Banner: Jos Smale; Pan, boek, appels (detail). Ca 2005.

 

© 2020

Jan Smits, Erven Jos Smale & Stichting Cultureel Brabant

 

Jos Smale (1933-2013)

door Jan Smits

► Portret van Jos Smale

► Portfolio met 18 werken van Jos Smale

► Toespraak van Jan Smits bij de opening van een tentoonstelling

 


 

Portret van Jos Smale, door Jan Smits

 

Curriculum vitae

Jos Smale (Dordrecht 1933 - Udenhout 2013) woonde in Udenhout, zij volgde de opleiding voor tekenleraar aan de academies te Tilburg en Amsterdam

Zij was werkzaam aan het Theresialyceum van 1956 tot en met 1992 als docente tekenen en kunstgeschiedenis. Naast het lesgeven in deze vakken hield Jos zich aan het Theresialyceum bezig met het vervaardigen van de toneelcostuums en rekwisieten voor de toneelstukken die jaarlijks in de Tilburgse schouwburg werden opgevoerd door leerlingen en docenten. Erg succesvol waren Marieken van Nieumegen, De nichtjes van de kardinaal, The Beggars Opera en Ariadne op Naxos.

Van 1969 tot 1989 gaf zij aan de avondopleidingen van de academie in Tilburg les in het tekenen naar de waarneming. Alles bijeen zal zij aldus meer dan 3000 jonge mensen hebben ingewijd in het vak!

In Tilburg exposeerde zij in 1976 in het toenmalig Kultureel Sentrum met een groep Tilburgse kunstenaars waaronder Frans Blondel, Hans Claesen, Jan Dijker, Kees Mandos, Nico Molenkamp, Ru van Rossem en Nico de Wit.

Aanvankelijk bestond het beeldend werk van Jos Smale als naaldkunstenares, grotendeels uit het vervaardigen van wandkleden. Het zijn grote applicaties in gemengde technieken waarin zij ook gebruik maakte van glas, stenen, schelpen en ander materiaal. Daarnaast maakte zij tekeningen in gewassen inkt en Syberisch krijt.

Later viel het accent steeds meer op de aquareltechniek. Tijdens haar reizen naar Frankrijk en Italië werd het landschap haar voornaamste inspiratiebron. Zij werd gefascineerd door het sterk gestructureerde, geaccidenteerde landschap van heuvel- en bergachtige streken. Haar aandacht ging daarbij vooral uit naar ruimte en plasticiteit, relaties binnen het landschappelijk gegeven en ritme. Rotsformaties, bossen en velden vormen hiervoor de elementen. De verwerking van dit alles is eerder sterk abstraherend dan realistisch van karakter. Ook het kleurgebruik draagt ertoe bij dat in dit werk de visuele werkelijkheid als het ware wordt '‘vertaald'’ in '‘texturen van het landschap'’. Door deze verwerking krijgt het landschap een nieuwe betekenis. Dat de aquarellen daarbij een sterke helderheid blijven uitstralen getuigt van een groot vakmanschap.

Sinds 1969 doceerde zij natuurtekenen aan de deeltijdopleidingen van de Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg.

 

Jos Smale

Geboren te Dordrecht 1933, overleden te Udenhout 2013

Opleiding: Middelbare school Breda

                  Akte Tekenen MO-A, Academie Tilburg

                  Akte Tekenen-B, Rijksinstituut tot opleiding van tekenleraren, Amsterdam

 

Tentoonstellingen

Vanaf 1956 diverse groepstentoonstellingen, BKS te Tilburg

1966, Galerie Kranenburgh, Bergen NH

1968, Galerie R G ,Willemstad, Curaçao

1970, Galerie de Griend, Dreumel, samen met keramiste Ietje van de Griendt,

           AMRO-bank, Tilburg

1971, “Confrontatie”, Ostende, België

1976, Kultureel Sentrum ‘de Koningswei’, Tilburg

2003, Galerie Van Dusseldorp, Tilburg

 

Opdrachten en aankopen

1958, Studentencorps St Olof, Tilburg

1958, 1962, Rijksdienst voor verspreide Kunstvoorwerpen, Den Haag

1964, Gemeentebestuur Haaren, NB

Werk van Jos Smale bevindt zich in diverse privé-collecties in Nederland, Curaçao en Amerika

 

► Portfolio met werk van Jos Smale

► Toespraak van Jan Smits bij de opening van een tentoonstelling

 


