|
Voici - John Majoie De man die zijn lezers liet lachen
Onder redactie van Ben van de Pol
Aflevering 3 (041-060)
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 2 februari 1929
041 Miss Holland!
Heeft ze kuiltjes in haar wangen? Schoone oogen, rasecht haar? Heeft ze mooie slanke beenen, Staan d'r tandjes naast elkaar? Dit werd laatst heel streng bekeken In Tuschinski, Amsterdam, Waar een stel Hollandsche meisjes Voor het groote voetlicht kwam. Eentje werd er uitgekozen, Opgezonden naar Parijs Om met and'ren ginds te dingen Naar de eerste schoonheidsprijs.
Maar wat gaan we nou beginnen? Waar wil Holland nu naar toe? Gaan we nu voort'ook al meedoen Aan dat vrees'lijk flauw gedoe? Zoekt gij Holland's mooiste vrouw soms? Gaat dan langs het kille strand, Daar vindt gij de zeemansvrouwen, Schoonste vrouwen van ons land! Gaat ze zoeken bij de zieken, Waar ze waken dag en nacht; In de groote ziekenhuizen Is de vrouw die gij verwacht! Gaat ze zoeken in de mijnstreek, Waar ze zwoegen om hun brood, Waar ze elke dag bedreigd zijn Met heur mannen zwarte dood! Zoekt op kleine koude kamers, Waar de meisjesjeugd studeert; Zoekt desnoods politievrouwen, Grootegast heeft het geleerd! Daar zult gij de echte vinden, Daar vindt gij de ware VROUW! Niet met poeders, lippenstiften, Ook niet op een beauty-show!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant -vrijdag 8 februari 1929
042 "Es ist nicht wahr!"
"Al die menschen die beweren Dat hier revolutie is, Moet u heusch maar niet gelooven, Want dat hebben zij toch mis! Ik zal u precies vertellen Wat hier gaande is geweest, Voor de rest is het verzonnen Wat u in de kranten leest!" Zoo sprak Primo, de dictator, Spanje's eerste violist, Tevens rechterhand des Konings En daarbij militarist. Dooden zijn er geen gevallen, En gewonden evenmin Zij die dit durven verzinnen Gaan direct de doos nog in. Primo is ook uit gaan dagen: Hij geeft ieder duizend pond, Die bewijst dat er maar één slechts Werd gedood ofwel gewond.
Primo heeft weer goed gesproken, Hij beveelt met strenge hand Om de goede naam te redden Van zijn troebel vaderland. Maar wij weten het wel beter: Iets is er daarginds toch scheef, Al is 't waar dat d'een of and're Krant een beetje overdreef.
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 18 maart 1929
043 Socialisme?
Wat een vreeslijk' ontdekking! Wat een reuze mop was dat! Hoort eens hoe Polak zijn vrienden Schitterend te pakken had! Leden van de Eerste Kamer, Van de Tweede even goed, Hangen in een garderobe Heel gerust hun jas en hoed. Die Polak is nu gaan snuff'len, Heeft er heimelijk geloerd, En daar vond hij toen twee jassen Allebei met bont gevoerd. Nu wou hij toch ook eens weten Wie de eigenaar wel was Van elk dezer kledingstukken En het resultaat was kras! d'Eene was van Lou de Visser, Zeker een kapitalist? Neen, dat moet u heusch niet denken, Want hij is "de" socialist. En die and're, moet u weten, Die behoorde aan van Kol! Waar blijft nu het socialisme? Zijn de rooden soms op hol?
Deze mop is onbetaalbaar, En ze geeft een goeden kijk Op het ware socialisme, Socialisme in practijk!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 21 maart 1929
044 In Memoriam
Bij de dood van Foch
Foch, de groote veldmaarschalk, Foch, de roem der Fransche vaan, Heeft zijn laatste strijd gestreden, Is in stilte heengegaan… Hij, de trotsch der legerscharen, Groote krijgsheld van weleer, Liet zijn leven op het ziekbed, Stierf niet op 't veld van eer. Neen, hij mocht de lauw'ren oogsten Na de groote wereldstrijd, Lauw'ren die hij wel verdiende Om zijn moed en wijs beleid. Frankrijk zal hem nooit vergeten, In hem eeren ze een groote held, Die zijn dapp're mannen leidde Op het vlammend oorlogsveld. Hij was kalm, vastberaden, Schikte zich in ieder lot; Hij behield zijn groot vertrouwen Trots de tegenspoed in God. Voor deze brave Fransche veldheer, Altijd stipt en nauwgezet Richte men naar God hierboven Voor zijn rust een kort gebed.
