|
Voici - John Majoie De man die zijn lezers liet lachen
Onder redactie van Ben van de Pol
Aflevering 14 (261-280)
Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 4 juli 1940
261 Fiets
Ze stond er al jaren De stof te vergaren; Door niemand gezocht En bijna verkocht. Werd nimmer bekeken, Door ieder ontweken; Ze roestte geducht En snakte naar lucht. Was zeer overbodig, Sinds lang niet meer noodig; Een gammel model Met zeer schorre bel. Een rasechte flodder, Verzot op de modder; Had altijd gepiept, Was dikwijls gekiept. Zat zeer ongelukkig Liep meestal wat snukkig; Deed altijd zoo zot, Was dikwijls kapot. Liet graag zich betrappen, Te vies om te gappen; Een prul van een kast Geen nut maar een last. Te stroef om te sturen, Hing 't liefst tegen muren; Kortom: een "mesjien" Da'k niet meer wou zien! - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Ik moet me vergissen, Hoe kon ik haar missen; En zei zoo maar iets En waardeer thans... m'n fiets!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 juli 1940
262 Uw nationale plicht!
Morgen zal't er dan van komen, Morgen is de groote dag, Op denwelke Tilburg toone Wat saamhorigheid vermag. Laat uw hart een woordje spreken, Offert ook uit dankbaarheid, Dat ú niet is overkomen, Waar een ander thans om schreit. Denkt nu aan het leed van velen, Die van alles zijn beroofd, Want men heeft aan deze menschen Ook úw gulle gift beloofd. Ja, op ieder wordt gerekend, Die't maar éven missen kan Om een steentje bij te dragen Tot dit helpt-elkander-plan. Allerwegen is een streven Één en nationaal te zijn, Wel, zoo ooit, dan kan dit morgen Op breed uitgezet terrein. Zelden is voor zulk een schoone, Goede zaak uw hulp gevraagd En zoo ooit dan geldt het morgen Dat g'elkanders lasten draagt. Het beroep - op u gedaan - zij Morgen niet vergeefs gericht; Toont u één en solidair en Doet uw nationale plicht!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 5 juli 1940
263 De trouwe hit
Het mooiste nieuwtje van den dag Viel gisteren te lezen, Waarmee het "alles-komt-terecht" Opnieuw weer is bewezen. De heele stad leek in de war Om het gestolen "plofje"; Het is terecht - ik zég terecht: "Nou, redacteur, dan bof je!" Het stadsbeeld leek niet meer normaal, Er bleek iets te ontbreken: Men heeft naar dat verchroomde ding Toch steeds zoo graag gekeken. Men vond het in een roggeveld, Hoe is het daar gekomen? Dit had beslist zijn eigen baas Toch ook nooit kunnen droomen! Benzine huilend heeft het ding Een week daar neergelegen; Je vraagt je af: hoe heeft die dief Het in z'n hoofd gekregen? Hij heeft niet veel pleizier gehad Van zijn gestolen ritje; Het ding heeft zich daarbij getoond Een baas-getrouw hitje. Want toen het plots dien vreemden last En ruwe hand ontdekte, Begrijpt u wel dat deze "plof" Het verder gauw ……..
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 6 juli 1940
264 Er is iets veranderd!
Ze zeggen alsdat ze geen kranten meer lezen En niets meer gelooven wat niet is bewezen; Ze zitten intusschen vol sterke verhalen, Die kunnen we missen: om koffie te malen! Dan zijn er ook nog van die makk'lijke menschen, Die't oude het liefst maar terug zouden wenschen, Die willen het nieuwe nog steeds maar niet snappen, Die kunnen we missen: dat zijn zoo maar slappen! Wie kent niet die gasten die telkens weer draaien, Die meedoen wanneer d'r maar iets valt te graaien, Die juist als een weerhaan herhaaldelijk zwenken, Die kunnen we missen: die zullen nooit denken! Past op voor die lieden die alles voorspellen En het u wel eens eventjes zullen vertellen; Dat zijn van die rare onzekere kwasten, Die kunnen we missen: dat zijn de fantasten! Dan heb je d'r óók nog die altijd maar klagen, Nooit met ideeën eens aan komen dragen; Die varen nooit uit maar die blijven voor anker, Die kunnen we missen: die zitten vol kanker! Wijkt uit voor die menschen die pratend vervelen En vroeger steeds zeiden: "Mij kan het niet schelen!" Die kunnen wel kletsen maar weinig presteeren, Die kunnen we missen: valt niks van te leeren! Nog erger zijn zij die steeds alles vergeten En toch nog beweren: "Ik hè't wel geweten!" Laat z'in den bond van bètweters blijven, Die kunnen we missen: dat zijn ouwe wijven! En zij die steeds zeggen: "We moeten, we zullen!" Dat zijn van die dravers maar eigenlijk prullen; Die hebben met branie zichzelve verraden, Die kunnen we missen: die stellen geen daden! Wat heb je aan menschen die janken en treuren, In stamkroegen alles maar af zitten keuren, Maar zelf geen betere oplossing weten; Die kunnen we missen: dat zijn de proleten! Dan zijn er die nooit energie konden toonen, Nog steeds in hetzelfde winkeltje wonen; Die zullen het nu wel eens even probeeren, Die kunnen we missen: die parasiteeren!
