INHOUD MAJOIE
CUBRA HOME

© 2017

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

John Majoie - Voici

Journalist

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Correspondent van De Telegraaf in Spanje 1950-51

 


De Telegraaf - zaterdag 22 april 1950

 

 

Madrileense notities 1

 

Een uitbrander van een bedelaar

 

(Van een correspondent)

 

 

MADRID - Wie in Madrid niet thuis is (of de aard van de Spanjaard niet kent) kan er bij tijden de raarste dingen beleven. Een landgenoot die pas kort hier was, liep op een zomerse dag in de felle zon over het asfalt in plaats van in de schaduw over het trottoir. In die schaduw zag hij iemand staan, die naar hem zwaaide en hem toeriep: "Geef mij een aalmoes, God zal het je belonen." Mijn landgenoot - de taal enigszins machtig - antwoordde, dat hij het hoogst ongepast vond hem te roepen. De bedelaar gaf hem daarop een flinke uitbrander en zei, dat men toch niet van hem kon verlangen, dat hij in die barre zon ging staan!

Nog een staaltje van typisch Spaanse mentaliteit. Het overkwam een mij bevriende, zeer gefortuneerde dame. Een lichte operatie bij een beroemd chirurg bezorgde haar een rekening van Pts 200.000 - (volgens de toeristenkoers een f 33.000 dus). Zij weigerde dit bedrag te voldoen. Na rijp beraad met anderen zond zij een cheque van Pts 40.000. De dokter in kwestie stuurde de cheque terug, tegelijk met een fraai bouquet bloemen en deze woorden: "Daar u mijn rekening niet accepteert, wil ik niets ontvangen. Ik kus uw voeten…"

 

Sober leven

Een dergelijke grootmoedigheid kunnen zich natuurlijk maar weinigen veroorloven. Daar is het leven te duur voor. Een hogere ambtenaar, die een Pts 3.000 per maand verdient, moet nog sobertjes aandoen om uit te komen. Laten wij de familie op pa, ma en drie kinderen rekenen (drie kinderen is weinig voor dit vruchtbare ras). Het huis kost zeker Pts 500 per maand. Het eten komt voor 5 mensen en 2 dienstboden (zoals hier de gewoonte is) per dag op minstens Pts 80, dit is per maand op Pts 2.400. Men ziet wat er van die Pst. 3.000 overblijft!

Wel is er een distributie - in alles ongeveer nog! - maar zij is met haar minieme kwantiteiten een aanfluiting. Brood, en dat is ook hier het voornaamste voedsel, krijgt men bijv. niet meer dan 150 gram per dag en per persoon. Olijfolie slechts driekwart liter per maand en per persoon. Alleen militairen en gewapende politietroepen ontvangen twee-, soms drie- en viermaal meer aan gedistribueerde goederen dan "gewone mensen". Kolonels en generaals zelfs vijfmaal meer voor ieder van hun huisgenoten. Dat de zwarte handel onder dergelijke omstandigheden bloeit, is niet anders dan "natuurlijk". Alles is er te koop tegen fantastische prijzen.

 

 

De Telegraaf - zaterdag 6 mei 1950

 

 

Madrileense notities 2

 

Contrast tussen rijk en arm

 

(Van een correspondent)

 

 

MADRID - Het contrast tussen rijk en arm is ook in het Spanje van vandaag nog steeds zeer groot. Men kan - en dit zeker in een paar honderd huizen in Madrid - door knechten met kuitbroek worden geserveerd. In zulke huizen kan men 20 tot 30 man van het personeel in de grote keukens zien eten. Er zijn al gauw een 5 of 6 dienstboden, of 2 of 3 knechts, 2 chauffeurs en dan een onbegrijpelijk grote aanhang, die nodig schijnt te zijn om het huis en de familie, die het bewoont, te bedienen. Daar komt nog bij, dat de Spanjaard een groot familiezwak heeft. Hoevele zoons, zelfs van gefortuneerde ouders, wonen niet met vrouw en vele kinderen in het ouderlijke huis.

Toch is er hier door de burgeroorlog wel het een en ander veranderd. Vroeger, een dertig jaar geleden, kon men in de exclusieve clubs jongelieden aantreffen, die er niet aan dachten ooit iets uit te voeren en zelfs met een zekere minachting op werkende mensen neerkeken. Ook nu zijn er nog wel van die klanten, die slechts belang stellen in sport, reizen en jacht. Soms hangen zij een hele middag voor de grote ramen van hun clubs te kijken naar de voorbijgangers in de steeds zeer drukke straten. De etenstijden zijn ook niet bepaald gunstig voor harde werkers. Wanneer men bij vrienden op een middagmaal wordt gevraagd, moet men er niet voor half drie 's middags naar toe gaan. Zo'n lunch duurt dan tot bij vijven. Een diner begint nooit voor half elf en het is dan ook voor de dienstboden een late pret.