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 22 maart 1929
045 Lente!
't Groote leed is thans geleden, Die felle kou is nu voorbij: Vriend'lijk lacht de zon ons tegen, Wij wanen ons reeds in de Mei. Hoort die vogels buiten fluiten, Zie, de lente is in zicht; 't Zware ijs op de rivieren Is voor de warme zon gezwicht. Niemand denkt meer aan die winter, Aan die winter met z'n kou: Wat eischte hij weer vele offers, En hoe bracht hij weer veel rouw… Doch dat alles wordt vergeten, Want de tijd raast vliegend voort; Gister winter, heden lente, Straks de zomer ongestoord. Zoo is 't leven: Immer weiter! Wat voorbij is, is voorbij; Lente! Alles trekt naar buiten, Naar de bosschen, naar de hei! Lente juicht in alle harten, Weg de winter met z'n leed; Zon en lente zorgen nu wel Dat men alles weer vergeet!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 30 maart 1929
046 Paschen!
Paschen juicht in alle harten! Paschen jubelt alles uit! Ziet de zon eens heerlijk schijnen! Hoort der vogelen gefluit! Paschen is weer aangebroken, Vreugde ligt op elk gelaat; Ieder wenscht u Zalig Paschen, Waar men nu ook komt of gaat. Alles trekt nu vrij naar buiten, Weg uit kamer en kantoor; Alle kommervolle zorgen Gaan in vreugderoes teloor. Ieder trekt in deze dagen Uit de stad naar 't platteland, Waar men heerlijk kan spazieren In de bosschen, zelfs op 't strand. Weg van rook, benzinedampen, Eind'lijk uit die helsche stad; Nu kan men eens rustig wand'len Op een bosch- of heidepad. Heele zwermen auto's, fietsen Snorren, pedd'len langs het veld, Waar men nu echt kan genieten, Vrij van razend stadsgeweld. Treinen puilen uit van menschen, Tram en bus hebben hun "jour"; Dinsdag leest men statistieken Van een nieuw recordvervoer.
Profiteert van zulke dagen! Zet uw zorgen nu opzij! Dit zijn ware vreugdedagen, Weest thans opgewekt en blij!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 2 april 1929
047 Vliegers die niet opgaan
Ja, daar kunt u nou mee lachen, Maar ik vind het toch echt wel sneu, Ook al ben ik die mislukte Congo-vluchten reeds lang beu. Ik geloof reeds twaalf keeren, Dat ook België probeert Naar hun Congo heen te vliegen, Doch dat gaat niet erg gesmeerd. Nauw'lijks zijn ze opgestegen Of ze liggen al terstond Met gebroken hals en beenen Languit op de harde grond. Elke tocht is een fiasco, Ze mislukken één voor één; Ik zou meenen voor 't prestige: Onderneemt er dan maar geen. Ofwel doet die Congo-vluchies Nu voorlopig maar niet meer, Stuur die Belgische piloten Eerst bij ons eens in de leer!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 3 april 1929
048 Paschen 1929
Neen, we zijn maar niet gaan toeren, Al bestond daartoe het plan, Want het regende zoo heerlijk En wat heb je er dan ân? Onze fietstocht naar de bosschen Ging tot aller spijt niet door; In zoo'n wind je dood gaan trappen Daar dankte ieder feest'lijk voor. d'Een wou met een tent de hei op, Waar hij overnachten wou, Maar het weer deed hem besluiten Dat hij thuis maar slapen zou. d'Ander droomde van een picknick, van een buiten-dejeuner; Dat hij binnen bleef vervelen, Werkte wel het weer toe mee. Onze clubtour naar de heide In een groote Jan Plezier Viel in duigen, niemand kwam er, Uitgezonderd de koetsier!