We hebben behoefte aan frissche gedachten, Aan kerels waarvan je iets goeds kunt verwachten, Aan mannen die willen en op zullen bouwen, Die kunnen we hebben en zijn te vertrouwen! (De nieuwe gemeenschap is niet te verkrijgen Door stukjes van toen aan elkander te rijgen; Er is iets veranderd en dat moet men begrijpen, Of wilt gij soms dansen naar andermans pijpen?) Geen winst voor den enkel, doch welvaart voor allen, Geen kakelpartijtjes die alles vergallen; Benut de talenten die ons zijn gelaten, Men stelle thans daden en moet niet meer praten! Niet alles was slecht maar toch veel was versleten, Een nieuwe tijd klopt aan de deur van't geweten; Nationaal strevend naar hoogere waarden, Dát moeten we hebben: in lout'ring op aarde!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 9 juli 1940
265 Donkere tijden
Wanneer de zomernacht begint Met vaak veel stergeflonker, Dan sluimert reeds het grootste deel Van onze stad in 't donker. Een enkeling begeeft zich laat Door onverlichte straten En wie soms niet gezien wil zijn, Loopt niet meer in de gaten! Men ziet dan hier en daar heel vaag Gekleurde pitjes zweven Van fietsers die op goed geluk Zich snel naar huis begeven. En nauw'lijks als het klokkenkoor Weer twaalf heeft geslagen, Dan hoor j'een "bromvlieg" wier "woe-woe" Schier niemand kan verdragen!... Hoe stil en vredig ligt de stad Dan in het diepe duister; Vanzelf gaat een laat gesprek Dan over in gefluister. Deez' toestand heeft toch wel wat vóór: Hij drukt d'electro-meter, Men ligt er vroeger door in bed En 's morgens gaat het beter! - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Intusschen blijft een groot deel van Europa streng verduisterd, Omdat het in de ketens nog Van Mars ligt vastgekluisterd. Het ziet er zoo maar donker uit, Het is niet te vermijden, Doch hoe 't ook zij - wie hunkert niet Naar meer verlichte tijden?...
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 11 juli 1940
266 Die eene duif
Alle heeren duivenmelkers Kunnen er nu van op aan, Dat een duif niet meer geduld wordt Als ze buitenhoks zou gaan. Voor de laatste maal gewaarschuwd: Houdt uw duiven uit de lucht, Want een duif kan spionneeren, Maakt soms een verdachte vlucht. Wel een strop voor onze duiven, Die zoo graag uit vliegen gaan; Zielig dat de "melker" thans zijn Constateur moet laten staan. Maar het is nu eenmaal oorlog En men heeft er mee geleerd: Duiven zijn té slimme vogels, Vliegen soms wel eens "verkeerd". Weest verstandig, duivenhouders, En bespaart U het verdriet, Dat de overheid zich boos maakt, Onder uwe duiven schiet! - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Maar gelukkig rest één duifje, Dat men niet verbieden zal, Dat eenieder toe zal juichen Als dát vliegt door het Heelal. Daarom turen wij toch allen Vol verlangen in de lucht Of de vredesduif mag vliegen In een onbeperkte vlucht.