Tijd speelt hier overigens helemaal geen rol. Ik zou Spanje wel eens willen vergelijken met 'n ossenkar, indien men in aanmerking neemt hoe langzaam zich alles voltrekt. Hoe achterlijk nog op het land wordt gewerkt, hoe droevig het is gesteld met treinen en andere communicatiemiddelen. Hoe moeilijk het is hier ooit iets gedaan te krijgen. Het knarst, het piept, doch… al breekt er wel eens een wiel, de kar komt er toch.

Zo is het een beetje in Spanje 1950. Daarnaast zijn er weer moderne dingen, zoals de onvolprezen paradores en albergues voor het vreemdelingenverkeer. Het zijn uitstekende hotels op de grote autowegen en in sommige pittoreske streken - soms oude paleizen, soms modern ingerichte country-huizen. Men kan er dag en nacht terecht. Er is altijd een ploeg personeel om de late toerist een keurig maal voor te zetten en - indien er plaats is - een keurige slaapkamer aan te bieden. Deze service is nog een nalatenschap van wijlen Koning Alfons, Primo de Rivera en graaf de Cimera.

Ook nu wordt er nog veel voor het toerisme gedaan. De zeer energieke directeur van het Spaanse toerisme, de heer Bolin, die zijn talen uitstekend spreekt, is vol ijver en goede wil om zoveel mogelijk buitenlanders naar Spanje te trekken. Hij heeft slechts met één geduchte tegenstander te vechten: het benzine-tekort. Het is daarom de buitenlandse automobilist aan te raden steeds een flinke hoeveelheid reserve-benzine bij zich te hebben.

 

 

De Telegraaf - maandag 22 mei 1950

 

 

Madrileense notities 3

 

Stierengevechten minder romantisch

 

(Van een correspondent)

 

 

MADRID - Spanje is zonder stierengevechten nog steeds ondenkbaar. Het is alleen wat minder romantisch dan voorheen. Voor de stier, het kind van de rekening, is het einde hetzelfde gebleven: levend verlaat hij de arena niet. Ik heb nu reeds honderden corrida's aanschouwd, doch ik trek als Nederlander en oud-cavalerist (en dus als dierenvriend) nog steeds partij voor de ten dode gedoemde stier. Het eerste moment, het binnenkomen van de stier, is mijn moment. Hij is dan ten minste nog tamelijk fris, al heeft hij al twee dagen niets te drinken gehad. Hij is onthutst over de lichteffecten, over de grote naakte zandplaats, over die brallende helden achter de hoge houten schotten.

Het is een mooi moment wanneer de verschrikte, soms woedende stier op de banderillero komt aanrennen en deze behendig en elegant de twee van stalen weerhaken voorziene banderilla's weet te plaatsen. Het tweede moment, dat tussen stier en picador, is niet mooi te noemen, doch schijnt nodig te zijn om het dier af te matten en te laten bloeden. Het dier krijgt dan al een lans in zijn nek.

 

De torero

Wanneer nu mijn vriend de stier - zeer tegen mijn zin - zijn nobele krachten aan het verspillen is, verschijnt de torero op het strijdtoneel met zijn rode doek en zijn degen. Na 'n ingewikkeld spel van speciale passen en bewegingen, waarbij zowel de stier als de torero wordt uitgescholden of geprezen, moet de torero de nek, de voorbenen, ja de hele houding van het mannetjesrund in een dergelijke stand weten te brengen, dat hij de stoot tussen de machtige hoorns kan wagen. Dan moet hij het hart of de long weten te treffen met de degen tot aan het handvest in de huid van het dier geboord.

Zoals dit meestal het geval is met grote artisten, verdient ook de torero zeer veel. De man van naam wordt zelfs zeer rijk, daar hij ieder jaar een paar millioen peseta's verdient en ook in het buitenland (Mexico, Peru, Zuid-Frankrijk) corrida's heeft. Ik ken verscheidene bekende torero's, die grote bezittingen verwierven. Zij houden het echter niet lang uit. Alleen jonge benen kunnen de nodige elasticiteit waarborgen. De meeste torero's zijn lieden, die het er goed van nemen, havana's roken, flinke hoeveelheden cognac inslaan en omringd zijn door vrouwen uit alle standen, zolang zij succes hebben en tegen alle physieke eisen, die aan hen gesteld worden, opgewassen zijn.

 

 

De Telegraaf - donderdag 26 april 1951

 

 

De romantiek is ongebroken

 

Maar de toeristen ontbreken

 

(Van een bijzondere correspondent)

 

 

MADRID - Een aardbeving, de staking in het Noorden, de dood van twee generaals en de opening van het toeristenseizoen - dat zijn zo in Spanje de belangrijke gebeurtenissen van de laatste tijd. En ten slotte wordt er onder de politici gemompeld over een Middellandse-Zeepact, waaraan ook Spanje deel zou nemen, als "aanhangsel" van het Atlantische Pact.

Maar eerst dan de aardbevingen, de verschrikking van de oude tijd maar in vergelijking met de moderne dreigingen bijna onschuldig. In Madrid waar de muren hier en daar wat wankelden, keken de mensen - druk bezig de dagelijkse "erwten" te verdienen" ("ganarse los garbanos") - nauwelijks op. Dat een Hollandse toerist, die juist in een ministerie enige inlichtingen inwon, haast van zijn stokje viel, kan men hem, die gewoonlijk op heel wat vaster grond staat, nauwelijks kwalijk nemen. In het dorpje Baena, nabij Cadiz, had onze oude planeet het heel wat heviger op haar heupen en daar stortten dan ook enige huizen in.