O, het waren reuze dagen! Dagen waar je prat op gaat, Die een desillusie werden, Dank zij't Hollandsche klimaat!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 april 1929
049 Daar gaan ze weer!
En daar zijn ze weer vertrokken Holland's helden van de lucht; Over landen, over zeeën Gaat naar Ind'je weer de vlucht. Deze keer zijn ze met drieën, Met z'n drieën bij elkaar, En dan spelen ze deez' vliegtocht Nu wel zeker netjes klaar. Holland's luchtvaart, ieder weet het, Heeft nu reeds een zeek're faam; Door de vele luchtprestaties Hebben wij een goede naam. Dat deez' tocht óók zal gelukken Dáár zijn w'allen zeker van: Dat de roem nog meer zal stijgen Twijfelt dan ook niemand ân. Laat ons daarom allen hopen, Dat de moeite wordt beloond, En de zware tocht der vliegers Met succes weer wordt bekroond. Dat zal Holland's roem vergrooten Tot ver in het buitenland, En zal tevens nog versterken Met de Oost de vriendschapsband!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 6 april 1929
050 Als de zon wil schijnen…
O, wat scheen die zon toch heerlijk Nog maar enk'le dagen t'rug. En wat ging ze prachtig onder, Zelfs danst'r reeds een mug. Het beloofde wat te worden, Lente scheen 't als nooit weleer, Maar het zou zoo lang niet duren, Want het werd een vrees'lijk weer. Eerst een Paschen 'lijk een Kerstmis Met veel regen, nog meer kou; Niemand wist waar dat naar toe ging, Wat dat nu toch worden zou. Pessimisten bleven binnen, Staken weer de kachel aan, Die door een vervalschte zon haast Op den zolder had gestaan. Deze Paaschweek was nog kouder, Zelfs vroor het hier en daar Vele graden onder nul nog, Wat deed die natuur toch raar! Sneeuwen deed het ook al even, Regen striemde door de lucht: En vacantiehouders slaakten Niet ten onrecht' menig zucht. Ja, het was een aak'lig weertje Zooals Holland dat slechts kent; 't Is gelukkig dat wij nimmer Door de zon worden verwend. Anders hielden wij voorzeker Het niet uit bij zulk een weer, Doch nu leggen w'ons gelaten Bij deez' lente-jopje neer. Ja, de zon kan ons verschalken, Dat weet ieder onzer goed, Daarom houdt nog maar de jas aan, Denkt niet aan een strooien hoed. 't Zal nog wel een tijdje duren Voor dat 't mooie weer pas komt; Je kunt het toch niet verand'ren, Stook je kachel dat-ie bromt!
Houdt ze tóch in hooge eere Onze nooit volprezen zon, Want zij is toch ook tenslotte Onze lust- en levensbron!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 10 augustus 1929
051 "Haagsche" conferentie
Wat een hooge onderscheiding! Wat een eer voor Nederland! Voor Den Haag is dit geval weer Wel ten hoogste int'ressant. Stel je voor: die groote mannen, Waar je dagelijks van hoort, Komen met het grootst genoegen Zoo maar naar Den Haag gespoord. Och, alleen ook 's Gravenhage Was de aangewezen stad, Die om haar cachet alleen reeds Daarom wel dit voorrecht had. En de groote diplomaten, Mannen van de eerste rang, Kwamen gaarne hier vergaad'ren Tot elkander's landsbelang. En Den Haag zal ook wel zorgen Dat deez' diplomatenshow Met respect en ware achting Opziet naar rood, wit en blauw!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 12 augustus 1929
052 Rilland-Bath
Een huiv'ring gaat door ieder's leên Bij 't hooren van deez' naam, Maar toch bij elk ongeluk: Den spoorweg treft geen blaam. Hoevelen vielen hier reeds niet Ten offer aan de spoor, En immer raast de Jumbo toch Maar ongehinderd door. Hij vliegt en raast en stoomt daar heen En dondert maar steeds voort En aan geen enk'le overweg Is het dat hij zich stoort. De Franschman siddert als hij ziet: "Passage à niveau!" In Holland zegt men: "Ben je gek! Bij ons gaat alles zoo!" Men geeft zich ook de moeite niet, Vermindert niet zijn vaart, Geen onbewaakte overweg, Die iemand zorgen baart. Maar, wee, als dan eens ééne keer Een ongeluk gebeurt, Dan lijkt het of de hemel soms Van verontwaard'ging scheurt! Men geeft dan ook de schuld zoo graag Aan spoor of waterstaat, Maar d'ondervinding heeft geleerd, Men er geen acht op slaat. Wanneer men zich maar moeite geeft Om even uit te zien, Dan leest men van geen botsing meer Van auto en machien. Want onze Spoorwegmaatschappij - Geloof me, 't is een feit - Is niet de schuld van al dat leed Maar wel: Onachtzaamheid!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 13 augustus 1929