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant -zaterdag 13 juli 1940
267 In de puntjes gekleed!
Nou, dat zal me straks iets worden Met die punten-tellerij; Als je dan een broek wilt koopen, Hoort je puntenlijst erbij! ('k Heb nog van die puntenlijstjes Die van school afkomstig zijn, Maar dáár zal 'k niet veel op krijgen, Want dat puntental was klein!...) Ook al lijkt het wat omslachtig, Toch valt deze reeg'ling mee; In practijk - op punt van zaken - Blijkt ook dit een goed idee. Dus we gaan straks naar een winkel En we vragen heel beleefd Of men soms voor twintig punten Nog een aardig pakkie heeft. Negen punten voor drie Jägers, Hoogstens vier nog voor een hemd En de rest zij puntsgewijze Voor een onderbroek bestemd. Ja, dat wordt een punten-rage Tot het toppunt is bereikt En de een of ander onder Heel zijn puntenlast bezwijkt. Als nu strakjes juffrouw Hupmans In de puntjes is gekleed, Vraagt haar buurvrouw zich weer af van Hoeveel punten zij dat deed! Nou, je zult wat geks gaan hooren Als we straks uit wand'len gaan: "Zeg, ik doe m'n vijf-punts-kousen En m'n zes-punts-jurk aan!" Of ons Kee zegt tot haar Janus: Als ze dabb'ren door een plas: "Sunde van m'ne tien-punts-maantel En van jouwen aacht-punts jas!"
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 19 juli 1940
268 Het botert minder
Als ik alles heb begrepen, Komt het dus wel hierop neer: Er is boter meer dan anders, Maar tóch krijgen we niet méér! Doen het zelfs met "iets" minder, Minder boter bij de visch, Daarbij nú eerst goed beseffend Wat een half pondje is! In ons land van melk en boter Is dit wel een zeldzaamheid, Maar een uitkomst voor degene, Die aan margarine lijdt. Wie nu boter op z'n hoofd heeft, Loope niet meer in de zon, Doch bescheiden in de schaduw Met een dure boterbon. Met je neus in boter vallen, Komt nu ook niet veel meer voor, En men zou zich maar bezeeren Want je valt er makk'lijk dóór! Erger is het - nu het laagje Dun is in de botervloot, Dat de kans der haren-zoekers In de boter is vergroot... Maar met des te meer waardeering Zien wij nu de koeien staan, Die in koor thans tot ons loeien: "Boot'ren jullie maar wat aan!"
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 20 juli 1940
269 Rijmelijke grapjes
Nationale concentratie Is de leuze van den dag; Concentreert de concentraties Als ik adviseeren mag!
Klinkt het nu niet actueeler, Als bv. werd verzucht: Beter één duif in de kooi dan Twintig duiven in de lucht!
Tilburg wordt met 25 "Plisiegenten" uitgebreid; Dit beteekent in de toekomst Nog méér "bonnen"-narigheid!
Nu naast boter ook het vette Danig wordt gerantsoeneerd, Zal er weinig meer in't vet zijn, Wordt er veel op vet geteerd.
Strakjes hobb'len weer de bussen Door deez' meer "bebuste" stad, Die bewees dat zij voor "bussen" Een royaal' attentie had.
Voor de rest zou'k moeten zeggen Heel oprecht: "Méér-weet-ik-nie!" Doet het daarom voor vandaag maar Met deez' "grapjes" van
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 22 juli 1940
270 Bons...
Ik heb in dezen bonnentijd, Beheerscht door rantsoeneering, Voor ied're huisvrouw meer dan ooit Een groote schep waardeering. Wat heeft zoo'n vrouw veel aan haar hoofd, Wat moet ze al niet weten, Wat is het in haar keuken nu Een passen en een meten! Een pondje dit - een onsje dat, Van alles maar een hapje; Gewoekerd wordt er met de bons Voor pudding of een papje. Bon zóóveel voor een boterham, Ook bons voor grutterswaren; Van alles maar bij mondjesmaat En dan nog wat besparen! Een bon voor boter of voor vet, Zoowaar ook gort op bonnen, Want anders loopt het in de gort; Hoe krijgen ze 't verzonnen! De huisvrouw wikt en weegt en kookt Haar potje overwogen; Er is nog nooit zoo weinig in Het huishoudboek gelogen! Want alles is nu afgepast Er valt niets meer te foez'len; Een hoedje is nu niet meer in De suiker te verdoez'len... Inmiddels is de vrouw de baas, De mannen moeten zwijgen; Van haar is 't beter iets op bons Dan iets dat bonst te krijgen!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 23 juli 1940
271 Met z'n oogen!
Toen de Spaansche politie, blijkens de berichten, naar een Hindoe zocht, die banken, hotelkassen e.d. beroofde, zonder ander wapen dan zijn hypnotischen blik.
