk was
toen ben ik maar de werking van de schoorsteen gaan verklaren: trek turbulentie valse lucht het rookkanaal en de uiteindelijke as
en achter me stond sigmund freud hij zei: de pijp dat is de phallus dat is het leven het begin de as dat is het overschot dat is de dood het eind en daartussen wervel jij naar een onzegbaar niets...
ik deed alsof ik niets gehoord had en niemand vroeg wat vuur nu eigenlijk was
gelukkig maar ik wist het niet
-o-
ze hebben m'n bast met ijzerdraad dichtgesnoerd
als ze eens het kerkhof van riel zullen ruimen en schonen dan vinden ze tussen mijn vergaan karkas een glimmend draadje stainless steel
en als een van de delvers dan zal zeggen:
heje jan gif dč draike 's aon dan kan 'k 'r diejen zak meje dichtbččnden...
dan is alles toch niet voor niets geweest
-o-
toen ik door mijn dorp liep begon ineens de klok te luiden een boer nam z'n pet af: er was een dode
achttien jaar was hij geschept gevloerd een moeder was ontroostbaar een vader huilde er ging een rilling door ons dorp
ik ben teruggegaan naar huis mijn stappen tellend van nul tot achttien toen ik de voordeur opende was ik juist bij nul
je bent zo stil zei mijn dochter is er iets?
ik kom even bij je zitten zei ik: hoor ! de torenklok zwijgt alweer
-o-
(voor ankie)
ik ben er nog en dit is mijn weg terug voorlopig is het zo dat alleen anderen doodgaan zal ik maar zeggen
ik draai de sleutel in het slot en open de deur naar jou anders kan ik niet mijn kleine waarheid houd ik aan mijn hart gedrukt: leven is met de levenden zijn
verder blijf ik een blinde ik begrijp niets maar elke keer als de deur opengaat weet ik dat jij er zult zijn en dat koester ik als een klein wonder
-o-
wat ik overgehouden heb is een pijnplekje ter hoogte van mijn hart
je kunt het met je vinger voelen als je wilt het is zo groot als een dubbeltje
als ergens iets huilt gloeit het op en roept au
gisteren een meisje voor tv het had verdriet en mijn pijnplekje huilde met haar mee: hartverscheurend zacht
|
|
|
||
|
||