053 Glück auf!
En morgen start weer een product Van Duitsche energie, Van Duitsche ondernemingsgeest, Van durf en genie. Wie boekte grooter resultaat? Want driemaal achtereen Vloog het gevaart' "Graf Zeppelin" Naar gindsche Far West heen. Bespotte storm en oceaan, Omzeilde elke klip, En brak in snelheid elk record, Versloeg het snelste schip. "Deutschland, Deutschland über alles!" Och, zij roepen het zoo vaak, Maar deze keer is 't letterlijk, Wij geven toe: 't is raak! Want boven in die ijle lucht, Daarboven domineert Een schip dat alle grilligheid Van de natuur trotseert. Wij brengen schip en kapitein Bij d'aanvang van deez' route Uit achting en uit sympathie Een Hollandsch' eere-groet!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 16 augustus 1929
054 Oorlog?
Uit het vergelegen Oosten Klinkt weer d'oude oorlogskreet En de strijd schijnt losgebarsten Met z'n onheil en z'n leed. 't Heeft er al zoo lang gespannen In dat Oostersch werelddeel; Elke poging tot verzoening Hielp er niet bijster veel. 't Nieuwe China is verrezen, d'Oude draak is opgestaan; Zullen sikkel en de hamer 't Herrezen China kunnen slaan? Wat zal hieruit nu weer volgen Als het tot een oorlog komt Tegen Rusland dat zich door een Vredig masker lang heeft vermomd?
In het Westen confereert men Over Vrede en Herstel; In het Oosten dreigt de oorlog, Luidt terwijl d'alarmbel…
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 20 augustus 1929
055 Tokio, uitstappen!
't Is nog niet zoo lang geleden, In de goede oude tijd, Dat men opzag tegen reizen, Soms was't een onmoog'lijkheid. 't Was een wagen van je leven Als men groote reizen deed, En met wat voor moeilijkheden Was het niet dat men toen streed! Denk eens hoe men zich bediende Van een trekschuit, diligence; Voor een reisje naar Parijs toe Was er toen maar amper kans. Ach, wat is de tijd veranderd En wat gaat nu alles vlug, Voor de grootste afstandsreizen Schrikt men heden niet meer terug. Nog daar juist is het bewezen: Och, dat gaat maar even zoo! In vier dagen vlieg je mak'lijk Van Berlijn naar Tokio. Wel vier járen deed men vroeger Over zulk' een lange route; Ziet eens hoe de mensch van heden Met comfort zoo'n reisje doet! 's Morgens stap je in een vliegtuig En je fladdert naar Berlijn; 's Avonds kun je met gemak dan Weer bijtijds aan tafel zijn. Neen, de menschen van het heden Kennen nu geen afstand meer, Alles wordt nu overwonnen Door het moderne verkeer!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 24 augustus 1929
056 Manoeuvres
Op de groote mooie Veluuw, Op die uitgestrekte hei, Staan in dichte grijze drommen De soldaten zij aan zij. Een zware strijd wordt er gestreden, Woedend buldert het kanon Over het verschrik'lijk slagveld, Fel beschenen door de zon. Deze mooie vlakke heide, Waar het soms zoo stil kan zijn, Is veranderd in een vrees'lijk En verwoed gevechtsterrein. De granaten joelen gillend Met een dof sireen-gezucht Angstaanjagend, onheilspellend Door de zwaar geladen lucht. Maar het was geen echte oorlog, Dat gevecht van Blauw en Rood, 't Was maar wat onschuldig oef'nen, 't Leek een kinderspel in 't groot. Op zoo'n "oorlog" is niets tegen, En zoo'n oef'ning kan nooit kwaad, Want in deze rare tijden Is het wachtwoord: Weest paraat!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 18 september 1929
057 Shearer, de saboteur
Is me dat een schurkig heerschap, Dat men onlangs heeft ontdekt; Wat voor een schandalig zaakje Is er nu toch uitgelekt! Scheerder, viller in 't Hollandsch, d'Eigennaam van dit product, Wiens verschrikkelijke plannen Juist bijtijds nog zijn mislukt. Deze schand'lijke affaire Kwam gelukkig aan het licht, En men ziet weer wat er zooal Achter schermen wordt verricht. Stemming maken vóór den oorlog Had hij zich tot doel gesteld; Als belooning voor dit "werken" Kreeg hij dan een zak vol geld.