Zoo schijnt men dus in Spanje thans Een Hindoe na te jagen, Wiens blik geen enkele kassier Onwrikbaar kan verdragen. Zeg, stel je voor, je zal zoo'n vent In 't donker tegenkomen: Hij kijkt je aan en steelt je leeg, Terwijl je staat te droomen! Toch heeft de man in elk geval Zachtzinnige gebruiken Om zonder wapens naar je beurs Of vestjeszak te duiken. Hij maakt gewoonweg iemand weg Met zijn hypnotisch' oogen; Je weet van niks maar als j'ontwaakt Dan blijk je pas bedrogen! Wat heeft zoo'n man een wapen in Zijn akelige blikken; Men moest hem op z'n oogen en Niet op z'n vingers tikken! Als wapen voor kassiers zou mij Het toch wel beter lijken: Je klanten niet in d'oogen doch Meer op de vingers kijken!!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 24 juli 1940
272 De kat en de boom
Het is weer zoo - ze zit er weer, Ze wordt weer flink bekeken; Heeft trouwens altijd veel bekijks, Dat is al méér gebleken!... Ze wordt van allen kant beloerd, Ze wordt ook veel besproken; Het meest door hen die - als't er spant - Zich houden weggedoken… Ze komen allen op hun beurt Toch wel eens even neuzen; Ze nemen echter geen besluit, Ze blijven zonder keuze. Ze komen schuchter naderbij, Ze scherpen hunne blikken, Maar om waarachtig iets te doen: Dát zullen ze vertikken! Toch is ze duidelijk te zien, Men ziet het "beest" goed zitten En toch staan vele gapers daar Met open oog te pitten! Ze voelen wel en zijn het eens: D'r moet iets mee gebeuren! Ze weten echter niet goed wát En blijven dan maar zeuren. Dat zijn de muizen onder ons, Die - net als muizen - vinden, Dat liefst een ander maar de kat De bel moet aan gaan binden. Intusschen laat die "kat" hier toch Al aardig van zich blijken; Je schiet er echter niets mee op Door z'uit den boom te kijken!...
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 25 juli 1940
273 De zingende muis
(In Nijverdal, zoo werd dezer dagen gemeld, is een zingende muis ontdekt, die brutaal genoeg is om zich tijdens haar voordracht ook nog te vertoonen!)
Het is voorwaar van groot belang Om juist in deze dagen Als iets aparts de aandacht voor Een muis, die zingt, te vragen... Op dit zeer int'ressante nieuws Dat ons de kranten brachten, Zat waarlijk wel het heele land Nou echt al lang te wachten!... Gelukkig, dus het is niet dood, Het muisje dat kan zingen; We hoorden al een tijd niet meer Van deze rare dingen. Ze duikt nu op in Nijverdal (Waar zou dat gat toch liggen?) Men was daar zeker wat jaloersch Op onze geit-van-Piggen!... Men meldt van deze muis speciaal Dat zij zich laat bekijken, Wanneer zij als een zangeres Luid piepend zit te kwijken. Toch ga ik niet naar Nijverdal Om deze muis te hooren, Wijl mij bv. meer Jeanette MacDonald kan bekoren! Doch, wie het wil, kan zich alsnog Ter plaatse vergewissen, Hoewel: er zijn in dezen tijd Wel and're muizenissen!...
Toch is dit Nijverdalsch geval Zeer vreemd, want, alle donders: Hier heeft een dál een muis gebaard, Da's toch wel iets bijzonders!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 30 juli 1940
Antwoord op een vraag van Voici waar Nijverdal ligt
Geachte vriend mijnheer Voici Ik heb uw vers gelezen Betreffende een kleine muis, Die alom werd geprezen. Doch even was mijn trots gekrenkt, Niet om de geit van Piggen, Doch om die zeer onnooz'le vraag: "Waar zou dat gat toch liggen?" Dat gat, mijnheer de Rijmelaar, Tracht het goed in te prenten, Ligt ergens in Nederland, Om juist te zijn in Twente. Ik zou zoo zeggen, beste vriend, Uw kennis der natuur Is niet bijzonder groot geweest, Of… niet van langen duur? Neem tijdens uw vacantie nu Uw velo eens ter hand En peddel opgewekt en blij Naar 't Oosten van ons land. En fietst gerust naar Nijverdal, De natuur die is er prachtig, Zoo ongerept, zoo wonder schoon, Ja, heusch, dat is waarachtig! Luistert naar een goede tip, Ik geef u de garantie: Wanneer het weer wat medewerkt Heeft u een pracht vacantie!