 

Portfolio met 18 werken van Jos Smale, samengesteld door Jan Smits

 

1.   Marciana Marina. 1969. 38x50

2.   Monopoli. 1969. 36x48

3.   Agregento. 1970. 36x48

4.   Struga. 1971. 36x48

5.   Bugalez. 1977. 39x57.

6.   St. Amans. 1991. 57x59

7.   PIateau Segonsac. 1990. 76x57

8.   Falzarigo. 2004. 23x31

9.   Turri Veligorani. Ca 2005. 18x24.

10. Monte Velinot. 2005. 23x31

11. Viletta Barrea. 2006. 56,5x77

12. Corbière. 1995. 68x56

13. Pan, boek, appels. Ca 2005. 18x24

14. Koffiepot, limonadefles, steelpan. ca 1985. 47,5x34,5

15. Zonnebloemen, ca 2003.63x46,5

16. Wandtapijt, ca 1967.84x122.

17. Wandtapijt, ca 1968.60,5x66

18. Wandtapijt.cal960.105x94

► Portret van Jos Smale

► Toespraak van Jan Smits bij de opening van een tentoonstelling

 


 

Toespraak van Jan Smits bij de opening van een tentoonstelling in Studio Van Dusseldorp, Tilburg 2003

 

Dames en Heren,

 

Na deze vriendelijke woorden van Wil van Dusseldorp hoef ik u niet opnieuw welkom te heten. Ik zal u wat anders vertellen. U ziet er allemaal keurig uit. Bedenk, dit is geen begrafenisbijeenkomst. We vieren een feestje. Jos is jarig geweest. Het idee om haar als cadeautje een tentoonstelling van haar aquarellen aan te bieden kwam van onze dochter Lidewij, die vond dat zoiets onderhand wel eens kon. Pa, doe er eens iets aan. En pa vond tot groot genoegen van eenieder een kleine groep familieleden en vrienden spontaan bereid mee te doen met het verwezenlijken van het idee. En ook dit huis, Anneke en Wil van Dusseldorp, was niet moeilijk te overtuigen om met raad en daad beschikbaar te zijn. Ook Jos moest natuurlijk meedoen. Zij was tenslotte zeventig geworden en zij had de aquarellen gemaakt. Door ieders goede wil en enthousiasme is het allemaal erg meegevallen. Het moeilijkst was nog dat Jos, op de achtergrond, er een beetje buiten moest worden gehouden. Het moest voor haar een verrassend cadeau worden. Je voelde constant dat zij meedacht en wilde meedoen. Logisch, maar dat hoefde nou eens een keer niet. Zij hoefde alleen maar voor het werk te zorgen, de titels en de prijzen op te geven, en iets over haar zelf te vertellen. Wij weten dat haar dat niet meeviel!

 

Of ik het werk in wilde leiden. Ik zei al: is dit geen begrafenisbijeenkomst en dus hoef ik Jos niet de hemel in te prijzen. Ik kan dus zeer kritisch zijn en haar artistieke leven over de knie leggen. Op de eerste tentoonstellingen waaraan Jos meedeed werden wandkleden van haar geëxposeerd. Dat waren soms zeer monumentale stofapplicaties, met toevoegingen van stenen, glas en dat alles in een soms ruige naaitechniek. Toen zij in haar Theresiatijd mocht beginnen met het ontwerpen en maken van kostuums voor de toneelstukken op die school, kwam haar dat naaldwerk goed van pas. Samen met de toenmalige neerlandici als Jan Starink en Piet Simons waren die uitvoeringen van stukken als ‘Ariadne op Naxos’ en de ‘Beggars-opera’ bijzonder mooi vormgegeven hoogtepunten van het schoolleven, maar ook van de programmering van de Tilburgse schouwburg.

