|
Klaas de Graaff De onbetrouwbare veldwachter
Misdaad: moord Jaar: 1916 Topografie: Oss |
|||
|
De onbetrouwbare veldwachter
In 1908
vertrekt Cornelis Hermanus Stroop met zijn vrouw en twee kinderen
van Rucphen naar Oss om ook daar als veldwachter te dienen.
Langs de Heihoekstraat vindt hij bij die woning Marinus achterover en rochelend op de grond liggen met zijn fiets naast hem. Hij ziet een wond in diens voorhoofd en zijn vest en jas openhangend. Naast hem ontwaart hij een plasje bloed. Hij weet dat zijn broer in de binnenzak van zijn vest een bruin leren tasje met een portefeuille met geld bij zich moet hebben. Daags ervoor heeft hij hem nog een bankbiljet van honderd gulden ter hand gesteld die hij in genoemd tasje had gestopt. Dit tasje is bevestigd met een koperen ketting om zijn nek, maar beiden ontbreken. In een kruiwagen brengt hij de overledene met Maria van Grinsven, de huishoudster van Marinus naar diens woning in de Verlengde Bosschestraat waar hij hem in een alkoof neerlegt.
Maria blijft dan bij de dode Marinus totdat de gewaarschuwde dokter Verbeek komt.
Later blijkt dat verschillende Ossenaren de mogelijke dader zijn tegengekomen. Ene Reijnders komt om circa drie uur in de buurt van de Kruisstraat een lange zware man tegen met een lange jas en een platte pet op die op zijn groet “goede morgen” zonder wederwoord nurks doorloopt. De lengte en het postuur zijn in overeenstemming met Kees Stroop.
Verschillende mensen hadden twee schoten gehoord. Onder andere Van de Wielen omstreeks half vier in de buurt van de Bosschestraat, gepaard met hulpgeroep en kermen, waarna hij genoemde zwijgende figuur snel voorbij ziet gaan.
Het duurt tot zaterdag als de agent Verhamme de ontslagen veldwachter Kees Stroop arresteert, die de revolver met de patronen en lege hulzen nog bij hem heeft. Onder de dakpannen van zijn schuurtje vinden ze het geld in bankbiljetten tot een bedrag van zeshonderd gulden.
Op 17 april 1917 valt het vonnis. Voor beide misdrijven krijgt hij de maximale straf levenslang. Uiteraard gaat hij in hoger beroep en drie maanden later vermindert het gerechtshof de straf tot twintig jaar. De straf ondergaat hij in de gevangenis te Leeuwarden, waar hij op 8 september 1933 drie jaar eerder vrij komt en naar Amsterdam gaat. Daar is zijn vrouw met de kinderen al in 1925 naar toe getrokken. Zij wonen in de Molukkerstraat 134, één hoog. Hij overlijdt op 23 november 1940, 61 jaar oud. Zijn vrouw volgt hem 25 jaar later.
|
|||