VOILÀ
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 26 juli 1940
274 De theorie der duimen
(Volgens een krantenbericht heeft de een of andere Amerikaansche geleerde vastgesteld, dat het karakter van een man uit zijn duim te verklaren is).
Alsdat men het karakter van De mannen kan verklaren Uit hunnen duim zal zeker niet Bij vrouwen opzien baren. Die weten méér van dezen duim, Hij gaf al veel gedonder, Want zitten niet de meesten van De mannen er diep onder?... Toch leert men aan hun duim wellicht Zeer vele mannen kennen, Lijk zij die duimen-draaiend liefst Een ander laten rennen. Maar hoe zou het karakter van Die mannen zijn te meten, Die denken dat zij alles steeds Wel op hun duimpje weten? Als stug en koppig laten vaak Die mannen van zich blijken, Die nooit te overtuigen zijn, Geen duimbreed willen wijken. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Maar wát zou het karakter zijn, Heb ik al overwogen, Van den geleerde die dit uit Zijn duimpje heeft gezogen?...
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 1 augustus 1940
275 Een lichtende kwestie
Heden vraagt van ons de fiscus Een nieuw plaatje op de fiets, Ook al doet zij ons lankmoedig In de eerste week nog niets. Maar het blijft niet bij een plaatje, Want in dezen duist'ren tijd Is het absoluut noodzaak'lijk, Dat men áfgeschermd rijdt. En nu valt er niet te schermen Met: "Dat zal zoo nauw niet zijn!" Toont dit niet te licht te achten, Meent niet: "Och, dat is maar schijn!" Wijkt geen lichtstreep van datgene Wat verordend is nu af; Een vergrijp dat licht zou schijnen Brengt u licht een zware straf. Vanaf heden geen gekleurde Rijwielbollen in de straat, Maar een licht licht-gevend streepje En allicht ook volgens maat! Laat u niet zoo'n ding aansmeren, Waar men hier en daar mee leurt, Want model-zijn wil ook zeggen: Goedgekeurd is niet be-keurd! Licht de hand niet met dit lichtje, Toont gerust licht-vaardigheid, Weest daarbij weer niet lichtvaardig, Of u raakt wellicht wat kwijt!
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 2 augustus 1940
276 Gaat naar buiten!
Het is nu niet bepaald een tijd Om kermis te gaan vieren En in een uitgelaten bui Te drinken en te tieren. Wat echter ook niet zeggen wil Nu in de vrije dagen Maar thuis te zitten en daar stil Te kniezen en te klagen. Men heeft nu juist zoo'n mooie kans Om de bedompte luchten Van de fabriek of het kantoor In de natuur t'ontvluchten. We gaan dit jaar niet in de "stoom" Of in een danstent zweeten Of in een overdruk café Elkaar van tafel eten! Acht vrije dagen zijn ook niet Acht dagen om te vrijen, Doch om zich in de buitenlucht Gezond te gaan vermeien! Grijpt nu de kans en trekt er uit, Vergeet daarbij uw zorgen; Geniet ten volle van een dag En start vroeg in den morgen. Springt op de fiets en trapt u weg Van alledaagsche dingen, Naar buiten waar men ongestoord Kan ademen en zingen. Bewondert nu eens eigen land, Ontmoet eens and're menschen, In and're sfeer met and're praat, Misschien ook and're wenschen… Rijdt uw familie nou eens af En gaat eens informeeren Hoe tante Miet en oome Kees Hun bonnenvet verteeren! Fietst naar het Gooi of IJsselmeer, Naar Zeeland of het Zuiden (Maar trekt u 's nachts vooral niets aan Van zeek're bijgeluiden!...) Doch, hoe 't ook zij, ge moet er uit, Ge moet u eens ontspannen; Gaat allen in de frissche lucht En laat het niet bij plannen. Laat de fabrieksstad-atmosfeer Door versche lucht verstooten; Keert terug met nieuwen moed en zegt: "Nou heb ik echt genoten!"