Kerels nu als deze Shearer, Van dit slag zonder gevoel, Die verdienen pas hun einde Op de welbekende "stoel"!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 20 september 1929
058 In de goede richting
Immer zal dit jaar ons heugen, Want gekenmerkt zal het zijn Door de algemeen' ontruiming Van de streken aan den Rijn. En dan verder door het streven Naar een vlotenpariteit Van Amerika en Eng'land (Zeek're Shaerer wel ten spijt!) Dan de Haagsche conferentie Met haar prachtig resultaat, Waar de goede zaak der vrede Ook weer best mee is gebaat. Al de nasleep van de oorlog - Eind'lijk heeft men het beseft - Is verwijderd nu tenminste Wat de politiek betreft. Waar men jaren over praatte, Waar men menig zucht voor liet, Is nu door de goede wil slechts In één enkel jaar geschied. Mogen d'and're hinderpalen, Ook al zijn ze nog zoo klein, Door een wederzijdsch begrijpen Spoedig weggenomen zijn. Want de leuze die men nog maar Al te vaak gebruiken hoort: "Si vis pacem, para bellum", Komt heusch uit den booze voort!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 23 september 1929
059 Nog iets over de Brockway
't Is opvallend dat de menschheid Altijd foetert op datgeen' Wat nog nieuw is of moet strekken Tot het nut van 't algemeen. En zoo moet het hier ontgelden Onze Brockway-Maatschappij, Die bestookt wordt in de kranten Door een schuilnaam-schrijverij. Toen nu ruim drie jaar geleden d'Eerste bus haar ronde deed, Stonden d'Ingezonden Stukken Schrijvers met hun pen gereed. Elke keer was het wat anders, d'Een wist dit, de and're dat Van datgene wat tenminste Nog cachet geeft aan de stad. Maar geloof me als het regent Of de nood is aan den man Niemand dezer Brockway-klagers Buiten deze bussen kan. Daarom, Brockway, ga je gang, hoor! Stoor je niet aan dat gepraat, Klink' nog vele lange jaren Je gezoem door onze straat. Want wat altijd is gebleken En wel altijd blijken zal, Is wat men goed moet onthouden: "De beste stuurlui staan aan wal!"
VOICI
Voici schreef het bovenstaande vers nadat busgebruikers aardig wat kritiek op de Brockway in de NTC gespuid hadden. Reacties konden niet uitblijven. Hieronder volgen er twee.