Zo ebde het appliceren in haar beeldend bezig zijn weg, en bleef het bij tekenen in gewassen inkt en krijt. Maar die technieken werden dan ook intensief onderzocht op vakanties -  wat, vakanties? noeste werkweken waren het, vergezeld van vriendin of moeder die ook nog moesten worden verzorgd. Elba, zowat heel Italië, Bretagne, en Sicilië heeft zij destijds bereisd om plekken te vinden voor haar tekeningen: gevoelige, lineaire bladen, vol huizen, straten, boten en landschappelijke situaties, en die hebben er toe geleid dat zij later in het aquarel de meeste bevrediging vond. Toen viel haar oog op een ander Frankrijk en opnieuw werden, van onmiddellijk na de laatste lerarenvergadering tot aan vlak voor het begin van de lessen na de zomer, alle vakanties omgezet in weken van werken. Als het weer meezat elke dag, uiterst consciëntieus, volgens strakke schema’s van ’s morgens vroeg tot het niet meer ging en gekweld door de beweeglijke zon, de daardoor verlopende schaduwen en het veranderende kleurpatroon. Tot op de dag van vandaag. Ook nu er geen vergaderingen haar beletten eerder te gaan en het begin van lessen haar niet belemmeren later terug te keren, nee, het blijft de schoolzomer. Gezien de temperatuur. En zij wil toch ook wel een beetje bruinrood thuiskomen, nietwaar. Zij trekt naar ruige landschappen, geaccidenteerde landschappen, het liefst met grote keien, plastisch, ruimtelijk, landschap waarin iets dramatisch te ontdekken valt, landschap dat vanuit meerdere gezichtshoeken interessant blijft en uitdaagt tot soms verstilde composities of tot onstuimige partijen om nieuwe eenheden van kleur en in opbouw te realiseren. Bergen en heuvels, hellingen, glijdende gronden, kloven en vlaktes, boomgroepen, daarin moet het gebeuren.

Zij heeft een tegen weer en wind bestand computergestuurd volautomatisch met de zon meedraaiend parasolletje bij zich, een luchtbed, arsenaal aan papier, ook de achterkant van afgekeurde van vorig jaar, penselen, waterpotten en verf natuurlijk, een koffiezetapparaat inclusief gasfles, fruitmesje, enzovoort en…schrijfbehoeften – zij schrijft ons veelal brieven op lokatie als het werk moet drogen, en het is zonde van de tijd om dan niets te doen. Dat alles vervoert zij in een rode, 16 jaar oude, met acht airbacs beveiligde, onafscheidelijke BMW waar geen benzine meer voor te krijgen is – zij moet er een soort spul bijdoen – en die tevens dienst doet als droog- en schuilhut, want met het weer en de zon doe je in haar geliefde streken niet wat je wilt. Het stortregent nogal eens, het is koud of de zon is fel, dan droogt het werk weer slecht, of te snel, dan weer – aangezien Jos zich, soms letterlijk, op eenzame hoogte bevindt – moet zij oppassen voor ongewenst bezoek van rundvee of, wat erger was en haar overkwam, voor zigeuners die haar beroofden.

Om u een indruk te geven hoe zij met grote zorg te werk gaat om haar motieven te bepalen: in een brief schrijft zij ons: “’t Is half tien en ik ga zo dadelijk, gewapend met twee opgeplakte vellen op stap, weer richting Sieujac, maar ik rij dan verder richting Barrage Grandval; ik wil eens zien in hoeverre ik dan daar waar de Bès in de Truyère uitmondt iets om te werken kan vinden, als ik er tenminste bij kan komen. Vorig jaar heb ik al aan de Bès gewerkt, zuidelijk van de Truyère. Vanaf de noordzij heb ik nog niet veel gezien. ’t Is heel indrukwekkend, nergens een huis of menselijke inbreng”. In een andere brief deelt zij mede: “Zondag heb ik bij St Martin gezeten, een eindje verderop richting Mende en daar deed ik van die grote donkere dreigende heuvels, liever bergkammen vol dennenbomen als achtergrond. Middenin ’n dal in de breedte vol slingerende bosjes en vervolgens het onderstuk van de heuvel waar ik zelf op zat, of eigenlijk ’n beetje een donkere strook er nog tussenin”. Ziedaar haar onderwerpen.

Dan moet er nogal eens aan twee aquarellen per dag gewerkt worden tengevolge van het ochtend- en middaglicht. Thuis, in het hotel, wordt dan de oogst van de dag bekeken, vaak letterlijk te licht bevonden, of worden er partijen weg gewassen hetgeen de volgende dag een nieuwe poging oplevert.