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 3 augustus 1940
277 De maan blijft aan!
Naar aanleiding van de verordening dat er ook geen lichtjes mogen branden in cafétuinen of op terrassen.
In deez' zeldzaam duist're tijden Komt het evenmin van pas Bij een schemerlamp te smoezen In een tuin of op terras. Dus er mag geen pitje branden In zoo'n ja... zoo'n kieteltuin Evenmin bij buiten-zitjes Ook al is het afdak schuin. Want dat geeft "aanknoopingspunten" (Ik bedoel daarmede hier Niet aan paartjes, maar natuurlijk Aan zoo'n woe-woe-vliegenier). In het donker zitten praten Is zoo ongezellig niet, Mits U dan daarbij niet alles Van den donk'ren kant beziet! Een gesprek kan in het donker Toch nog zeer verheld'rend zijn, Als men zich tenminste matigt Met het bier of met den wijn... Als U daar niet aan kunt wennen (Ik bedoel aan zoo'n café, Waar z'in't donker buiten zitten) Wel, neemt dan Uw meisje mee... Zoudt ge dan niet lief gearmd Naar dat gratis plekje gaan, Dat verlicht blijft en bekend staat Als hotel "De volle maan"?...
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 5 augustus 1940
278 Geen tunnel!
Zeg, nou zijn we bij een echte Kouwe kermis aangeland Nu het groote tunnelvraagstuk Vlak daarvóór is weggepland. Na veel vijven en veel zessen Kwam er een vrij stunt'lig plan, Dat meteen al demonstreerde, Dat het toch nog beter kan. Maar er zou toch iets van komen En we waren al zoo blij, Doch we zijn weer uitgetunneld, Want het plan ligt ver opzij. Zonder centen van een ander Kunnen wij dit plan niet aan, Daarom zullen we gelaten Voor de boomen blijven staan. Bijna honderdduizend menschen Van deez' doorgesneden stad Zijn intusschen deze boomen, Die veel dwars zijn, reeds lang zat! Ja, we hebben met dien tunnel Nogal eens een keertje pech En nu blijven we maar zuchten Voor dien lammen overweg…
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant -maandag 19 augustus 1940
279 Weer in de korte broek
Een Engelsch blad opperde het denkbeeld, om den jongemannen, die nog niet geheel volwassen zijn, aan te raden korte broeken te dragen. Dit zou een groote besparing aan stoffen beteekenen.
Jongemannen, niet volwassen, Maar toch reeds in lange broek, Dit idee zet jullie allen Zoo maar leelijk in den hoek! Want er is iets voor te zeggen En het spaart weer heel wat uit, Ook al vrees ik het vertoon straks Van zoo'n dicht behaarde kuit. Wel een strop voor al die jongens Die zich dikwijls vóór hun tijd Al een groote vent gevoelen In zoo'n broek - vaak veel te wijd. Niet verkeerd soms ook voor jongens Met wat dons in hun gezicht, Die een groote broek aantrekken Met een air van veel gewicht. In zoo'n korte broek te loopen, Staat misschien een beetje klein, Maar ze mogen wel eens toonen Dat ze nog maar "broekies" zijn!...
VOICI
Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 21 augustus 1940
280 Bruine beenen
Opgedragen aan alle meisjes, die 's zomers meenen haar bloote beenen bruin te moeten verven!
Nu de kousen slechts op punten Niet zoo vlot te krijgen zijn, Is 't nog erger geworden Met die bruine beenen-gijn! Om het bleeke of de sproeten Niet te zeer te laten zien, Heeft men thans iets uitgevonden, Dat zoo gek niet is - misschien. Want de meisjes gaan heur beenen Nu bewerken met een kwast, Om ze zachtjes bruin te verven, Lijk de mode heeft gelast. Bruine beenen en geen boonen, Is het wat de klok nu slaat, Bovendien soms met een lijntje, Dit bij wijze dan van naad. Roode lippen, rose wangen, Streepje hier en streepje daar, Roode nagels, bruine beenen En het schilderstuk is klaar! 'k Heb aan "kissproof" vaak getwijfeld (De ervaring is niet klein...) Nu de beenenstift er bij komt, Vraag ik: zou die "knijpproof" zijn? - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Alle gekheid op een stokje: Weg met bruine beenensaus; Thans misstaat het niet te loopen Met een ladder in je kous!
VOICI
|
|
||||
|