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 24 september 1929
De Brockway
De polemiek der laatste dagen over bovengenoemde Maatschappij kunnen alle een kern van waarheid bevatten, de rijmelarij van Voici doet dit, zeer zeker, in geene deele. Alhoewel inhoudloos, geeft het laatste gedeelte den indruk, dat de schuilnaam-kankeraars er niets, en Voici er alles van weet, hetgeen nu niet door het overgroote deel der busgebruikers beaamd zal worden. Zoowel aan het schrijven van een "Belastingbetaler" als aan dat van "Opmerker" dient ter bevoegder plaatse de noodige aandacht geschonken te worden, eensdeels omdat het een semi-overheidsdienst of -bedrijf geldt, anderdeels omdat de leiding voorzieningen dient te treffen in de gebreken en tekortkomingen, welke de Brockway Mij. in haar ruim 3-jarig bestaan eigen heeft weten te maken. Het kan toch onmogelijk worden goedgepraat, dat er op een gegeven oogenblik, zonder voorafgaande waarschuwing in de plaatselijke bladen, van een vastgestelde dienstregeling wordt afgeweken, waardoor eenieder, die op het vervoer per stadsbus is aangewezen, gedupeerd kan worden. Hetgeen "Opmerker" dan ook schrijft, zal door zeer vele gebruikers als "juist te zijn" beoordeeld worden. De bussen rijden over het algemeen niet op tijd en daaraan zal voor een groot deel te wijten zijn, dat menigeen aan loopen de voorkeur geeft. En dit, niettegenstaande de "intens" uitgeoefende controle op het Heuvelplein. Onlangs wilde schrijver dezes de bus nemen van Viaduct Bosscheweg naar het station. Na een half uur kwam er een. Op mijn vraag waarom ik zoolang had moeten wachten, ontving ik van den aanwezigen controleur de opmerking, dat de vorige lijnbus aan de "Hasselt" kapot stond en als ik haast had gehad hetzij naar het Rosmolenplein of Heuvelplein had kunnen gaan om een andere lijn op te pikken. De vorige week stapte ik in aan een der halten Spoorlaan. Ontving voor mijn dubbeltje een plaatskaartje en direct daarna de opmerking, dat de motor defect was en ik op het kaartje met een volgende bus kon doorgaan. Reservebussen - niet aanwezig. Het laat zich begrijpen dat het gemeentebestuur zich in de handen wrijft van de exploitatie van een gemeentelijke vervoersdienst ontslagen te zijn, maar zij kan zich moeilijk ontslagen achten van de indirecte nadeelen aan de inwoners der gemeente toegebracht door een Maatschappij, welke kwalitatief en kwantitatief niet voor haar taak berekend blijkt te zijn. Zoodra dan ook een gemeentebestuur, of welke overheid ook, een monopolie in het leven roept, welke het karakter draagt van openbaar nut te zijn, dient door haar gezorgd te worden dat - en dit vooral bij een opkomend bedrijf of tak van dienst - "orde en regelmaat" niet wordt ondergeordend aan hetgeen men in de economie pleegt te noemen "financieel rendement", welke laatste voor eene particuliere maatschappij hoofdzaak zal blijven.
L. v. M.
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 15 oktober 1929
Tilb. Brockway-Bus Mij.
Eenige weken geleden schreef de heer Voici in zijn vers, dat de Directie der bovengenoemde Mij. zich maar niet moest storen aan dat schuilnaam-geschrijf. De naam doet hier niets ter zake. Het gaat om den goeden gang van zaken. Ik gaf toen dag en uur op en zal de Directie wel geconstateerd hebben, dat het zéér juist was.
Gistermorgen, op Zondag, werd ik al vroeg teleurgesteld. Ik wachtte op een halte, voor een bus, die om 10.00 uur vanaf Weber vertrekt. Tot mijn spijt… geen bus. Een mijnheer, die met mij stond te wachten, moest nog een bus hebben naar Waalwijk, welke hij hierdoor ook miste. Nadat de bussen dus pas een uur uit de garage zijn, is de dienst al van streek. Mijnheer Voici zal me toch toegeven, dat dit niet moest voorkomen.
Hoogachtend, OPMERKER
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 24 september 1929
060 Iemand met een baard
(Historisch)
Wat ik weder thans hieronder In een puntdicht heb vervat, Is gebeurd op een der drukste Punten van deez' groote stad. 't Was juist volop twaalf uren En ontzettend druk op straat, Waar een jong verkeersagentje Het verkeer te reeg'len staat. Onz' agent schonk alle aandacht Aan de reeg'ling van 't verkeer, En zijn arm zwaaide machtig Door het luchtruim heen en weer. Plots'ling komt een héér op hem toe, Deze vraagt: "Hebt u misschien Ook zo juist een zeker heerschap Met een zwarte baard gezien?"… Wat d'agent op deze vraag toen, Op zoo'n critiek moment gesteld, Heeft geantwoord laat ik liever In deez' reeg'len onvermeld!
Bij dit echt gebeurde voorval Geef ik u de goede raad: Vraagt nooit iets aan een agent die Het verkeer te reeg'len staat. Spreekt nooit met verkeersagenten, Noch wanneer g'iets weten moet, Vraagt het maar aan and're menschen, Die zeggen het u even goed.
VOICI
|
|
||||
|