 

De erwten zijn duur

De erwten en wat daarbij hoort, zijn intussen al weer moeilijker te verdienen. Kalfsvlees toch kost op de zwarte markt te Madrid reeds 50 peseta - in Barcelona 70. En sedert Argentinië geen vlees meer stuurt, wordt het vraagstuk hoe langer hoe pijnlijker. Een jaar lang heeft president Peron - op grond van de vriendschapspolitiek tussen de twee landen - zijn vette koeien naar Spanje gestuurd. Maar Spanje betaalde niet en daar men van vriendschap alleen niet kan leven, blijven de vette koeien nu op de Argentijnse pampa's om nog vetter te worden.

Voorlopig behelpt de Madrileense bevolking zich dus maar met de schapenboutjes, die nog betrekkelijk goedkoop zijn. Schapen hebben de prettige gewoonte om nog daar te gedijen waar verder niets gedijt en zelfs op de afvalhopen op de kale heuvels achter Madrid weten zij, tussen kapotte flessen en blikjes, nog wat eetbaars op te scharrelen. Maar alles is duur - de staking in Barcelona was er een gevolg van. Iedereen weet intussen wel hoe het daar is afgelopen. De tramtarieven, waar het om begonnen was, zijn niet verhoogd en verder is alles in vrede geëindigd.

 

Gedichten voor Ava

En intussen bloeit nog altijd de romantiek in Spanje. Daar kan de filmdiva Ava Gardner van meepraten, die vorig jaar in de Spaanse "torero" Mario Cabré een vurige bewonderaar had. Mario wijdde aan Ava de meest gevoelige gedichten, want Cabré is een dichter en volgens zeggen niet eens een slechte. Ja, ook de stierenvechters zijn in Spanje een trapje hoger op de maatschappelijke ladder gekomen, net als de journalisten en de toneelspelers. De tijd, dat de stierenvechters alleen maar dommekracht- of lenigheidsmensen waren, is nu wel definitief voorbij. Zelfs bestaat er een stierenbevechtende rechter, de beroemde Domingo Ortega. Mario wijdde dus de vurigste gedichten aan Ava. Maar het mocht hem niet baten. Zijn vriendin uit Hollywood verkoos ten slotte juwelen (tastbare) boven de parelen der poëzie en wierp zich ten slotte in de armen van "Frankie" Sinatra.

 

Schaarse toeristen

Dit is het romantische Spanje ten voeten uit en zelfs de toeristen krijgen er soms iets van mee. Is het de lucht of de halve liter wijn, die elke middag bij het eten gedronken wordt? Maar over toeristen gesproken, het is niet helemaal dat wat Spanje zich gewenst heeft. Het heeft een geweldige propaganda in het buitenland gemaakt - vooral in de landen met sterke valuta - Spaanse reisbureaus in Amerika, Zweden en Zwitserland gesticht, maar de gasten, die in grote auto's voor hotels als Palace en Ritz voorrijden en handen met geld uitgeven, blijven schaars, terwijl de toeristen, die met ongepoetste schoenen met dikke zolen Spanje binnenwandelen en op de markt twee sinaasappelen voor hun middagmaal kopen, in steeds grotere massa's het land overstromen. Dan bestaat er nog het type van de kleine man uit Frankrijk, die voor enkele uren naar San Sebastian komt en daar met de goedkope toeristenpeseta een mooie jas koopt. Want de duurte in Spanje is nog gering in vergelijking met Frankrijk.

Toch heeft de Spaanse regering besloten hiertegen maatregelen te nemen. Voor een aantal levensmiddelen werden maximumprijzen vastgesteld, terwijl bovendien de invoer zal worden vergroot. Daarvoor zal een gedeelte van het Amerikaanse crediet van 62½ millioen dollar worden aangewend - een hulp die echter nog maar een druppel op de gloeiende plaat is. Het moeilijkst is de situatie in Andalusië, waar grote werkloosheid heerst.

 

Generaals stierven

Na een leven vol gebeurtenissen overleed Quipo de Llano, wiens naam vooral als "radio-generaal" in de burgeroorlog bekend is geworden. Na hem volgde Varela, de "onderkoning" van Spaans-Marokko, een generaal, die van gewoon soldaat tot Hoge Commissaris is opgeklommen. Van hem wordt gezegd, dat hij geen vrees kende en dat hij een van de weinige generaals was, die niet slechts "in figuurlijke betekenis" aan het hoofd van zijn troepen in het gevecht ging.

Maar gelukkig konden de kranten ook over een gelukkige gebeurtenis schrijven, want Franco's dochter Carmencita heeft haar eerste kind gekregen. Dat de klassieke foto's van grootvader, die over zijn kleinkind gebogen staat, niet ontbraken, spreekt vanzelf. Maar van de jonggeborene zag men zelfs het neusje niet, want nergens worden baby's zo dik aangekleed als in Spanje…