 

Dit lijkt een luchtig verhaal, zo verteld. Dat komt omdat het voor ons beschouwers eigenlijk interessant noch van belang is te weten hoe kunst tot stand komt. Elk vak is moeilijk, en de geheimen van het metier zullen ons een zorg zijn. Maar het is een ernstige zaak: de worsteling bij Jos is voor haar werk fundamenteel. Hier hangen geen lieflijke landschappen, geen idyllische plaatjes, geen topografische prenten. Hier hangen landschappelijke picturale abstracties. Wonderlijk genoeg liggen aan deze composities uiterst zorgvuldig en correct getekende waarnemingen ten grondslag. De abstractie geldt niet alleen de behandeling van de vorm, maar ook de kleur. Wij hebben bijvoorbeeld bij een bezoek aan haar werkplek eens gezien hoe een groene vallei een grijs-roodachtig aquarel opleverde met blauwe accenten. Kijkt u naar deze klinkende aquarellen. Zelfs in de kleine formaten is er sprake van een grote aanpak, van een visie die vanuit een volharding is bereikt die geen oppervlakkigheid toelaat. Hier is geploeterd, zoals de oude academiedirecteur Sicking placht te zeggen. Jos Smale brengt de grote plastische partijen in bergwanden in het platte vlak. Zij vormt die plastiek om. En dan ontstaat er een beeldende kracht soms buiten haar om. Zoals elke aquarellist krijgt zij ook wel eens iets cadeau, maar Jos kan het moeilijk verdragen als zij niet alles zes keer onder ogen heeft gehad. En toch heeft het werk, zie maar, een helderheid en een directheid die gelet op haar fanatieke werkwijze, door de muze geschonken moet zijn.

Soms laat zij de naam van Cezanne wel eens vallen. Een schilder die in zijn aquarellen, zoals u weet, een grote hoogte heeft bereikt. Jos is geen epigoon van hem, je herkent Cezanne absoluut niet in haar werk dat geen kubistische opbouw kent. Het is geen exponent van een bepaalde stroming. Geen expressionisme. Maar in elk aquarel gaat het om een organisch geheel dat binnen het beeldvlak tengevolge van een waargenomen landschap wordt opgeroepen en dat dat landschap in zijn essentie verbeeldt.

Maar het gaat nog verder. Achter de motieven van Jos, achter de bergwanden en dus achter haar verbeeldingen ligt de oneindigheid. Letterlijk. Maar de diepte hiervan – geen schilder die dat weet, die dat bereiken kan, slechts de dichter kan het verwoorden als hij tenminste Giacomo Leopardi heet.. Hoor hoe zijn gedicht ‘De Oneindigheid’ klinkt met het werk van Jos:

 

‘’Steeds was mij deze eenzame heuvel lief

en deze heg, die aan zovele zijden

de verre horizon aan ’t oog onttrekt.

Telkens als ik hier zit, stel ik me erachter

onmetelijke ruimten voor, en stilten

die ’t menselijk begrip te boven gaan,

en peilloos diepe rust; waarbij ik soms

bijna verstijf van angst. En als ik dan

de wind door deze takken heen hoor waaien,

dan vergelijk ik die immense stilte

met dit geruis: ik denk aan de eeuwigheid,

aan de afgestorven jaren, en aan dit

dat leeft, en aan ’t geluid ervan. En zo

verdrinkt mijn geest in eindeloze diepten,

en zoet is ’t mij in deze zee te zinken’’

 

Daarmee ben ik bij de titel van deze tentoonstelling beland. De aquarellen tonen de landstreken. Ik heb u over de streken van Jos Smale verteld. En natuurlijk het zijn de penseelstreken die aquarellen bewerkstelligen. Geen dia's, geen vakantieherinneringen, geen souvenirs van een leuke tijd, maar thuis bij u aan de muur zijn deze aquarellen een monument van herkenning, van een verdiept genieten van de landstreek.

Ik hoop dat u met genoegen naar het werk van Jos Smale zult kijken, en haar verjaardag even met ons wilt meevieren. Ik kan niet laten Hub en Mia Kemmere, Lidewij, Netje, Jan, Ben en niet te vergeten Kees en zijn gezin, maar ook Anneke en Wil Dusseldorp van deze studio, te bedanken voor het vele werk dat zo’n tentoonstelling nu eenmaal vergt. Jos, ik mag je namens het team van harte met deze expositie feliciteren en je natuurlijk ook nog geluk wensen met je verjaardag.

Dan wil ik nu graag Cees Smale uitnodigen met een enkel woord de tentoonstelling te openen.

 

Ik dank u.

Tilburg, 20 september 2003,

Studio van Dusseldorp, Wilhelminapark

 

► Portret van Jos Smale

► Portfolio met werk van Jos Smale